3. opzettelijk een tegenstander hindert,
terwijl hij zelf de bal niet speelt,
b.v. tussen een tegenstander en de bal
gaat lopen of zijn lichaam daar tussen
plaats, teneinde daarmede zijn tegen
stander te hinderen;
4. de doelverdediger aanvalt, behalve
wanneer deze
a. de bal vasthoudt,
b. een tegenstander opzettelijk hin
dert,
c. zich buiten het doelgebied bevindt;
5. als de doelverdediger de bal draagt,dat
is meer dan 4 passen doet, terwijl hij
de bal, zonder deze op de grond te la
ten stuiten, vasthoudt.
- 3 -.
Bovendien mogen niet meer spelers worden verr
vangen dan de doelverdediger; deze gedurende
de gehele wedstrijd, indien hij gewond is in
zijn functie als doelverdediger, terwijl 2
veldspelers eveneens vervangen mogen worden,
echter met dien verstande, dat na de rust ten
hoogste 1 veldspeler mag worden vervangen.
Een speler, die wegens verwonding is vervan
gen, mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd
waarin hij is uitgevallen*
(Bestuursbesluit 19-12-'42 vervalt).
INVALLERS COMPETITIEWEDSTRIJDEN.
Ook in competitiewedstrijden mogen ge
wonde spelers worden vervangen, doch al
leen wanneer zulks vóór de aanvang van de
wedstrijd, ten overstaan van de scheids
rechter, door beide aanvoerders is over
eengekomen en dan slechts, wanneer er ken-
nelijk sprake is van een verwonding, wel
ke naar oordeel van de scheidsrechter in
de wedstrijd is ontstaan*
Zoals uit dit besluit blijkt, is de bepaling
gehandhaafd, dat de beide aanvoerders, VOOR
DE AANVANG VAN DE ÏÏEDSTRIJD, ten overstaan
van de scheidsrechter, dienen overeen te ko
men of er al dan niet invallers voor in de
betrokken wedstrijd verwonde spelers zullen
worden toegestaan. Is er geen afspraak TEVOREN
gemaakt, dan zal het stellen van plaatsvervan
gers niet meer mogelijk zijn, ook al zouden
beide aanvoerders daar geen bezwaar tegen heb
ben.
De scheidsrechter kan echter moeilijkheden
voorkomen, door vóór de wedstrijd de vraag
te stellen: "ïïat spreken de heren af omtrent
invallers