KEEP SMILING
we er als team, met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar, niet
jonger op worden. De ervaring dient dit echter te compense
ren. Uit de pool van nieuw aanbod (Japanners, Surinamers,
engels-taligen en jeugdspelers werden uitgeprobeerd), ble
ven uiteindelijk twee nieuwe sterren over: Jorg en Jorrit. Van
beiden zijn we er van overtuigd dat zij onze selectie, zowel
kwantitatief als kwalitatief, op het niveau houden dat wenselijk
is voor ons streven.
Ten tweede de fitheid waarmee alle spelers teruggekomen
zijn van vakantie. Mijn weddenschap met Meindert eindigde
voor het tweede opeenvolgende jaar in een onbeslist. Deki
lo (Meindert wil liever niet dat dit en public geschreven wordt)
die de weegschaal aan het einde van het vorige seizoen aan
gaf, werd ook aan het begin van dit nieuwe seizoen gemeten.
Al vond ik dat Meindert bij de meting wat bleekjes zag. Het zet
mij te denken over de geruchten dat hij de laatste twee weken
voorafgaande aan de meting niets gegeten zou hebben.
Pieter en Harm gaan beiden de Marathon van New York lopen
en zijn daarvoor al enkele maanden in training. Harm is al 8 ki
lo (om één of andere reden moest dit juist wel vermeld worden)
kwijt en lijkt zowel op de training als op het veld fitter dan ooit.
Pieter gebruikt het als excuus om niet te trainen en bespeelt
gelukkig voor hem een positie waarvan je toch nooit merkt of
iemand fit is of niet.
Ten derde de staf. Otto heeft, door de blessure van Piet, het
trainerschap weer op zich genomen en is inmiddels gewend
geraakt aan ieder jaar een kampioenschap (eerste jaar het
vierde, tweede jaar het tweede). Dediepgang van zijn oefenin
gen maakt een graad in de Wiskunde soms benodigd, maar
zal er zeker voor zorgen dat de tegenstanders er ook geen
touw meer aan vast kunnen knopen. De combinatie Piet/Jor-
gen als coachend en leidend duo is ook gebleven. De voor
bespreking en analyses tijdens de rust van Piet en de facilite-
rende werkzaamheden van Jorgen rond en tijdens de wed
strijden zijn al eerder van doorslaggevende betekenis geble
ken.
De wedstrijden
Zoals geschreven, de opening van het seizoen was tegen
DWS 2 uit. Na een zeer succesvolle voorbereiding waren wij
erop gebrand het seizoen beter te beginnen dan vorig jaar: 4-0
verlies tegen DCGZowel de zon (van warmte) als wij (van zelf
vertrouwen) waren blakend. Hethoofdveld van DWS was druk
bezocht. Er bestond bij de DWS-aanhang enige twijfel om
trent de tegenstander: AFC was dat kon, maar het vierde, dat
kon toch bijna niet; hun roemruchtige tweede tegen het vierde
van AFC? Twee oudere dames spraken zelfs van 'wat zielig'
maar hadden toch stiekem een telraampje meegenomen om
de score bij te kunnen houden.
Bij het betreden van het veld hield de vaste aanhang van AFC
4 de adem in: "wat was hier gebeurd?". AFC 4 betrad in ge
heel uni-tenue het veld. Waar waren alle soorten outfits geble
ven? Het katoenen shirt van René, het witte befje bij Harm, de
omgeslagen broek bij Edwin, de gescheurde sokken bij Bart,
het verwassen shirt van Nick. Gelukkig was de warming-up
nog dezelfde: iedereen liep chaotisch door elkaar heen en
deed zijn eigen voorbereiding. De DWS 2 kudde dacht er het
zijne van en hobbelde als schaduwen achter de aanvoerder
aan.
Dat de outfits veranderd waren, kent een duidelijke verklaring.
De KNVB-teams worden zeer terecht, door het bestuur van
AFC en sponsor Umbro, voor hun inspanning beloond. Dat
daarbij tassen en kleding worden doorgeschoven zoals dat
vroeger bij grote gezinnen tussen de kinderen onderling ge
beurde, is het logische vervolg als je een sponsor hebt voor
meerdere jaren.
Onze tenues mogen dan alle hetzelfde zijn, aan de vorm en
omvang van onze tassen kun je een ieder gelukkig nog her
kennen.
Voor de eigen warming-up is de verklaring wat minder eendui
dig. Eén stroming beweert dat de ervaring gemaakt heeft dat
een ieder bij ons wel weet welke warming-up het beste bij hem
past. Aangezien toch iedereen van Piet een half uur van te vo
ren de kleedkamer moet verlaten, betekent dit dat sommigen
hierdoor hun warming-up moeten uitsmeren en soms de tijd
nemen om gegroepeerd nog wat te babbelen. Een andere
stroming beweert echter dat het aanvoerderschap ter discus
sie staat. Na een hegemonie van twee jaar voelde Meindert in
de voorbereiding enige oppositie (of het continu verliezen van
de toss hiermee in verband stond is ook hem niet helemaal
duidelijk). Meindert wilde duidelijkheid en eiste een stem
ming. Mochten sommigen denken dat Meindert het aanvoer
derschap niet beheerst, gevoel voor politiek kan niemand
hem ontzeggen. Vlak voor de oefenwedstrijd tegen Hoofd
dorp (een oude bekende) kwam Meindert met zijn stemming
op de proppen. Dat de enige tegenkandidaat toen al als enige
op het veld met zijn warming-up bezig was moet op toeval be
rusten. Meindert werd dan ook unaniem (twaalf onthoudingen
en één voor) als aanvoerder herkozen.
Over de beide wedstrijden zelf kan, en moet ik van de redactie
van de Schakel, kort zijn. AFC 4 liet DWS 2 een veldoverwicht
om zelf met vlijmscherpe counters en gedoseerde aanvals
golven onrust te zaaien. Wij lieten DWS echter ontsnappen
door de kansen (10 tegen 2) niet in eenzelfde verhouding aan
doelpunten om te zetten. Toen vijf minuten voortijd DWS aan
een onverdiende voorsprong kwam, vreesde onze aanhang
een debacle. Onze onverzettelijkheid en teamgeest wisten
echter tien seconden voor tijd dit onheil te voorkomen. Hoe
het voelt om onder tien teamgenoten te liggen (weddenschap
pen en New York marathons ten spijt) weet ik inmiddels ook,
weghollen als Obiku (echter met het aanhouden van het nieu
we shirt) lijkt mijn huisarts volgende keer een betere optie.
De wedstrijd tegen CDW 2 bracht ons, ondanks enkele bles
sures en een vage afzegging i.v.m. een golfwedstrijd, het ver
trouwde gevoel van een overwinning. Ook vertrouwd was dat
Edwin weer op schot was. Na eerst een slimme harde voorzet
die door CDW in het eigen doel gewerkt werd, schoot Edwin
de tweede goal zelf maar rechtstreeks in het vijandelijke doel.
Dit middels een van zijn specialiteiten: de vrije trap. Bij deze
willen wij Karei Henk (bloed kruipt....) en Ruben (minder Sosa,
meer goals), die zelf al een wedstrijd in het derde achter de rug
hadden, nog even bedanken voor het ons terzijde staan in het
binnenslepen van de overwinning.
Tot de volgende keer, waarbij ik hoop dat vier nog steeds voor
drie blijft gaan.
NICK VAN ROSSUM
9