Dodenherdenking 4 mei 2014 12 juni 2014 92e jaargang nr. 10 Toespraak voorzitter Machiel van der Woude Het is zondag 4 mei 2014 en het voetballen ging natuurlijk gewoon door. Het competitieverloop mag, koste wat kost, vooral niet gehin derd worden. Niet op Sportpark Goed Genoeg, niet in Noordwijker- hout, nergens niet. Het zóu passend zijn geweest als er vandaag niet gevoetbald was uit eerbied voor de Joodse burgers, die werden uitge sloten van de voetbalvelden, werden vervolgd en vermoord in de concentratie- en vernietigingskampen in Polen en Duitsland. Een kwestie van respect, solidariteit en historisch besef. Een oproep tegen discriminatie en ongebreideld geweld. Dat alles is vandaag helaas niet gebeurd. Zonder discussie, achteloos. Een gemiste kans voor open doel. Deze gang van zaken past mogelijk in een tijd waarin het doel van dodenherdenking voor velen, 70 jaar na het eind van de tweede we reld oorlog, steeds minder duidelijk is. Wie en wat herdenken wij op 4 mei? De maatschappelijke discussie wordt ieder jaar heftiger. De doelgroep steeds groter. Eerst waren het de oorlogsslachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, later kwamen daar de slachtoffers van andere oorlogen en vredesmissies bij, en recentelijk, het is echt waar, ook Duitse soldaten en Nederlandse SS'ers. Inmiddels wordt bijna ieder een en dus eigenlijk niemand herdacht. Wij, AFC'ers van de tweede en derde generatie, herdenken al in lengte van jaren met ere onze clubgenoten die ten offer vielen aan het onvoorstelbare kwaad van de bezetter en zullen dat blijven doen. Staande bij ons eigen monument dat ons herinnert aan deze AFC'ers en aan de gevaren die op de loer liggen, de lijdzaamheid en het weg kijken, waartegen je je met kracht zou moeten verzetten. Op ons monument staan de namen geschreven van Rob Cijfer, Henny Immig, Ko van Eyk en Ab Scheepstra, respectievelijk 24, 27, 23 en 19 jaar. Zo jong als zij waren verzetten zij zich tegen het kwaad wat werd aangericht, door het verspreiden van bladen als Het Parool en Trouw en het vervoeren van door de geallieerden gedropte wapens. Deze jonge clubgenoten werden gepakt en zonder pardon gefusilleerd. Na de oorlog werden ze begraven op de Erebegraafplaats in Bloemen- daal. Toen de Duitsers op 10 mei 1940 in het holst van de nacht overvielen verzette het kleine Nederlandse leger zich dapper, maar was al snel kansloos tegen de overmacht. In deze ongelijke strijd sneuvelden de AFC'ers Gerd Scheepens, Gerrit Strays jr. en Henri Lindner. Na de capitulatie werd het leven zoveel mogelijk opgepakt, in het bijzonder het sportleven. In septemberl940 leek voetballend Neder land weer geheel herrezen. De organisatorische moeilijkheden waren al snel overbrugd en de competitie kon op tijd beginnen onder regie van de op initiatief van de bezetter tot stand gekomen nationale voet balbond. Hierna kende het voetbal een ongekende groei en bloei. De tribunes zaten vol, de ledengroei bij de clubs was ongekend en AFC groeide in deze periode uit tot de grootste vereniging in Amsterdam, vooral door de toeloop van junioren en aspiranten. Onder het motto wie aan sport doet, zondigt niet', lieten de nazi's de sport en juist ook het populaire voetbal redelijk ongemoeid. Dat kwam mede omdat de voetbalbond haar organisatorische werk goed vervulde en geen enkele kritiek leverde op de diabolische maatregelen van de bezetter richting de joodse voetballers, die vanaf 15 september 1941 geen sportinrich tingen meer mochten betreden, geen openbare sportverrichtingen mochten bijwonen en niet meer in het openbaar mochten sporten. Dus ook niet meer bij AFC en ACC. Met geen woord werd hierover gerept in de bulletins van de bond, noch van het feit dat 5 overwegend Joodse verenigingen direct moesten stoppen in Amsterdam. Drie van de vijf clubs, zo bleek later, voorgoed. De competitie ging met enkele aanpassingen zonder deze verenigingen 'gewoon' door. Er was in die tijd sprake van een paradoxale, volkomen schizofrene situatie. Ook bij onze verenigingen. Aan de ene kant grote successen zoals het winnen van het prestigieuze AROL toernooi in het Olym pisch stadion en het Nederlands kampioenschap van ACC in 1943. Aan de andere kant de uitsluiting van de Joodse leden, waarvan Elias van Praag, Rolf Salm, Rudi Hartogs en G. Nieuwkamp later worden vermoord in de vernietigingskampen. En ook de gedwongen tewerk stelling van andere leden in Duitsland, van welke groep J. Ph. Hatz- man en Joop v.d Heul overlijden. Samen met de eerder genoemde jonge verzetshelden zijn de namen van deze clubgenoten gebeiteld in ons monument en in ons collectieve geheugen. AFC manifesteerde zich binnen de door de bezetter oplegde kaders als een Club met een grote C. De saamhorigheid binnen onze club was in deze oorlogstijd extra groot getuige het Mobilisatie Comité aan het begin van de oorlog, die de voor de dienst opgeroepen jon gens moreel en materieel ondersteunde, de Contactcommissie die uitvoerige correspondentie onderhield met de leden die gedwongen tewerk waren gesteld in Duitsland en de voedselcommissie die veel goed werk verrichtte tijdens de hongerwinter AFC was toen heel veel meer dan voetbal alleen en bleef door toedoen van excellente be stuurders als Dick Bessem ook op de aller moeilijkste momenten op het goede pad. Hoe gaan we anno 2014 verder? Wij, op de een of andere manier ook persoonlijk betrokken bij de oorlog, moeten als tweede, derde genera tie antwoorden vinden op de vragen van vandaag. Die zijn complex, en soms ook bedreigend. Wij kunnen leren van onze jonge leden die onrecht, discriminatie en vervolging niet pikten, die handelden omdat grenzen waren overschreden. Bij ons monument staan wij hier bij stil. Laat 4 mei een dag blijven voor individuele en collectieve herinnering aan een tijd die zich nooit meer mag herhalen. Tot slot wil ik het gedicht De stille getuige voorlezen van de 19 jarige Nienke Woltmeijer, dat zij vanavond voordraagt tijdens de Doden herdenking op de Dam. De stille getuige De boom aan de rails Omringd door prikkeldraad Torende boven het wachtershuisje Geworteld in grond van ellende De boom hoorde de doffe knallen Rook de mist van angst Zag een uitzichtloze weg Wanhoopte een eindeloze strijd Troostend het kind met verdriet Omarmend de vrouw in wanhoop Bemoedigend de man zonder uitzicht Beschermend hen zonder schuilplaats Bladeren fluisteren de herinnering Takken vertellen het verhaal De bast verzacht de pijn De wortels vangen de tranen De boom vertelt het verhaal van toen Het staat gekerfd en wordt nooit vergeten

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2014 | | pagina 21