aVi;
Scheidsrechterscommissie
16 december 2015 94e jaargang nr. 5
heid te vinden om van een blessure te herstellen of nog beter, onder
houd te plegen.
De sportschool geeft dan uitkomst.
Nog sterker, aan alle kort of langdurig geblesseerden is het advies om
juist in deze periode de sportschool optimaal te benutten. Het is niet
de bedoeling hiervoor een pasklaar programma te maken. Overleg dat
met de dienstdoende sportinstructeur.
Voetbal is in principe een intervalsport met als basis duur-emotie,
dus train ook als zodanig. Neem een apparaat als de hometrainer, de
roeier of de crosstrainer. Daarnaast is de opbouw in elke vorm van
lichte kracht, zeker aan te bevelen.
De hometrainer: fietsen kan het herstel na willekeurig blessure be
vorderen. Een tempo rond 90 omwentelingen p/min. zal de beste
response geven. Begin met vijf tot tien minuten rustig peddelen bij
een lage weerstand. Verhoog dan het verzet, maar houd het aantal
omwentelingen gelijk. Hou dit twintig minuten vol, om de bloedsom
loop aan te spreken en calorieën te kunnen verbranden. Ga tussendoor
eens op de pedalen staan om een sprintje van dertig seconden te
maken. Eindig daarna in rustig tempo van vijf minuten.
De roeimachine: hierbij train je de grotere spiergroepen van zowel
het boven- als onderlichaam. Het systeem van hart en bloedvaten
wordt nu werkelijk aangesproken. Bovendien voer je deze inspanning
uit zonder dat voeten, enkels en knieën drie keer het lichaamsgewicht
moeten opvangen. Wederom rustig vijf minuten warming-up, voer dit
op tot ongeveer 80% van je maximale kunnen en houd dit twintig
minuten vol. Eindig in een rustig tempo gedurende vijf minuten.
De crosstrainer: deze vloeiende beweging houdt het midden tussen
de inspanning op een stepper, een loopband of een hometrainer en
lijkt meer op een langlaufsimulator. Het benadert een pittige duurloop
met een juist zeer veilige actie voor de extremiteiten. Variaties in
weerstand en tevens voorwaartse en achterwaartse bewegingen te
maken voldoet aan een geïnspireerde training. Wederom vijf minuten
opwarmen met lichte weerstand, om vervolgens gedurende twintig
minuten zwaardere inspanning vol te houden. Zo train je het ver
mogen om met spierverzuring te leren omgaan, waardoor je aanzien
lijk je prestatie verbetert. Deze drie apparaten bieden tevens een
geweldige mogelijkheid om intervaltraining te doen, zonder enig
blessure risico.
Intervaltraining: begin met tien minuten in een comfortabel tempo
zonder al te veel weerstand. Verhoog nu de weerstand telkens met één
niveau. Vervolgens verhoog je het pas- of slagritme. Hou dit één
minuut vol en keer dan terug naar het aanvangsritme.
Herhaal dit tien keer en eindig met een cooling-down van vijf minu
ten.
Laat nu de feestdagen maar komen.
De voltallige Medische Dienst; Lex Swaan (clubarts), Bas Pijnenburg
(orthopeed), Michael Olivieira (A-sel), Bas ter Hoeven (A-sel), Den
nis Schröder (sen.2-jun.A1), Kevin Beckers (zat.1), Jürgen Boerleider
(jun.B1), Aukje Spoelstra (jun.C1), Floor Monas (pup.D1), Co Gros-
zenipper en Wim Crouwel wensen alle A.F.C.ers fijne feestdagen en
gezond 2016.
(Het inloopspreekuur voor AFC leden in de Bas Rachman fysioruimte
start weer op maandag 18 januari 2016)
De medische commissie:
Lex Swaan (arts) tel. 06 53674434
Michael Olivieira (sporttherapeut) 06 21278122
Co GroszeNipper (sportverzorger) tel. 06 44352970
Wim Crouwel (fysiotherapeut/voorzitter) 06-51050940 mail:
wim.crouwel@xs4all.nl
Wanneer een indirecte vrije schop?
De indirecte vrije schop is de lichtste straf. De scheidsrechter geeft
een indirecte vrije schop aan de tegenpartij als een doelverdediger in
zijn eigen strafschopgebied één van de volgende vier overtredingen
begaat:
1. De doelverdediger houdt de bal langer dan zes seconden in zijn
handen, voordat hij deze weer in het spel brengt.
2. De doelverdediger raakt de bal weer met de handen aan, nadat
hij deze in het spel heeft gebracht en zonder dat deze is geraakt
door een andere speler.
3. De doelverdediger raakt de bal met de handen aan, nadat hij deze
bewust toegespeeld heeft gekregen van een medespeler.
4. De doelverdediger raakt de bal met de handen aan, nadat hij deze
rechtstreeks van een medespeler heeft ontvangen uit een inworp.
De scheidsrechter geeft ook een indirecte vrije schop aan de tegenpar
tij als een speler één van de vier volgende overtredingen begaat:
1. De speler speelt op een gevaarlijke wijze, waarbij geen lichame
lijk contact is tussen de spelers.
2. De speler belemmert een tegenstander in zijn loop.
3. De speler voorkomt dat de doelverdediger de bal uit zijn handen
in het spel kan brengen.
4. De speler begaat een andere overtreding waarvoor de scheids
rechter het spel onderbreekt om hem te waarschuwen of van het
speelveld te zenden.
Wanneer een directe vrije schop?
De directe vrije schop is een zwaardere straf. De scheidsrechter geeft
een directe vrije schop aan de tegenpartij als een speler één van de
volgende tien overtredingen begaat:
1. De speler trapt een tegenstander of probeert deze te trappen.
2. De speler laat een tegenstander struikelen of probeert deze te
laten struikelen.
3. De speler springt naar een tegenstander.
4. De speler valt een tegenstander aan.
5. De speler slaat een tegenstander of probeert deze te slaan.
6. De speler duwt een tegenstander.
7. De speler brengt een tegenstander ten val.
8. De speler houdt een tegenstander vast.
7