z
Vergelding!
Een AFC'er vertelt
m
11 mei 2011 89e jaargang nr. 10
door Laurens Samsom
Elk seizoen komt het een paar keer voor. Een speler van de ene partij
ligt geblesseerd op de grond, of hij doet alsof hij geblesseerd is. De
scheidsrechter legt het spel niet stil en de andere partij weigert de bal
uit te schieten. Wat zich dan afspeelt, is het best samen te vatten als
'bloedwraak'. Het benadeelde tiental zint op revanche en vergeet
voor even alle spelregels: een levensgevaarlijke overtreding en het
bijbehorende opstootje is vaak het gevolg.
De achterliggende gedachte: 'als zij zich niet aan de regels houden,
hoeven wij dat ook niet'. Maar niet alleen voetballers gebruiken deze
redenering. Als vliegtuigkapers drieduizend onschuldige Amerikanen
vermoorden, is het 'logische' antwoord een oorlog in Afghanistan.
Dat daarbij inmiddels meer dan drie keer zoveel Afghaanse burgers
zijn omgekomen, wordt afgedaan als collateral damage.
Zelfs bij de recente militaire actie om Osama te pakken te krijgen,
werden alle internationale afspraken opzijgezet. Natuurlijk is het een
schurk, maar een kogel door iemands hoofd jagen - zonder enige
vorm van proces - is en blijft moord, zelfs als het machtigste land ter
wereld zint op wraak. En het niet toestaan van een degelijke autopsie
is ook al onwettig. Dat zou Obama moeten weten als voormalig hoog
leraar strafrecht. Het internationaal strafhof in Den Haag - de mondia
le scheidsrechter - kan voor een dergelijke daad iemand terechtstel
len, maar aangezien Amerika die rechtbank niet erkent, ontspringen
haar inwoners de dans.
Iedereen kan volgens de regels spelen als er niets op het spel staat. In
een vriendschappelijk voetbalpotje op een zomerse dinsdagavond zal
je niet snel een horrortackle zien. Die regels en wetten zijn er juist om
men in toom te houden op de meest heftige momenten, zelfs tijdens
oorlogen. Maar er is nog geen wet uitgevonden die nooit verbroken
is.
De grootste Nederlandse trainer aller tijden, Rinus Michels, gebruikte
het al: 'voetbal is oorlog'. Want alleen in een oorlogssituatie kan je
zonder blikken of blozen het licht uit de ogen van de tegenstanders
schoppen en kom je onderling tot ongekende solidariteit. Ook Louis
van Gaal paste de tactiek toe. Door het uitroepen van een collectieve
tegenstander (in Louis' geval de pers) trokken zijn teams altijd onge
kend gemeenschappelijk ten strijde. José Mourinho doet hetzelfde (in
zijn geval is de hele wereld de tegenstander), met als gevolg dat het
koninklijke Real zich meer als een groep veldsoldaten gedraagt dan
als een voetbalelftal.
En toch is er hoop. Zijn naam: Paolo di Canio. De Italiaanse voetbal
ler met extreem rechtse sympathieën? Ja, die ja. Juist vanwege zijn
verwerpelijke reputatie behoort zijn actie in de wedstrijd tussen West
Ham United en Everton tot een van de meest hoopvolle in de voet
balgeschiedenis. De wedstrijd is bijna voorbij, 1-1 is de stand. De
keeper van Everton komt buiten het strafschopgebied om de bal weg
te trappen, maar verstapt zich, valt op de grond en kan niet meer
opstaan. De rechtsback van West Ham ruikt zijn kans: hij rent om de
geblesseerde keeper heen en geeft een voorzet op Di Canio die voor
leeg doel de winst veilig kan stellen. Maar Paolo, juist hij, kiest er
voor om de bal in zijn handen te vangen, zodat de keeper verzorgd
kan worden. De spelers die al in de startblokken stonden om hem een
rotshop te geven, staken hun poging. Een ovationeel applaus volgt:
het gelijkspel is voor iedereen een overwinning.
De column van Laurens Samsom zal ook na de zomer gepubliceerd
worden. Dan schrijft hij vanuit Israël, waar hij voor onbepaalde tijd
naartoe gaat.
Een bijzondere overwinning
Een standaard jeugd elftal van AFC, dat wint van een standaard jeugd
elftal van Ajax. Nu niet meer voor te stellen, maar vroeger is het toch
gebeurd. We schrijven het jaar 1959 en de BI van AFC speelt thuis
op de Zuidelijke Wandelweg tegen de ongeslagen BI van Ajax.
In het team van Ajax Johan Cruijff, wiens talenten bij ons bekend
waren. De "technische staf' van de BI van AFC (leider Chris Geluk
en trainer Ben Bonkink) hadden bedacht, dat de enige mogelijkheid
om het Ajax moeilijk te maken, was om te proberen Johan Cruijff
(toen 13) uit te schakelen door hem een stringente mandekking te
geven. Voor de spelers van de beide teams was dit iets totaal nieuws.
Frank Reddering (links) en Henk Dik (rechts)
De gelukkige om die taak uit te voeren, was Henk Dik (toen 14). Hij
kreeg de opdracht om bij Cruijff te blijven, zodat zijn medespelers
hem niet konden aanspelen en als dat wel lukte alleen naar de bal te
kijken en niet naar de onnavolgbare schijnbewegingen. Had Cruijff
toch de bal dan moest Henk proberen de bal weg te trappen, een
opbouwende actie was niet nodig. De tactiek lukte. Henk kweet zich
uitstekend van zijn taak. Johan kwam weinig aan de bal en ook de
andere goede spelers van Ajax (Gerrie Spliner, Eddy Fokke, Ernst
Bouman etc) hadden hun dag niet. AFC won met 3-1, een unieke
prestatie.
Voor twee spelers van AFC had deze wedstrijden belangrijke gevol
gen. In de eerste plaats voor de spits van AFC Hans Rodenburg, die
de week na de wedstrijd bezoek kreeg van Ajax en het volgende
seizoen de overstap maakte. Overigens keerde hij later weer terug op
het oude nest en is inmiddels Ridder van AFC.
Ook voor Henk Dik (ook nog steeds lid van AFC) had de wedstrijd
gevolgen, zij het van andere aard. In 1971 speelde het grote Ajax de
halve finale Europacup I tegen Atletico Madrid. De coach van Atleti-
co Madrid verklaarde in een interview, dat hij niet wist hoe Johan
Cruijff afgestopt kon worden. Zelf was ik toen redacteur van de Scha
kel, waarin ik een artikel schreef met de oplossing voor deze coach.
Met referte aan de wedstrijd inl958 adviseerde ik Atletico Madrid om
onmiddellijk Henk Dik te contracteren. Tot een contract kwam het
niet, maar het artikel werd opgepikt door o.a. De Telegraaf. Henk
Dik, werkte toen bij de ABN in het oosten van het land. Hij belde mij
om mij te bedanken, omdat hij door de publiciteit bij zijn collega's en
anderen in zijn omgeving veel bewondering had geoogst en hij zich
geen beter PR had kunnen wensen.
Ajax won overigens dat jaar voor het eerst de Europacup door na in
de halve finale Atletico uitgeschakeld te hebben (0-1 en 3-0), de
finale in Londen van Panatinaikhos (2-0) te winnen. Van die wed
strijd waren we met een groot aantal AFCers getuige. Toen geen
hooligans, nauwelijks politie en reis, incl. kaartje kostte 25 gulden.
Wel staanplaatsen en met PET-tours, die hun naam waar maakte.
Honderden fans kwamen pas in de rust aan, maar alles bleef rustig.
Voor nu onvoorstelbaar.
In dat Ajax van 1971 speelde naast Cruijff, Ruud Krol en Wim Suur-
bier een belangrijke rol. Deze twee spelers kwamen wij met de AFC
Al in 1962 tegen in de Interregionale competitie. Een aantal spelers
11