we qaAn ö'r voori V1" Gz? Waardering voor de biggen Sg^-'-'^rWeVZ& Dn». mciit'er de tvorziiler. dan gadn we d r roor Dick Dissclkoen op dc Alg. Vcrg. J. v. R.-H. (Skv dem de. Sokcikel!!! 19371951 fj L is de nood ook hoog gestegen. _ILL liep het ons in alles tegen, J Ij L trof het noodlot ons aldoor. Wij zijn door die paar nederlagen Nog niet verwonnen of verslagen, We vechten door. We gaan d'r voor! En als de wanhoop sluipend nadert En de oude garde zich vergadert, Dan klinkt daar vol vertrouwen door De frisse stem van zo een jongen, Die van zijn stoel komt opgesprongen: We vechten door. We gaan d'r voor! Geen enkele Zondag was het anders: Door 't lot meer dan door tegenstanders Ging de overwinning steeds teloor. Maar vastberaden en verbeten Staan zij, die van geen wijken weten, We vechten door. We gaan d'r voor! Vooruit! Wij allen, jong of ouder. Eendrachtig, schouder nu aan schouder, Stuiten de vloed! Wij staan er vóór! Het Noodlot heeft een keergenomen; Een zonnestraal is doorgekomen! We vechten door. We gaan d'r voor! NICO In de A.F.C.-Schakel stond een artikeltje over „het kleine grut'' van A.F.C. En als U daar nu geringschattend over denkt, dan vergist U zich toch heus! Mijn zoon is even enthou siast, als men menig „groot" lid maar wensen zou. Een voor beeld: Laatst was er een echte wedstrijd op het A.F.C.-terrein, toevallig tegen zijn vroegere school. Hij was hiervoor dagen lang zenuwachtig en zei tegen al zijn vriendjes: Jongens, we moeten winnen, hoor! Ze hebben ook gewonnen, maar hij was toch niet voldaan, want hij had zelf erg slecht gespeeld. „Ik kon niets die middag," zei hij. Louter zenuwen! Hij heeft ook tegen „Zeeburgia" gespeeld en het was, alsof er een volwassen voetballer moest spelen. Dagen van te voren en dagen daarna wordt over niets anders gesproken. Ook is hij een trouw supporter en als je hem hoort, bestaat er geen betere keeper dan Zimmerman. Die is favoriet bij die kleine knapen. En mijn zoon is er ook vast van overtuigd, dat A.F.C. in de eerste klas komt! En hij hoopt nu al, dat ze dan eens tegen „Spartamoeten spelen en dat A.F.C. dan wint. Hij heeft n.l. een vriendje in Rotterdam, die lid van Sparta is en hy geniet nu al bij de idee, dat Sparta van A.F.C. op z n kop zal krijgen!! „A.F.C. is een moordclub en we hebben de beste trainer van alle clubs." En dat is toch wel de hoogste lof van een jongen van 11 jaar. U ziet wel, dat er bij dat kleine grut ook al heel wat enthousiasme voor voetbal, en clubgeest voor A.F.C., heerst. Ze dromen er allemaal van om nog eens in het eerste elftal te komen. Dus: waardering voor de biggen!! Niet alleen proza. Buiten het proza van wedstrijdcopie zijn er maar weinig personen, die min of meer fantastische pennevruchten aan de Redactie toevertrouwen. Wij nemen aan, dat er in de oor log vcc! verloren is gegaan aan gevoel voor humor, doch er zal toch nog genoeg behouden zijn gebleven om zo nu en d.m eens een aardig stukje of een gedichtje voor de Schakel te schrijven. Kom, A.F.C.-mannen en -vrouwen, zet je eens voor de schrijfmachine of klim in je'pen om je hart middels dc Schakel te luchten. (Papier aan één kant tikken of schrijven en in de nieuwe spelling). Niet halfbakken lid-zijn. Wij moeten niet IETS, maar HEEL VEEL voor onze Club over hebben. Wanneer wij eendrachtig samenwerken en niet steeds dezelfde personen iet „vuile werk" laten op knappen, dan pas kan van een uitstekende clubgeest worden gesproken. Zo vaak wordt gezegd: ach, dat zijn oorlogs-' verschijnsclen en alles zal weer best ln orde komen. Maar ik weiger dat te geloven. Juist in de beroerde oorlogsomstan digheden stond iedereen op de bres elkaar zoveel mogelijk te helpen. Thans is er geen enkele reden om de boel los te laten, waardoor de sfeer en de gezelligheid er onder te lijden hebben. En wanneer wij nu zien, dat er voor een feest van de Commissie-Indië geen voldoende belangstelling bestaat, wan neer wij hebben te constateren, dat de Schakel-redactie moet bedelen om copie, wanneer jongere A.F.C.-ers hun plichten als gastheren verwaarlozen of niet juist opvatten, wanneer de clubavond zéér onvoldoende bezocht wordt, dan wordt het mij benauwd om het hart Dan begin ik te vrezen, dat onze A.F.C. op een echte, heuse Voetbalclub begint te lijken. En dat zou reuze jammer zijnl

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Jubileumboeken | 1975 | | pagina 19