AFCoryfee:
Ko Grosze Nipper!
Sinds jaar en dag De Verzorger van de spelers van het Eerste. Bekend
om zijn ooit razendsnelle sprints naar ter aarde gestorte spelers om ze
met de bekende natte spons en een bemoedigend woord weer op te
lappen. Een man waarvan Frank Tilmans, collega-verzorger van Ko,
zegt: "Zo vind je zo niet meer".
Vraag: Ik weet niet beter of je bent bij het Eerste als verzorger be
trokken. Wie heeft er voor gezorgd dat je bij AFC kwam?
Antwoord: Dat is Wim Crouwel geweest. We werkten samen bij FC
Amsterdam. Wim zei tegen mij: "FC gaat ter ziele, is AFC niets voor
jou?" Nou in mei 1979 heb ik met meneer van Rijn gesproken en die
zei: Als je hier komt werken, moet je ook lid worden". Dus ik ben
ook al sinds 1979 lid. FC Amsterdam hield in 1981 op te bestaan. Tot
die tijd bleef ik wel bij het belofteteam verbonden. Wim is nog steeds
een zeer goede vriend van me.
Vraag: Maar dat had je toch nooit gedacht? Kende je AFC al?
Antwoord: Nee, AFC was totaal onbekend voor me. Ik kende AFC
alleen van de AROL- beker. Kende niemand hier.
Vraag: Dan moet de overgang vrij groot geweest zijn?
Antwoord: Ja, de overgang was groot. Van een profclub naar een
amateurclub. Bij AFC waren de spelers veel gemoedelijker, je werd
veel sneller in de groep opgenomen dan bij Amsterdam. De omgang
was makkelijker, iedereen was bij de club betrokken. Maar Amsterdam
was ook een prachtclub hoor. Alleen ik werkte bij Amsterdam in de
vooravond, en was 's avonds thuis. Dat was wel even wennen om 's
avonds te werken. Het werd op AFC altijd vrij laat, zeker op de don
derdagavond, want vrijwel de hele ploeg bleef dan hangen. Of dat
gezellig was!
Vraag: Al 28 jaar betrokken bij het eerste. Is er in jouw ogen veel
veranderd?
Antwoord: Het is allemaal veel professioneler geworden. De begelei
ding en de verzorging zit heel goed in elkaar. Spelers vergeten dat wel
eens. Zoek maar een andere Hoofdklasser waar alles zo goed verzorgd
is, je vindt het nergens beter. Als je ziet wat er allemaal geregeld wordt
voor de spelers en dan zijn er toch nog jongens bij, die ontevreden zijn.
Daar kan ik kwaad om worden. Vroeger was dat niet zo. Was het ook
veel meer een hechte vriendengroep. Spelers dachten er niet aan om
voor een andere club te gaan spelen. Nu zijn er spelers die meer den
ken aan hun eigenbelang. Ach, dat is deze tijd en bij alle clubs hetzelf
de.
Vraag: Je doet dit werk nu al zo lang. Nooit overwogen om te stop
pen?
Antwoord: Ik doe dit werk nog steeds fluitend. Een zondag zonder
wedstrijd is voor mij geen zondag. Zolang ik fit en gezond ben, blijf ik
dit doen. Sinds ik een nieuwe heup heb, gaat het gelukkig allemaal
11 mei 2005 83e jaargang nr. 14
weer makkelijker. Het werk op zich: het verzorgen en het beter maken
van spelers geeft me nog steeds veel voldoening. Daar doe ik het voor.
Vraag: Het leeftijdsverschil met de spelers wordt steeds groter. Word
je werk daardoor beïnvloedt?
Antwoord: Spelers benaderen me natuurlijk door het leeftijdsverschil
anders dan hoe ze Frank benaderen, die is veel jonger. Ik ben net zoals
Peter Brans, meer een vaderfiguur. Wat ik niet meer kan en wil, is het
tijdens een weekend Maastricht of op de Canarische eilanden 's avonds
tot laat mee op stap gaan. Het stappen wordt wat moeilijker. En ik heb
heel wat uitstapjes met het Eerste meegemaakt hoor. De eerste keer
was Knokke, wel heel lang geleden.
Vraag: Dan moet je heel wat te vertellen hebben over die uitstapjes.
Heb je een anekdote?
Antwoord: Eentje maar? Ach zoveel, maar je weet het is horen; zien
en vooral zwijgen! Maar deze zal ik je niet onthouden. Ton du Chati-
nier was jarig tijdens een trip naar de Canarische Eilanden. Een paar
spelers hadden zijn hele kamer leeg gehaald en met scheerschuim de
vloer van tekst voorzien. Maar Ton had zijn revanche al klaar, hij wist
wie het gedaan hadden. De avond voor vertrek had hij bij die spelers
alle knopen van hun overhemd gehaald en een stukje van een van hun
broekspijpen afgeknipt. Maar je moet wel in je clubkostuum verschij
nen. Je begrijpt dat de volgende ochtend de hilariteit groot was.
Vraag: Tijdens het verzorgen van spelers hoor je nogal wat. Kan je
dat allemaal doorvertellen aan de trainer?
Antwoord: Nee, zeker niet. Wat we niet kwijt willen, hoort hij niet.
Spelers moeten wel vertrouwen in je hebben. Daarom is het belangrijk
om één van de ploeg te zijn. Je werkt wel één op één. Je moet natuur
lijk de trainer soms adviseren over een bepaalde speler, vooral als daar
om gevraagd wordt. Maar nogmaals, wat we niet kwijt willen, krijgt
hij niet te horen. Dat moeten de spelers weten. De samenwerking met
de trainers is altijd goed geweest, voor 90% perfect.
Vraag: Via AFC ben je ook bij het Nederlands elftal gekomen. Wie
heeft daarvoor gezorgd?
Antwoord: Dat was voor de wereldkampioenschappen in 1994 in
Amerika. Rob Ouderland heeft me toen gevraagd om het verzorgings
team te versterken. Heb ik ook nog met Prins Alexander een biertje
gedronken in Orlando. Daarna heb ik redelijk wat telefoontjes gekre
gen, ook van de KNVB. Maar ik moest dan wel mijn baan bij Heine-
ken opzeggen. Ik heb gekozen voor mijn werk en voor AFC. Via AFC
ben ik ook drie keer naar de Maccabi spelen in Israël geweest.
Vraag: Hoe is de samenwerking met Frank Tilmans?
Antwoord: Frank kwam erbij als hersteltrainer. Dat kon ik door mijn
versleten heup niet meer doen. Het werk is ook veel meer geworden.
We hebben nu ook het tweede erbij. We hebben een goede taakverde
ling. Het is een goede gozer, moet alleen een biertje lusten en wat
sneller op het veld naar een geblesseerde speler sprinten! We vangen
elkaar goed op, alleen is het niet meer te doen. Ik durf te zeggen, dat
we, met Wim Crouwel aan het hoofd, de beste medische staf hebben.
Laatste vraag: is AFC voor jou meer werkgever of meer club?
Antwoord: Zoveel vrienden hier, zoveel kennissen. AFC is voor mij
mijn club geworden en zie AFC niet zozeer als mijn werkgever. Me
neer van Rijn heeft het toen goed gezien.
Samensteller: André Wijnand
16