r.
AFCoryfee: Rein Akkerman!
t
fe
De man, die zichzelf in Het Honderdjarenboek als voorzitter een
tussenpaus noemde.
In 1964 de Nobelprijs ontvangen, in 1991 benoemd tot Erelid, in
1993 Ridder geworden. Voorwaar een man die zijn sporen binnen
AFC verdiend heeft, maar ook een behoorlijk lange tijd meeloopt.
Hoe wordt het huidige AFC ervaren? Hoog tijd om oud-voorzitter
Rein Akkerman het woord te geven.
Vraag: Je bent van 1985 tot en met 1991 voorzitter geweest. Maar
vlak voor het honderdjarig bestaan stopte je. Jan van Dijk heeft als
voorzitter genoten van het jubileum. Geen spijt dat je te vroeg gestopt
bent?
Antwoord: Ik moest een keuze maken. Ik kreeg een dergelijk mooi
aanbod van mijn werkgever, Plieger, om nog een paar jaar door te
werken, dat ik niet kon weigeren. Ik heb bij Plieger ook zoveel mee
gemaakt. Hoe we het bedrijf groot hebben gemaakt, maar ook hoe we
het bedrijf door een zeer moeilijke tijd hebben geloodst. noot sa
mensteller: Rein praat uitvoerig over zijn Plieger periode, maar nog
steeds in de trant: van wij van Plieger). De voorbereidingen voor het
jubileum van AFC, het voorzitterschap en mijn werk dat was allemaal
voor mij niet meer te combineren. Ik had nog teveel plezier in mijn
werk, ik was nog te verknocht aan het bedrijf om te stoppen. Ik heb
die keuze gemaakt en dan moet je er ook niet meer over zeuren.
Klaar.
Vraag: Waarom omschrijf je jezelf als tussenpaus? Wat is het grote
verschil tussen de periode vóór en de periode na jouw voorzitter
schap.
Antwoord: Ik ben een zakenman. Ik denk dus als een zakenman.
Zakenmannen zijn heel erg doelgericht, willen resultaat zien. Je hele
handelen is daarop gericht, je zet een lijn uit en daar kom je niet meer
op terug. Ik heb respect voor Machiel van der Woude. Altijd maar
weer overleg met de gemeente over de Zuidas. Je overlegt met verte
genwoordigers van de gemeente, denkt: nu is alles in orde en dan
krijg je na de gemeenteraadsverkiezingen te maken met andere verte
genwoordigers met een andere politieke achtergrond. Zo blijf je be
zig.
Het beleid werd onder mijn leiding zakelijker. Daar heb je wel de
juiste mensen voor nodig. Laat ik een voorbeeld geven. Ik sta met
Robbie Duis en Kees Gehring bij de bus, die ons met de eerste selec
tie naar Maastricht zou brengen, dat was in 1985. Kees komt met het
idee van AFC Vriendelijke Bedrijven. Een geweldig idee, waar we
allemaal helemaal achter zijn gaan staan en kijk nu eens waar dat
allemaal toe heeft geleid. Dat is toch fantastisch. Hoe zou je bijvoor
beeld al die busreizen van de selectieteams moeten betalen? De Cl
moet zelfs naar Emmen, dan vraag ik je. AFC moet Hoofdklasser
blijven, anders zal de club niet meer kunnen bieden wat nu geboden
wordt. Al die trainers die betaald moeten worden. Voor mijn tijd als
voorzitter moest AFC het vooral van de Toto-inkomsten hebben, niet
onbelangrijk, het ging voor ons toch om een hoop geld. In die tijd
ging ik voor de Totocommissie, onder leiding van Max de Bruin, elke
vrijdagavond bij de tabakswinkels langs. Kwam goed uit, mijn vader
had een groothandel in tabaksartikelen. Maar we hadden echt nieuwe
4 oktober 2006 85e jaargang nr. 3
bronnen nodig. Eigenlijk heb ik steeds achter geld aan gezeten. Ook
voor de honkbalclub ABC. Als manager had ik ervoor gezorgd dat we
een sponsor kregen: Smith Potatochips. We waren de eerste in Neder
land. Maar volgens de reglementen van de honkbalbond was het niet
toegestaan om met shirtreclame te spelen. Hans de Bie, die in het
bondsbestuur zat, heeft dat nog weten te veranderen.
Vraag: Had je behalve bestuurs-, en commerciële- ook voetbalkwali
teiten?
Antwoord: Ik heb nog in het eerste elftal gespeeld, niet veel, maar
toch. Als linksback, ik was watje noemt echt een gifkikker. Beet me
in mijn tegenstander vast. Maar ik was niet goed genoeg voor het
Eerste. Ik ben jarenlang captain van het tweede geweest. Maar de
mooiste tijd was toch in het fameuze dertiende, een echt vrienden
team. Het einde aan mijn voetbalcarrière kwam op een zondagmorgen
om tien uur in Abcoude. Speel ik eens als keeper, breek ik mijn arm,
omdat een tegenstander op me doorloopt.
Vraag: AFC kent vele clubs binnen de club. Daar is de Club van Acht
ook één van. Komt daar het specifieke AFC gevoel naar voren?
Antwoord: Eigenlijk wel. De Club van Acht bestaat al zo'n veertig
jaar. Ongelooflijk veel plezier met elkaar. Het is een club waarvan
sommige leden erg geplust hebben in het leven en andere minder,
maar dat maakt niets uit. We zijn met elkaar, je helpt elkaar, door dik
en dun. De club komt wel voort uit AFC. Wat te zeggen van de Rid
ders. Laatst, tijdens een speciale lunch, waren er ongeveer 57 leden
aanwezig. Je kent werkelijk iedereen. Dat is het oude AFC. Dat is
toch wel het AFC gevoel. Zondags is dat helaas wat minder gewor
den. Je hebt vaak bij het Eerste, wie is dat nou weer. Dan moet je aan
je buurman vragen naar de naam van die speler. Dan wordt de binding
toch wel minder. Naar uitwedstrijden ga ik ook al niet meer. Viel me
laatst op, dat na afloop van een thuiswedstrijd zoveel mensen recht
streeks naar huis gingen. Vroeger was het ongeacht de uitslag stamp
vol boven. Bovendien ik mis een afgeschermde hoek voor de oudere
leden, waar we rustig met elkaar kunnen praten zonder over de mu
ziek heen te hoeven schreeuwen. Ik ben vaak woensdag, - en zater
dagmiddag op AFC. Ja, dan voel ik me weer meer thuis. Met zo lang
zamerhand een vast ploegje bekijken we de jeugd en wat zaterdag
middagelftallen. Als je woensdagmiddag al die jeugd ziet rondlopen,
wat een bedrijf is AFC geworden, echt een geoliede machine. Over
AFC gevoel gesproken. Laatst was Tonnie van Straaten, oud eerste
elftalspeler, op AFC. Tonnie is ongeveer 35 jaar geleden naar Canada
geëmigreerd. Kwam hij ter gelegenheid van zijn veertig jaar huwelijk
naar Nederland, samen met dochters en schoonzoons. Hij had maar
één gedachte: als AFC maar thuis speelt! Hij was weer helemaal
happy op AFC. Stond hier in de hoek iedere bekende op te wachten.
Terwijl dochters en schoonzoons achter een grote pot bier genoten
van hoe pa stond te genieten op zijn AFC! En wat zou je zeggen van
mijn beste vriend Karei van Stuijvenberg, komt nog steeds regelmatig
over vanuit Venezuela. AFC is zo groot.
Vraag: Je zoon Rein speelt wel voor AFC, maar je kleinzoon niet.
Vindje niet dat kleinzoon ook voor AFC moet spelen?
Antwoord: Zeker niet. Hij woont in Hoofddorp, dus hij moet daar met
zijn vriendjes voetballen en niet bij AFC. Ik kan hem best halen en
brengen, maar ik vind dat voor hem niet goed. Hij moet in zijn eigen
omgeving voetballen. Trouwens wat Rein betreft, die speelt in het
fameuze Zaterdagmiddag Vijf, net zo een vriendenteam als destijds
het dertiende. Ook een team, dat beseft dat AFC meer is dan voetbal
alleen.
Laatste vraag: Even terug naar het besturen. Als je nu voorzitter
geweest zou zijn, zou je het dan anders doen?
Antwoord: noot samensteller: Rein moet even nadenken, misschien
op zijn woorden passen, maar het antwoord komt er kort en krachtig
uit) Nee, ik zou het net zo doen.
Samensteller: André Wijnand awijnand@wanadoo.nl)
16