IJIJ
AFCoryfee:
Johan de Bie!
8 juni 2005 83e jaargang nr. 15
Het sociale gezicht van AFC. Niet voor niets Minister van Sociale
Zaken genoemd.
De man die via zijn rubriek "Bie"-zonderheden niet alleen geheel
AFC op de hoogte houdt van het wel en wee van de leden, maar
vooral laat zien dat AFC veel meer is dan alleen een voetbalclub.
De man die veel aandacht schenkt aan anderen, maar die na meer dan
40(!) jaar vele verschillende functies binnen de club vervuld te heb
ben, nu eindelijk zelf eens onderwerp van gesprek is.
Vraag: Johan, laten we beginnen met je sportieve prestaties. Je bent
tenslotte lid van een voetbalclub geworden om te spelen, toch?
Antwoord: In 1951 ben ik lid geworden, voorgedragen door de toen
malige bestuursleden Holtzappel en Woudstra. Ik begon, onder
andere met Bob van der Bergh in de aspiranten 4. Daarna ging Bob
naar aspiranten 1 en ik naar aspiranten 5In de senioren in het zeven
de, want er was nog geen achtste. Toen die er kwam, speelde ik dus in
het achtste en je begrijpt het al, vervolgens in het negende onder
andere samen met Pim Adriaansz. De elftalfoto van dat elftal wordt in
de familie met groot ongeloof door de jongeren bekeken! Speelde ook
nog met Jan van Dijk in een zaterdagteam, voordat een zware blessure
me noodzaakte om te stoppen.
Vraag: Meer dan veertig jaar ben je actief in diverse functies, dat
moet een waslijst zijn, teveel om overal diep op in te gaan. Maar kan
je me er een paar noemen?
Antwoord: In 1958 kwam ik uit dienst en ben ik begonnen in de
jeugdcommissie. Daarin zaten onder meer Henk van Teunenbroek;
Harry Scheepstra en Piet Vaal. Verder ben ik secretaris van de Elftal
commissie A geweest. Dan ook nog zo'n tien jaar Lotto en Totocom
missie. Wat nog meer: Enquêtecommissie. Kascommissie, Stichting
Goed Genoeg, Zilveren Ploeg, maar vooral sinds 1984 Bestuurslid. Ik
ben nu aan de beurt om in het kader van de verjonging af te treden.
Voor mij waren Marcel Koster; Ger van Caspel en Dick van der
Klaauw aan de beurt. Maar degene, die deze verjonging heeft voorge
steld en heeft doorgezet, is maar een half jaar jonger dan ik, dus je
begrijpt het al, ik zal op hem wachten, Bob Neseker is namelijk de
volgende die aan de beurt is. Versta me goed hoor, ik vind het reuze
jammer dat ik uit Het Bestuur moet, maar het hoort er wel bij dat de
ouderen op een goed moment plaats maken voor de jongeren. Maar ik
ga het wel missen hoor. Maandagavond haalde ik altijd Kees op en
bracht hem dan na de vergadering, die nogal eens kan uitlopen, terug
naar huis. Kwam goed uit, want ik drink niet, dus als we werden
aangehouden, niets aan de hand. Zal hij toch een oplossing voor
moeten vinden! Die laatste maandagavond, kan je begrijpen, was best
emotioneel.
Vraag: Maar wie zorgt dan voor de bloemen, de kaarten en de aan
dacht?
Antwoord: Daar blijf ik gewoon mee doorgaan Ik blijf aandacht aan
de achtergrond van de leden schenken. Dus de rubriek AFC "Bie"-
zonderheden in de Schakel gaat gewoon door. Ik zal ook AFC blijven
representeren, maar wel alleen bij de thuiswedstrijden. Na afloop met
de bestuursleden van de tegenpartij en of met de wedstrijdleiding
praten. Ik zal echter niet meer de voorzitter vergezellen naar recepties
van andere clubs of naar vergaderingen in de regio. Nee, dat hoort er
niet meer bij. Een ander bestuurslid moet dat maar overnemen. Ik zal
Het Bestuur niet in de weg gaan lopen.
Vraag: Je bent al Lid van Verdienste, je bent al Erelid, je bent tijdens
het laatste Jaardiner onderscheiden door de KNVB, je bent zelfs
Ridder in de Orde van Oranje Nassau, weliswaar niet voor AFC,
maar toch, met welke onderscheiding zou men je nu voor al het werk
moeten belonen? Misschien een functie zoals Minister van Staat,
maar dan Minister van AFC? Een minister die te allen tijde voor
bijzondere gebeurtenissen wordt opgetrommeld of om raad wordt
gevraagd?
Antwoord: Minister van Staat? Aardig gevonden. Maar het probleem
is: als je alles al hebt weggeven, dan valt er niets meer uit te reiken.
Versta me goed, het gaat mij niet om een beloning. Je kunt soms beter
wachten met het toekennen van bijvoorbeeld een Erelidmaatschap
totdat degene om wie het gaat met zijn activiteiten stopt. Trouwens ik
werd Lid van Verdienste onder Henk Kappelhoff. Een voorzitter, die
je gewoon op je donder gaf als je iets in zijn ogen niet goed deed, zou
nu niet meer kunnen. Erelid werd ik in 1995 bij het 100 jarig bestaan,
samen met Kees Gehring en Dick van der Klaauw. Ik ben ook Erelid
van de toenmalige dochterverenigingen ATC en ABC.
Vraag: Zolang in Het Bestuur, maar nooit voorzitter geworden.
Nooit de ambitie gehad?
Antwoord: Nee hoor, ik ben gewoon veel te soft, ik ben niet hard
genoeg. Ik wil graag iedereen binnen de club te vriend houden, ik ben
een man van het compromis. Er is ook een verschil tussen vergade
ringen in de politiek en onze bestuursvergaderingen. In de politiek is
men harder voor elkaar. Op een eenmaal genomen besluit komt men
niet meer terug, krijgt men ook niet meer de ruimte om er op terug te
komen. Bij AFC zijn we vrienden van elkaar, die elkaar dus de ruimte
gunnen om hun mening te uiten. Ja, dan kan het wel eens zijn, dat een
vergadering opgehouden wordt, maar dat hoort er gewoon bij. Na
tuurlijk zijn er wel eens grote meningsverschillen, maar de kern is
altijd: we zijn wel vrienden van elkaar, we doen het allemaal voor
AFC, dus lossen we het samen op. De jaren dat ik vice-voorzitter was,
heb ik altijd beschouwd als een bindende functie, ligt ook veel meer
in mijn aard.
Vraag: Eenentwintig jaar in het Bestuur, dan moet er toch heel wat
veranderd zijn in de wijze van besturen?
Antwoord: Laat ik voorop stellen dat, zoals het vroeger toeging, we
nu niet meer Hoofdklasse zouden spelen. De tijden zijn zo veranderd
dat je als bestuur daar wel op moet inspelen. Vroeger was AFC klein
schaliger dus Het Bestuur ook. Versta me goed, soms heb ik wel eens
moeite om het allemaal te volgen. Dan zouden we in een lagere klasse
spelen, nou en? Het blijft toch AFC. Maar dan weet mijn goede
vriend Kees me er altijd op zijn manier fijntjes aan te herinneren:
"Wat zeur je nou man, je hebt altijd pijn in je maag als we verloren
hebben!".
Vraag: Je gaat altijd mee met Het Eerste als ze op stap gaan naar de
Canarische eilanden of naar Maastricht? Blijf je dat ook doen, blijf
je de man waarom geroepen wordt aan tafel voor een mop over Sam
en Moos?
Antwoord: Natuurlijk, ik ga altijd mee, al moet ik het zelf betalen.
Maar dat deed ik al hoor. Natuurlijk blijf ik meegaan. Daar blijf je
jong bij. Ik stel me altijd aan de spelers als volgt voor: "Ik ben
Johan". Dan is het gewoon terug aan de bar: "Hé Johan, wat drin
ken?"
Vraag: Van bedelknaap naar voorzitter van De Zilveren Ploeg. Wat
is het verschil met het Jaardiner?
Antwoord: Bij de Zilveren Ploeg zijn het allemaal AFC' ers, die
minimaal 25 jaar lid zijn van de club. Dat is toch heel anders dan bij
het Jaardiner. Daar kan het voorkomen dat iemand wel aan het Jaardi
ner mag aanzitten, maar na een jaar al weg is. Het Jaardiner is veel
officiëler. De Zilveren Ploeg is intiemer. Geen tafelschikking, maar
jouw vader belt me wel altijd een week van te voren met de gewenste
indeling voor een tafel. Krijg ik wel eens vragen van anderen, die dat
ook willen, over. Maar de tafelgenoten van jouw vader, behoren wel
tot de oudere leden, dus daar mag best een uitzondering voor gemaakt
worden. Vind ik van wel.
Vraag: Iemand met zoveel bestuurservaring heeft vast een boodschap
voor de toekomst. Wat zou jij AFC willen meegeven?
Antwoord: AFC moet altijd een vriendenclub blijven. Het Bestuur
moet waakzaam blijven dat de AFC identiteit gewaarborgd blijft.
Maar ook dat AFC meer is dan alleen het Eerste, er bestaat ook een
zesde of een zaterdag 5. De aandacht zal altijd over de gehele club
evenwichtig verdeeld moeten worden. Het Bestuur heeft ook een
representatieve functie binnen de club.
Laatste vraag: Nu je na zoveel jaar je bestuursfunctie neerlegt, krijg
je nu meer tijd voor thuis of moet Marjoleine daar niet aan denken?
Antwoord van Marjoleine: Daar gaat mijn vrijheid! Nee hoor, ik
vind het voor Johan heel erg jammer dat hij uit Het Bestuur moet.
Zijn hart ligt bij AFC.
Samensteller: André Wijnand
29