MIXED
P I C K L E S
ingelegd door Pim Adriaansz
DOCUMENT
Op Pickelaars bureau duikt een origineel fotootje op uit een ver verleden tijd. Het meet 7 bij 8,5 cm en is
min of meer ovaal geknipt. Hoewel oud is het niettemin nog in goede staat en scherp van beeld. Ongeveer
dertig personen zijn erop afgebeeld; vóór een schuttingachtig decor waarop nog juist leesbaar de letters
AFC.
Wie zijn die geportretteerden? Bij aandachtige beschouwing met de handloep is een voetbalelftal waarneembaar
in een duidelijk herkenbare opstelling: vooraan tussen twee backs een doel verdedigerdaarachter gehurkt
een driemans middenlinie en staande daar weer achter een vijfmans voorhoede, te weten de middenvoor tussen
twee binnenspelers geflankeerd door twee buitenspelers. Dat zijn inderdaad elf voetballers, die zich omringd
weten door 19 toeschouwers. Meer komt Pickelaar aanvankelijk niet te weten.
Op de achterkant staat geen enkele aanwijzing, maar de foto is duidelijk op een kartonnetje geplakt. Pickelaar
heeft inmiddels zijn archiefpet op het hoofd geschoven en hij besluit het karton door afweken te scheiden van
de foto.
En zowaar, er staat tóch een tekstje op de achterkant van de foto: "Het D.D.V.-schoolelftal op het oude
A.FC.-terrein"Pickelaar begrijpt, dat D.D.V. staat voor De Derde Vijfjarige (H.B.S.), waarmee het belang
voor opname van de foto in het AFC-archief gering lijkt.
Tóch de loep maar weer ter hand genomen voor een nadere beschouwing van de voetbalhoofden. En jawel, die
keeper een jaar of zestien springt eruit met zijn glad gekamde donkere haren ter weerszijden van de schei
ding in het midden. Onmiskenbaar moet dat al de later wellicht meest legendarische AFC-doelman zijn uit de
jaren 1915-1920: J(o) G. Bornemann!
Niemand sprak hem destijds aan met Jo, want hij ging als 'Borrie' door het voetballeven.
Die oude schoolfoto, waarop wellicht méér latere niet meer herkenbare AFC—ers staan, moet dus ongeveer
uit 1910 stammen. Vanzelfsprekend is de kiek alsnog opgenomen in het prentenkabinet van AFC.
CITAAT
"De eerste wet der geschiedschrijving is niets onwaars te zeggen en niets waars te verzwijgen".
(Marcus Tullius Cicero,
Romeins staatsman en redenaar,
106 v.C. - 43 v.C.).
BORRIE
Wie 'A' zegt behoort 'B' te zeggen en wie 'Borrie' gezegd heeft behoort zich nader te verklaren. Pickelaar
doet dat door gegevens te ontlenen aan het jubileumboek 1895-A.F.C.-1970 "'t Was Goed Genoeg" van Jo Wijnand.
Jo Bornemann was de beste - tot dan uiteraard - keeper, die AFC ooit eerder had. Hij was ook erg populair in
Amsterdam. Hij had alles mee om het grote publiek aan te spreken. Hij was een 'beau gar^on', tot in de puntjes
verzorgd, keepte stijlvol en hij voelde zich volledig amateur. Zo liet hij de gouden manchetknopen die alle
spelers van het eerste elftal kregen bij het kampioenschap in 1918 tien jaar in de la liggen omdat hij dat ca
deau veel te duur vond voor een amateur. Het Nederlands elftal heeft hij net niet gehaald, want Just Göbel
- uit Vitesse, meent Pickelaar zich te herinneren - was vaste keus en Jo Bornemann kreeg als diens beoogde
opvolger geen kans meer door het wegvallen van interlands in de eerste wereldoorlog.
Maar met AFC waren de successen groots. Via de groene bondstafel promoveerde ADC in 1917 naar de Eerste
Klasse B en speelde vervolgens tweemaal achtereen met vier andere afdelingskampioenen nacompetitie om het
kampioenschap van Nederland (waarin het overigens vierde en respectievelijk derde werd). Beide malen werd
Ajax landskampioen.
Dat onze 'Borrie' het Nederlands elftal nipt miste vond hij overigens geen punt. Hij zou dan immers serieuzer
hebben moeten leven en gaan trainen en daarvan rilde hij al bij de gedachte...
AJAX
En van het een komt weer het ander, want Ajax genoemd hebbende kan Pickelaar niet om deze stadgenoot heen;
die in de jaren tien van inmiddels de vorige eeuw onze buurman was naast Hoeve 'Goed Genoeg' in de Water
graafsmeer.
De geschiedenis is bekend. AFC bleef een amateurclub en Ajax ontwikkelde zich tot een beursgenoteerde onder
neming, die het nu even niet naar de vleze gaat. Hier tóch een pampieren gelukwens aan die eveneens honderd
jarige reus!
BENDE
En om deze toevallig 'historisch' uitgevallen pickles dan maar in dezelfde stijl te besluiten nog iets uit de
tijd van 'Borrie'. Als Be Quick uit Groningen naar AFC kwam voor de competitie om het kampioenschap van
Nederland gingen ze met zijn allen naar de oude 'Bordelaise' in de Leidsestraat om vast aan het klimaat te
wennen. En daar hebben Sire de Koning en Jaap Bulder eens gewed dat Jaap met zijn hoofd in de soep kon staan.
Jaap verloor, maar het was wel een bende. Aldus opgetekend door Jo Wijnand in "'t Was Goed Genoeg" in 1970.
6