P
Een leven lang AFC
Tom Swa rt, 63 jaar lid van AFC
1 april 2015
^Vij schrijven 6 januari 1952, mijn 9e verjaardag. Ik herinner mij die
dag nog als de dag van gisteren. Het was om en nabij 15.00 uur. Ik
had 's morgens mijn cadeautjes in ontvangst genomen. Niet zoveel.
De oorlog was nog maar net voorbij en de financien in huize Swart
waren bepaald niet ruim. De huisbel rinkelde en binnengelopen kwam
Gerrit Stallmann. Hij en zijn vrouw Loes waren goede (bridge) vrien
den van mijn ouders. Mijn zus en ik spraken ze aan met oom en tante.
Gerrit was een befaamde moeilijk te passeren stopperspil in die jaren
en tevens 2e secretaris van AFC, niet bepaald iemand die ik verwacht
te, om mij te komen feliciteren met mijn verjaardag. Niets wees er dus
op, dat ik het lijdend voorwerp was van zijn bezoek. Na wat inleiden
de formaliteiten kwam de "Rood-Zwarte aap" uit de mouw. Gerrit
kwam mij middels het overhandigen van de AFC- speld het lidmaat
schap van AFC aanbieden als verjaarscadeau van mijn ouders. Totale
verwondering en grote opwinding streden om
i ijn ouders.
voorrang.
De impact van deze actie betekende echter ook de onmogelijkheid
van een andere toekomst van mijn voetballeven. Die zou gelegen
kunnen hebben bij Blauw Wit Ik woonde in de schaduw van het
Olympisch Stadion, de voetbaltempel van deze toenmalige Amster
damse topclub, die in die jaren regelmatig afdelingskampioen was en
met onder meer AJAX om het kampioenschap van Nederland speel
de, maar het nooit werd. Het was de club van coryfeeen als de eenma
lige internationale keeper Herman van Raalte, de razendsnelle links
buiten Cootje Bergman, goalgetter Hannie Tolmeijer en nog een
handvol andere topspelers uit die jaren. In mijn heel jonge jaren was
dat zonder meer mijn favoriete club. Geen discussie mogelijk. Mijn
vader was ambtshalve vaak bij de wedstrijden van Blauw Wit, zat
daar dan pontificaal op het ereterras en ik zat dan meestentijds naast
hem. Het moet dan al wel heel raar gaan, wil je als jongentje van 7, 8
jaar niet vanzelf aanhanger van die club worden. Als pa een enkele
keer verhinderd was te gaan, dan vond ik in een tweetal uitbaters van
winkels, waar wij naast woonden, gelijkgestemde fans, die mij dan
meenamen. Een van hen was Johan de Borst, de latere oprichter van
het Febo-concern. Zover ging toen al mijn voorkeur voor die club.
Dat eerste begin heeft er niet toe geleid, dat ik een geweldige voetbal-
carriere heb weten op te bouwen. Mijn vader vond zelfs, dat ik er
helemaal niets van kon en dat liet hij mij ook bij herh aling weten.
Maar ja, hij vergeleek mijn kunde met die van hemzelf. Bij overleve
ring weet ik, dat hij in zijn jonge jaren een van de beste Amsterdamse
voetballers was. Maar misschien had hij achteraf gezien ook wel een
b e etj e gelijk. Gelukkig voor mij dacht de jeugdcommissie van AFC er
in die tijd iets anders over. Mijn voetbalhoogtepunt was het kampi'
oenschap in 1958 met de B1 met gerenommeerde spelers als Nol
Ku lkens Bennie Roode, Jaap Draaisma, Jos Ke mna, J an Hein L ans,
Flip Engel, Roel Ridderikhof, een ijzersterk elftal.
Na nog een paar jaar in de A-junioren belandde ik bij de overgang
naar de senioren door omstandigheden in het laagste,
12e
elftal. Dat
vond ik te ver beneden mijn stand, stopte met voetballen en besloot
scheidsrechter te worden, wat ik al enige jaren wekelijks deed bij de
pupillen, toen nog welpen geheten. ^Wedstrijden leiden heb ik jaren
lang met heel veel succes en plezier gedaan. Dat wist men bij AFC
ook en zo werd ik vele jaren een soort van reserve scheidsrechter voor
wedstrijden, waar geen scheidsrechter was aangesteld/opgekomen.
In 1970 kwam na mijn huwelijk daaraan een eind door mijn verhui
zing naar het Achterhoekse dorpje Neede. Daar woon ik nu nog steeds
en ben inmiddels een actief en zeer gewaardeerd deelnemer aan het
sociale leven aldaar. Overbodig te zeggen, dat ik lid gebleven ben van
onze club en thans vol trots behoor tot de rijen der clubridders. Vel en
in het dorp zijn daarvan op de hoogte en dat leidde na het behaalde
kampioenschap vorig jaar tot heel veel belangstelling, een stroom aan
felicitaties en tot heel wat Needse fans van AFC
Die 6e januari 1952 is het cruciale draaipunt in mijn leven geworden.
Daar ligt het begin van wat voor mij een bepalende factor werd in
mijn leven. Dat zou bij Blauw- Wit heel anders gelopen zijn. Een
groot deel van mijn verdere leven heeft in het teken gestaan van mijn
verbondenheid met AFC. Ik heb er heel veel geleerd, bv. in teamver
band te functioneren en wat teamspirit is. Ik heb er geleerd, in (jeugd)
commissies te functioneren en leiding te geven aan jeugdvoetbal. Ik
heb er geleerd te verkeren in beschaafde op traditie gebaseerde omge
vingen alsmede de normen en waarden van een geciviliseerde ge
meenschap. Ik heb er geleerd respect te hebben voor ouderen, die het
nodige in het leven hebben gepresteerd. Ik heb er ook geleerd, voor
mijn mening uit te komen.
Kortom, ik heb voor een niet gering deel aan AFC mijn sociale
status en vaardigheid te danken. Een betere leerschool kan een
jong mens zich moeilijk wensen
homas
R
ijs
apr
2015
aasvo etbal
Als ik heel eerlijk ben. ik moet heel lang nadenken waarom we ook
alweer Pasen vieren. Ik heb niet zoveel met dit feest, ook al kom ik uit
een katholiek gezin en heb ik ooit mijn communie gedaan.
Het zal de lezer duidelijk zijn, dat ik door het cadeautje van mijn
ouders in een voor een jochie van 9 jaar bijna onmogelijke spagaat
terecht was gekomen. Ik moest kiezen, waar mijn voorkeur zou li g-
gen, tussen AFC en Blauw- Wit. Ge lukkig werd mij weinig tijd ge
gund voor het maken van die keuze. Met 9 jaar mocht je in die tijd
nog niet aan wedstrijden meedoen, maar trainen mocht wel. En dus
stond ik al heel snel op veld 2 aan de Zuidelijke Wandelweg, waar de
toenmalige velden van AFC lagen. En een 2e gelukje was, dat AFC
toen een geweldige trainer had. Cor Sluyk. Ik kende hem al goed,
want hij woonde in het souterrain van het kantoor van mijn vader. Hij
heeft mij vanaf het begin stevig bij de arm genomen en mij de eerste
beginselen van de basistechniek van het voetbal bijgebracht. Zo werd
ik dus op een snelle en intensieve manier opgenomen in de AFC
gelederen, was het keuzeprobleem dus snel uit de wereld en stond ik
aan het begin van een leven lang AFC.
Pasen betekent voor mij meer voetbal dan de herrijzenis van Jezus.
Dat heeft met Paasvoetbal te maken, het toernooi dat we op de lagere
school rond deze tijd speelden. Ik zat op de Christoffelscho ol in Til
burg. Op het schoolplein speelde ik er tegen de oudere leerlingen. Het
spel heette afvallertje W ie scoorde in de met witte verf op de muur
van de gymzaal getekende goal, mocht er uit. Wie als laatste over
bleef mocht niet meer meedoen. En daarna weer een volgende ronde.
Tot er twee overbleven die een finale speelden. Eén tegen één waarbij
door de benen speelden totaal nog niet belangrijk was. Je had balle-
tjes-afwachters, die op deze laffe wijze ver probeerden te komen,
maar ik ging de bal altijd ophalen, ook ver van het doel en zigzagde
me een weg langs de uitgestoken benen. Meer op snelheid dan tech
niek, maar wat ik wil zeggen. schoolplein voetbal was voor mij een
enorme leerschool. Als ik van jongens had gewonnen die hun auto
buiten het schoolhek hadden geparkeerd was ik zo trots als een pauw.
Van voetballen werd je groot en hard, ook al was je piepklein zoals
n de Zuidelijke {Wandelweg