AFCoryfee: Cees Thomas! O 0a*6{ Volgens de statistieken 13 jaar de betrouwbare sluitpost van het Eerste. Eenmalig international. In 1985 gekozen tot Speler van het Jaar! Nu al weer sinds 1995 in weer en wind keeperstrainer. Laatste jaren ook elftalbegeleider van het eerste. Dit is zijn laatste jaar als trainer. Hoog tijd om in deze rubriek eens over onze passie te praten: het keepers vak. Donderdagavond 20 maart 2008. Ondergetekende zit met een andere keeper, Peter van Essen, in het clubhuis te praten. Tijdens de beker wedstrijd, oktober 1989, tegen Vitesse, viel Peter voor Cees in, omdat laatstgenoemde ernstig aan zijn knie geblesseerd raakte. Peter greep zijn kans en in navolging van Cees werd hij in 1991 gekozen tot Speler van het Jaar. Cees komt erbij zitten. Het werd een boeiend gesprek tussen een oud keeperstrainer en twee van zijn keepers. Volgens Ton du Chatinier, die het niet kon laten om zich er even mee te bemoeien: "Allemaal gestoord die keepers, ik heb er niet één mee gemaakt, die normaal was" en noemde een aantal namen van kee pers, waarmee hij gespeeld heeft, niet de minsten. Vraag: Wie is momenteel de beste keeper van Nederland en waarom? Antwoord: (eensgezind) Gomes. Stekelenburg oogt mooier, heeft een betere techniek van keepen, voetbalt beter mee, maar heeft minder uitstraling. Als je Gomes ziet keepen, zijn eerste meters ziet pakken, dan staat daar een keeper, die iets wil afdwingen. Hij durft er uit te komen, is bereid risico te nemen. Volgende keer gaat hij toch weer voor die hoge bal. En dan die armen van hem, als hij die spreidt kan hij bijna de palen omarmen, daar is bijna niet langs te komen. Steke lenburg heeft dat heersende voor de goal niet, hoewel hij wel erg goed is in 1 tegen 1 situaties. En wat natuurlijk heel belangrijk is: je moet als keeper punten voor je team pakken en dat doet Gomes meer dan Stekelenburg. Trouwens hoe goed van der Sar ook is, toch is hij ook niet zo heersend voor de goal als Gomes. Mentale weerbaarheid is zo verschrikkelijk belangrijk. Hoe ga je om met een fout? Hoe goed je ook gespeeld hebt, als door jouw fout de wedstrijd wordt verloren, krijg jij de schuld. Ook al hebben de spitsen legio kansen gemist. Eén fout van jou kan de wedstrijd kosten. Vraag: Is het keepen veranderd? Is het moeilijker geworden? Antwoord: Allereerst is het spel niet alleen veel sneller geworden, maar zijn de spelers fysiek veel sterker. Ook de ontwikkeling van de ballen en de schoenen, zijn niet in het voordeel van de keeper ge weest. De balsnelheid is alleen maar hoger geworden of kijk naar het effect dat spelers de bal mee kunnen geven, al dan niet bewust. En de ene keer op kunstgras en de andere keer op gewoon gras is ook niet echt bevorderlijk. Er zou een aparte bal voor kunstgras uitgevonden moeten worden, want op kunstgras gaat de bal nog sneller. Tactische vondsten kunnen het de keeper ook moeilijker maken. Bijvoorbeeld door bij een corner een blok bij de eerste paal te zetten, zie de corner nog maar eens te onderscheppen. Kijk maar hoe Liverpool dat doet. Keepen is anders geworden, je moet je aanpassen. Dat begon met het mee kunnen voetballen, Stanley Menzo was de eerste. Een aantal namen worden genoemd, die zowel Cees als Peter als voorbeeld noemen: Toni Schumacher, Jan van Beveren, Tonnie van Leeuwen, Dino Zoff, Preudltomme, van Breukelen. Ondergetekende Eddy P.GJ) Vraag: Je zoon Dion keept in de junioren Cl. Ben je erg kritisch op hem? 26 maart 2008 86e jaargang nr. 11 Antwoord: Het is best wel moeilijk om hem te volgen. Ik wil niet te kritisch zijn. Ik blijf eerder heel rustig, zeg eerder niets tegen hem dan dat ik hem aanpak. Je wilt natuurlijk graag dat hij het goed doet. Over wie wel of niet moet keepen, daar bemoei ik me niet mee. Men moet niet denken dat ik hem voortrek als ik keeperstraining geef. Best wel moeilijk om daar mee om te gaan. De buitenwacht kijkt daar helaas anders tegenaan. Denkt dat ik mijn invloed wil laten gelden. Dan kennen ze me niet, zo ben ik niet. In ieder geval hij kan lekker kee pen, maar ik was toch wel beweeglijker. Tussen Cees en Peter ont spint zich een gesprek over de kwaliteiten van Dion als keeper. Peter neemt afscheid. Ton du Chatinier ziet zijn kans weer schoon. Vraag: "Ton: hoe heb jij met Cees samengewerkt?" Antwoord zonder een moment van aarzeling: "Cees is in alles een eerlijk mens waarop je altijd kan bouwen". (Waarvan acte) "Wie er keept, doen wij in sa menspraak, maar uiteindelijk ben ik verantwoordelijk" Vraag: Wat is het bijzondere om keeperstrainer te zijn? Antwoord: Ik ben onder Pim van de Meent begonnen, wanneer dat was, moet je maar opzoeken. 1995) Roy Beukenkamp stond in de goal. Als keeperstrainer mocht ik destijds niet mee naar Gran Canaria. In feite hing je er een beetje bij. Gelukkig is dat allemaal veranderd. Het bijzondere om keeperstrainer te zijn, is dat je een individuele relatie met de keeper hebt. Je werkt 1 op 1Ik heb absoluut niet de ambitie om voor een hele groep te staan. Keepers trainen is intensief. Je moet het zelf doen. Doordat je zelf toch goed gespeeld hebt pro beer je jouw kennis over te brengen. Als dat overkomt, dat is mooi. En ik zal mijn keepers altijd verdedigen, ik laat ze na afloop niet door iemand aan de bar afbranden. Maar dat heb ik ook als elftalbegelei der, kom niet aan onze jongens. Maar dat is ook keepers eigen. Wie in de goal staat, wordt gesteund. Die moet het vertrouwen krijgen. Kee pers zijn meer collega's van elkaar. Edwin van Holten gaat mijn taak als keeperstrainer volgend seizoen overnemen. Als wij hem daardoor voor de club kunnen behouden, ga ik niet in de weg staan. Hij is technisch en positioneel zo verschrikkelijk goed. Als hij dat kan overbrengen! Vraag: Hoe kijk jij naar een wedstrijd? Antwoord: Ik let altijd op wat een keeper tijdens de warming-up doet. Let op dingetjes die ze tijdens de wedstrijd in het veld doen. Hoe lost hij een probleem op als hij een stap te laat is. Hoe dwingt hij dat af. Wat straalt hij uit. Kijk naar Schumacher, kijk naar Kahn, toch niet de meest technische keepers, maar zij dwongen door hun wil om te winnen zoveel af. Vraag: Hoe was het toen je bij AFC kwam? Antwoord: Ik was nog een jong jochie. Ik speelde bij Ajax tot en met de B jeugd, daarna bij SDW, mijn oom Bep is nog samen met Henk Bijlsma met SDW kampioen van Nederland geworden, vervolgens DCG A1 interregionale jeugd, maakte in mijn tweede jaar mijn de buut in DCG IVervolgens na één jaar senior naar AFC. Ik kwam als jong jochie binnen. Ik wou mijn waarde bewijzen, maar dan moet je wel spelen. Ik heb best wel moeite gehad om me aan te sluiten. Het team was redelijk op leeftijd en ieder had zo zijn eigen groepje binnen dat team. Mijn debuut maakte ik tijdens de uitwedstrijd tegen UVS,(november 1979), toen ik voor jou moest invallen. Frans Kra mer was de trainer. Zijn opvolger Doby Peters zag het niet zo in mij zitten. Ik had het ongelofelijk naar mijn zin gekregen bij AFC. Ben ik voor 1 jaar terug naar DCG gegaan. Ik voelde me tegoed om op de bank te zitten. Trouwens voetbal heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader keepte ook al. (Charles Thomas komt net voorbij. Op de vraag of hij ook keepte lachend) "Ja en ik was de beste.. Vraag: Hoe zie jij je rol als begeleider van het eerste? Antwoord: Ik zie mijzelf als aanspreekpunt voor de jongens. Nu ben ik ook nog twee avonden per week op het veld. Volgend jaar minder, maar ik zal er zeker zijn, vooral op de donderdagavond. Ik ben er niet alleen voor de formulieren, maar ook voor de organisatie om het eerste heen. Verder moet de doorstroming veel meer uit de eigen jeugd komen, die moet voorrang krijgen. Daardoor verbeter je de clubbinding. Indien een speler van buiten komt, moet hij toch echt beter zijn en dat moet voor elk selectieteam binnen AFC gelden! Samensteller: André Wijnand 12

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2008 | | pagina 12