NV. H. REPKO A.F.C. ers gestrenge bewaking onderworpen was, de bal toch naar links geplaatst werd. Natuur lijk vaak vergeefs, want de tegenpartij wist dan dikwijls het leder net weg te pikken. De spil moet „verdeelen en heerschen". Divide et regna. Knoop dat in je oor, A. Ruys, en als je het aleens mocht vergeten dan roept H. Ruys je tot de orde; anders groeit E. Ruys je over het hoofd (zoek het maar uit). En stuw je voorhoede op. Dat is eigenlijk het meest dankbare werk der halflinie. Steeds maar weer de voorhoede voeden en haar op dringen. Werken doet hij altijd hard. Als geen on willige enkel hem plaagt, is hij er tot de laatste minuut. En dat heeft voor een spil en in het algemeen voor eiken half-speler heel wat te beteekenen. De half-linie moet de Weerlinie zijn bij uitnemendheid. Als kant-halves zijn Neseker, Dusen en Breethoff zeer verdienstelijke krachten. Vooral Lally lijkt ons een spelertje waar zeer veel uit groeien kan. Hij is voor de tegen partij een echte „kleffer" die van geen op geven weet. Hij neemt goed af, geeft aardig aan, en stelt zich zeer goed op. En „waar heb je anders een half-linie voor?" De voorhoede noemt men de linie der uit blinkers in het tweede. De vaste mannetjes daarin zijn Knopper, Grimberg en Frans de Vilder. Dan speelt vaak Henk Stroobach rechtsmidden en 't is ook reeds vertoond, dat Neseker centervoor speelde en Grimberg rechts-binnen. Knopper en Lungen zijn zoo langzamer hand wel volkomen aan elkaar vertrouwd. Zij combineeren uitstekend en kennen eikaars zwakke zijden ook wel. Zij vormen samen een vleugel, die, als ze het op de heupen hebben niet te houden is. Dat heeft men in Kijkt naar Uw Hoed, leder ander doet het. REGULIERSBREESTRAAT 24 Borsalino- en Wardhoeden Den Helder aan den lijve moeten ervaren. En daarbij komt, dat vooral Charles zoo veel balcontrole heeft, dat hij alleen heel ge makkelijk ettelijke tegenstanders passeert om dan nog een gevaarlijk schot te lossen. Hij is dan ook de goalgetter van het elftal. Toch moet hij ervoor waken niet in zijn oude fout, die hem en zijn medespelers bij het junioren elftal indertijd parten gespeeld heeft, te ver vallen. Hij heeft de gewoonte, om, als hij ziet dat een der medespelers den bal heeft maar steeds te roepen „hier, hier Hij doet dat of hij gedekt staat of niet. Dat brengt zijn mede spelers vaak van de wijs. Zij weten, dat hij in de voorhoede de gevaarlijke man is. Zij we ten ook dat hij de meeste goals gemaakt heeft. En impulsief geven ze den bal naar hem door, als hij roept, ook als ze hem beter aan een ander konden afgeven die geheel onge dekt staat. Charles doet dat in zijn ijver, maar dikwijls kon hij het beter achterwege laten. In dat opzicht is zijn buurman Grimberg heel wat tactischer. Ongetwijfeld is hij van het elftal de groote tacticus. Keurig geeft hij de ballen afgepast aan zijn partners. En ziet hij de kans schoon dan weet hij een klinker op goal te geven die zoo echt venijnig in zijn vaart nog meer kracht krijgt. Een schot dat een keeper altijd in verlegenheid brengt, want je bent er nooit zeker van, of je den bal wel in je handen houdt. Een speler, die als hij nog wat aan snelheid wint en vlugger in zijn beweging wordt, tot de allerbeste gaat be- hooren en dan misschien nog wel eens een kansje krijgt voor het eerste ook!! Stroobach is een fijn spelertje tusschen Grimberg en Frans. Zijn passes zijn vaak wat kort, en ook hij is vaak wat traag in zijn be weging. Vooral start hij te langzaam. Het duurt te lang eer hij op vollen stoom is. Dan passeert hij den bal ook vaak iets te laat naar KIEST RUDGE WHITWORTH in RIJWIELEN EN MOTORRIJWIELEN H. C. VAN DEN BERG v/h A. Berveling HOBBEMASTRAAT 8 TELEFOON 20295 - 9 - A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1926 | | pagina 9