AFCoryfee: Ger van Caspel! vrai 6 december 2006 85e jaargang nr. 6 Niet één club kan functioneren zonder stilzwijgende, hardwerkende leden op de achtergrond. Niet één elftal speelt met alleen maar spel bepalers. Niet één elftal kan zonder waterdragers. Deze AFCoryfee is een stilzwijgende harde werker op de achtergrond geweest. Je wordt niet voor niets Erelid van AFC. Een dienende speler aan het woord. Vraag: Als je zoveel jaar bestuurslid bent geweest, bestaat er dan ook het gevaar om in het beruchte zwarte gat te vallen Antwoord: Dat is erg meegevallen. Ik ben er zeker voor gewaar schuwd. Je staat niet meer midden in de club. Je hoort en ziet minder. Voordatje het weet, kent men je niet meer. Je bent niet meer dagelijks met AFC bezig. De maanden maart, april en mei waren voor mij als 2e secretaris bijzonder hectisch. En zeker vlak voor de overschrijvingda tum van 31 mei werd het helemaal druk. In die maanden had ik wer kelijk elke dag contact met de 2e penningmeester met de vraag of de contributie van vertrekkende leden wel ontvangen was. Ik hanteer het principe: afspraak is afspraak. Daarom kon ik als 2e secretaris zo goed opschieten met de 2e penningmeester: Edwin Geluk. Hij hanteert hetzelfde principe. Contributie dient betaalt te zijn, punt uit. Die maanden waren soms zo druk, dat ik genoodzaakt was om vrije dagen op te nemen. Die hectiek mis ik dus niet. Nu hebben we gelukkig een administratie die deze taak heeft overgenomen. Na het schrijven van de notulen van de jaarlijkse ledenvergadering had ik wel even genoeg van AFC. Zomers gewoon even geen AFC. In mijn eerste bestuursja ren moest ik in september de ledenlijst uittypen! Wat een strafwerk was dat! Ik kon helemaal niet typen. Gelukkig was mijn vrouw Mieke zo lief om dat voor mij te doen. Vraag: Hoe kijk je op jouw bestuursperiode terug? Antwoord: Er zijn momenten waar ik ontzettend veel plezier aan heb beleefd. Als je zoals ik 22 jaar in het Bestuur hebt gezeten en daar voor 7 jaar in de B-commissie, dan heb je dat gewoon gedaan, die betrokkenheid was er gewoon, je stond er niet bij stil. Verder is het is net zoals met je werk, de ene keer ontleen je er meer genoegdoening aan dan de andere keer. In 1981 kwam ik als broekie in het Bestuur terecht. Het dagelijkse bestuur bestond toen uit; Jan van Dijk, Fred van Soomeren en Otto van Rijn. Daar zat je dan met de Ereleden zoals Henk Kappellhoff, Jaap van Nek en Dio Hermens, toch wel illustere namen, bij de vergaderingen aan één tafel. In die tijd kon dat nog. Reken maar dat zij hun mening niet onder stoelen of banken staken. Bij de rondvraag kreeg ieder Erelid ook het woord. De heren waren nu niet bepaald kort van stof. De rondvraag kon dus wel even duren. Na een paar vergaderingen kwam Henk Kappelhoff op me af:" Het wordt tijd, zeg maar Henk". Blijkbaar hoorde je er dan bij, was je geaccepteerd. Ik ben nu zelf Erelid, maar ik vind het een goede zaak, dat ereleden niet meer aanwezig zijn bij de bestuursvergaderingen. Dat past ook niet meer in deze tijd. In al die jaren ben ik 2e secretaris geweest. Een uitvoerende rol die uitstekend bij mij past. Ik sta niet graag in de schijnwerpers. Vraag: Je bent waarschijnlijk iemand, die altijd actief wilt blijven. Je bekleedt in de club nog steeds een paar functies. Zoals voorzitter van de Kennismakingscommissie. Wat is de rol van deze commissie? Antwoord: Onze taak is het behoeden van de identiteit van AFC bij het aannemen van nieuwe leden. Kandidaat-leden kunnen pas lid worden na een gesprek met de commissie. We spelen met onze jeugd- selectie teams op een zeer hoog niveau. Het is niet altijd makkelijk een keuze te moeten maken tussen de voetbalcapaciteiten van het kandidaat-lid en de identiteit van AFC. Daarom is een goede samen werking met jeugdcoördinatoren noodzakelijk. Zij kunnen op een selectiedag nooit zeggen: 'Jij kunt lid worden van AFC'. Dat gaat dus altijd pas na een gesprek. Maar als je bedenkt dat we per jaar 400 a 500 aanmeldingen krijgen, is het natuurlijk een onbegonnen zaak geworden om met iedereen te gaan praten. Daarom hanteren we een aantal selectiecriteria. Ten eerste de voetbalcapaciteiten, indien kan didaat-lid in aanmerking komt voor een selectieteam, maar nooit ten koste van de identiteit van de club; ten tweede de kinderen van of het broertje van; ten derde de kandidaat-leden die voorgesteld worden door minimaal twee gerenommeerde AFC-ers en ten vierde de rest. De Jeugdcommissie in samenwerking met de jeugdcoördinatoren bepaalt hoeveel open plekken er zijn en wel gesplitst in die voor de selectieteams en die voor de overige. Dit wordt soms extra lastig gemaakt door leden, die vlak voor de overschrijvingsdatum vertrek ken. Het gaat tegenwoordig dus wel even anders als vroeger, toen de ballotagecommissie bij het kandidaat-lid thuis op bezoek kwam om te kijken of men wel bij club past. Er werd wel eens beweerd dat een goede koude borrel van invloed kon zijn. Vraag: Het woord integratie wordt tegenwoordig zoveel gebruikt, dat je bijna niet zou willen integreren. AFC kent zo langzamerhand vele nationaliteiten. Zijn wij een voorbeeld voor anderen? Antwoord: AFC heeft een bepaalde naam, heeft een bepaalde uitstra ling, dat is onze identiteit. Daarom zijn we er ook zo zuinig op. AFC kent geen integratieproblemen. Mij is opgevallen dat nieuwe leden zich snel bij AFC thuis voelen. Een mooi voorbeeld is het Eerste, toch ons visitekaartje. Lopen diverse spelers met een verschillende achtergrond in rond, maar hebben samen wel dezelfde uitstraling van: 'Wij zijn AFC!' Daar kunnen we trots op zijn. Oh ja, tijdens het weekend met het Eerste in Maastricht zitten bestuursleden en geno digden op een terras aan het Vrijthof, komt Murat Böke ineens met een blad bier voor ons, omdat hij het zo naar zijn zin heeft bij AFC. Prachtig toch? Vraag: De club 2 voor 12 is al eerder genoemd. Welke is voor jou belangrijker: AFC of de club 2 voor 12? Antwoord: Zonder AFC geen club 2 voor 12. Deze vraag is dus niet te beantwoorden. Maar ik wil wel even kwijt dat bijna alle leden van 2 voor 12 veel gedaan hebben voor AFC. Ga maar na: 2 Ereleden en 6 leden van Verdienste maken deel uit van de club. Verder zijn 4 en het volgende jaar 6 leden ook nog eens Ridder van AFC. Misschien wel leuk om te noemen is dat mede 2 voor 12 lid Rik de Boer en ik in 1957 lid zijn geworden van AFC. Volgend jaar worden we, bij leven en welzijn, Ridder van AFC. Het is een hechte club. Bij elke thuis wedstrijd van het Eerste hebben we ons vaste plek op de tribune. Laatste Vraag: Zou je terugwillen in het Bestuur? Antwoord: Eerlijk gezegd, ik geloof niet in terugkomen. Toch een lastige vraag. Je vertrek is een belangrijk moment. Je sluit een deel van je leven af. Je hebt het altijd gedaan, omdat je denkt samen iets goed te doen voor de club. Je hebt het dan ook nooit gedaan voor de schouderklopjes. Toen ik moest stoppen met werken, vond ik dat vreselijk. Bij AFC kan ik, toch een beetje een workaholic zijnde, me bezig houden met andere activiteiten, zoals de Kennismakingscom missie, de ontvangst van bestuursleden van de tegenstander en met de Commissie Sociale Zaken onder aanvoering van Johan de Bie. Ach, dat sociale zat er al in. Tijdens een trainingsstage op de Canarische eilanden, mochten twee spelers niet meetrainen in verband met herstel na een blessure. Zij moesten een sportschool in. Johan en ik dachten: kom we gaan ze even opzoeken. Ze schrokken zich dood, lagen hun roes uit te slapen. Bij onze binnenkomst sprongen ze direct op een hometrainer. Nee, namen noem ik niet. Door mijn huidige activiteiten blijf ik toch betrokken bij de club, ik zou niet anders willen. Samensteller: André Wijnand (awijnand@wanadoo.nl) 16

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 2006 | | pagina 16