Vanochtend lees ik in de krant het verhaal dat het Nederlands Elftal,
tijdens de EK gehuisvest in Krakau, een bezoek brengt aan het nabij
gelegen Auschwitz. De focus dus even gericht op iets totaal naders,
op de plaats, die symbool staat voor het aller-slechtste, door Hannah
Arendt ooit omschreven als de banaliteit van het kwaad. De aandacht
dus gericht op de bedrijfsmatige massamoord op onschuldge mensen,
mogelijk door de verbintenis tussen de eeuwenoude Jodenhaat en
technologie.
Hoe past dit alles in de voorbereiding op een voetbaltoernooi? Ik heb
Kees Jansma gebeld en er met hem gesproken. Hij stelt mij gerust en
overtuigt mij van de zin om ook deze jonge mensen kennis te laten
nemen van deze onvoorstelbare realiteit en de achterliggende oorza
ken van dit kwaad.
Vandaag op 4 mei worden, ongeveer zeventig jaar na dato, op ver
schillende plaatsen in ons land onze doden en geliefden herdacht.
In de Hollandsche Schouwburg bijvoorbeeld, die, gelegen in het
hart van de oude Amsterdamse Jodenbuurt door de Duitsers gebruikt
wordt als verzamel- cq. deportatieplaats van waaruit joden op trans
port worden gesteld naar Westerbork en vandaar naar Duitse ver
nietigingskampen. Weinigen overleven. 104.000 Nederlandse Joden
worden vermoord. 600 kinderen weten door heldhaftig optreden
van Walter Suskind, Felix Halverstadt, Heriette Pimenetel en Johan
van Hulst te ontsnappen uit de schouwburg via de tegenover gelegen
crèche.
Herdacht wordt er ook bij het monument aan de Apollolaan, waar ik
straks om 20.00 uur veel clubgenoten, familie en vrienden ga ontmoe
ten. Het monument dat staat op de plek waar op 24 oktober 1944
negenentwintig mannen werden doodgeschoten als represaille voor de
aanslag op een SD'er. Je denkt dan bij de 2 minuten stilte aan je eigen
familie, maar ook aan de kinderen, kleinkinderen en andere nabe
staanden van deze omgebrachte mannen.
Vandaag worden bij het monument van WV-HEDW de 200 joodse
leden herdacht die in de kampen zijn omgekomen. De 5 grotendeels
joodse clubs uit Amsterdam: Wilhelmina Vooruit, Hortus Eendracht
doet Winnen (HEDW), Be Quick Pollus Combinatie (BPC), Allen
Een Doel (AED) en Overwinning door Eenheid (ODE), wordt het
bestaan in de oorlog onmogelijk gemaakt door de maatregel van de
Duitse bezetter dat Joden vanaf 15 september 1941 geen sportinrich
tingen meer mochten betreden, geen openbare sportverrichtingen
mochten bijwonen en niet meer in het openbaar mochten sporten.
ADE en ODE spelen nooit meer een wedstrijd. BPC, Wilhemina
Vooruit en en HEDW zijn na de oorlog weer begonnen. BPC houdt in
1981 op te bestaan. De fusieclub WV-HEDW, viert in 2008 zijn 100-
jarig bestaan en is anno 2012 gelukkig een bloeiende vereniging.
Het laatste monument dat ik wil noemen is ons eigen monument,
waar wij ieder jaar de clugenoten herdenken, die ten offer zijn geval
len aan de naziterreur en het oorlogsgeweld. Op de bevrijdingsverga
dering van AFC op 19 mei 1945 deelt voorzitter Dick Bessem mee
dat ter nagedachtenis aan hen, die in de strijd voor de vrijheid vielen,
op het terrein van AFC een monument gesticht zal worden. Op dit
monument staan de namen van degenen die door de bezetting het
leven laten. Ik weet geen betere manier van herdenken bedenken dan
door alle namen hier te noemen. Allereerst Henny Inmmig die op 27
jarige leeftijd als verzetstrijder standrechtelijk op 4 Januari 1945 werd
doodgeschoten in Hoorn. Henny maakte deel uit van het eerste van
ACC dat in 1943 kampioen van Nederland werd. Net als Henny
moesten de jonge clubgenoten Rob Cijfer (25), Ko van Eijk (22) en
Ab Scheepstra (20) hun heldhaftige verzet verzet vlak voor de bevrij
ding met hun dood bekopen. Gerard Nieuwkamp, in 1941 nog spe
lend in het eerste van AFC, wordt in 1942 in het concentratiekamp
Amersfoort gefusilleerd. Gerard Scheepens, Gerrit Strijs jr. en Henri
Lindner sneuvelen als militair in de meidagen van 1940. Eind 1942
wordt Elias van Praag in het concentratiekamp Mauthausen ver
moordt. Rolf Salm en Rudi Hertogs sterven in andere concentratie
kampen. J.Ph. Hatzman en Joop van de Heul overlijden tijdens hun
gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Namen van AFC'ers die
altijd herinnerd zullen worden in onze club.
9 mei 2012 90e jaargang nr. 10
Voetbal is in de oorlog voor velen een uitlaatklep. De niet-joodse
clubs groeien in de eerste oorlogsjaren enorm in ledental en de toe
schouwersaantallen bereiken recordhoogten. De menselijke spagaat
kan niet groter zijn. Was het onverschilligheid wat het gros van de
mensen en de Nederlandse Voetbalbond leidt, terwijl een deel van de
bevolking wordt uitgesloten van het openbare leven en vervolgens op
niets ontziende wijze op transport wordt gesteld naar een bestemming
zonder terugkeer? Of zijn het gevoelens van onmacht en overlevings
drang die de boventoon voeren en die maken dat veel 'gewoon'
verder ging? Het zijn vragen die wij blijven stellen. Vragen ook over
de colloboratie van uitvoerenden bij Nedelandse politie en het
openbaar vervoer, als ook bij de hoogste bestuurders van ons land,
zoals de secretarissen-generaal van de ministeries en de leden van
de Hoge Raad. Helfhaftig optreden van deze gezagsdragers is het
bepaald niet.
Ook bij onze club lijkt alles in het begin van de oorlog 'normaal' te
verlopen. AFC 1 doet onder grote belangstelling in 1940 mee om het
kampioenschap, de komende gebeurtenissen zijn op dat moment in
hun omvang en wreedheid nog niet te voorzien. Maar vanaf 1941
verandert er veel en ziet de opstelling van o.a. het eerste er steed
anders uit. Zo mag Oscar Koppens niet meer meedoen vanwege zijn
joodse achtergrond en overlijdt Gerard Nieuwkamp, zoals eerder
vermeld, in Amersfoort door toedoen van een Duits vuurpeloton.
Onder leiding van voorzitter Dick Bessem en een kern van club
genoten wordt onze vereniging in het tweede deel van de oorlog
in de goede richting geleid en is er sprake van saamhorigheid, wat
o.a. tot uiting komt via de materiële steun voor AFC'ers die in Duits
land gedwongen te werk zijn gesteld. Op grond hiervan zijn wij
vandaag bij elkaar, zijn AFC en ACC de clubs waarop wij trots
kunnen zijn.
Terug naar het begin. Hoe zal het het jonge Nederlands elftal vergaan
in Polen, geconfronteerd met onvoorstelbare kwaad dat in de jaren
veertig aldaar is geschied? Hopelijk leidt het bezoek aan Auschwitz
tot het besef dat stelling genomen moet worden tegen nieuwe
manifestaties van fanatisme, terreur en antisemitisme. In plaats van
"niets doen en toekijken", solidair zijn met de slachtoffers. Als dat
besef doorklinkt bij Oranje is er in Polen en Oekraine al heel veel
gewonnen.
Ik wil afsluiten met het gedicht Steeds opnieuw van Manon Slob,
18 jaar, uitgesproken op bij de Nationale Herdenking 4 mei 2009
op De Dam.
Geloof en hoop liggen
Tot as gesmolten
Bloeden dood in de straten
Van een stad die
Niet meer zingt
Op de stoeprand - een jongen
Zijn ogen te oud voor het kind
Dat hij nog is
Veel te veel gezien
De tijd heeft de stad verlaten
Waar blijft de toekomst
Op een plek waar alles stil staat
Wanneer komt de toekomst
Als je dromen zijn vermoord
Wie laat je soms weer leven
Even leven
In de stilte
Twee minuten, even vrijheid
Steeds opnieuw haal ik je terug