STRAFFEN
c. alle verplichtingen die de vereniging of de KNVB in naam van haar leden aangaat, of die
uit het lidmaatschap van de vereniging of van de KNVB voortvloeien, te aanvaarden en na
te komen en
d. de belangen van de vereniging, die van de KNVB en die van de voetbalsport in het alge
meen niet te schaden.
Artikel 7
la. In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wet,
dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of
waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad,
b. Tevens zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de statuten, regle
menten en wedstrijdbepalingen van de KNVB of waardoor de belangen van de KNVB,
dan wel van de voetbalsport in het algemeen worden geschaad.
2. Daargelaten de bevoegdheid van de KNVB om overtredingen, als bedoeld in lid lb. van
dit artikel te bestraffen, is het bestuur, nadat de strafcommissie de betrokkene(n) heeft
gehoord en het bestuur heeft geadviseerd, bevoegd om overtredingen te bestraffen.
3a. In geval van een overtreding, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kunnen de volgende straf
fen worden opgelegd:
- berisping,
- uitsluiting van deelname aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een
in de straf bepaald aantal wedstrijden,
- ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de
straf genoemde termijn uit te oefenen,
- schorsing,
- ontzetting uit het lidmaatschap.
b. Een lid kan niet worden gestraft dan nadat hem de gelegenheid is geboden zich te ver
dedigen tegen de tegen hem ingebrachte beschuldiging.
Een opgelegde straf wordt schriftelijk aan het lid medegedeeld.
In spoedeisende gevallen kan het bestuur de beslissing mondeling aan het lid mededelen.
4. Een door het bestuur opgelegde straf, dan wel de verlaging of de intrekking van een opge
legde straf wordt in het cluborgaan gepubliceerd.
5. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd.
Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden
rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht in beroep te gaan.
6a. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd
met de statuten, de reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging
op onredelijke wijze benadeelt.
^^3. Van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap wordt het lid zo spoedig mogelijk, door
middel van een brief met bericht van ontvangst met opgave van de reden(en) van het
besluit, in kennis gesteld.
5