Otto van Rijn (Ridder afc) Pim Adriaensz (Lid van Verdienste) 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. In september 1925 als jon gen van 14 jaar begon voor mij het clubleven bij AFC. Via straatvoetbal en de schoolwedstrijden op de la gere school was ik enthousi ast geworden voor de voet balsport. Later op de 1e OHS in Amsterdam kwam ik als speler van het OHS-elftal dikwijls bij AFC aan de Zuid elijke Wandelweg voor het spelen van oefenwedstrij den. De sfeer en entourage aldaar deed mij, daarbij aan gemoedigd door de toen bekende jeugdleider Pa Lan- genvoort, besluiten lid te worden. Tot mijn 48e jaar heb ik in diverse elftallen mijn best ge daan. Na de juniorentijd speelde ik afwisselend in het derde tot en met het vijfde en later bij de zatten en de ve teranen, zodat dit 'nietig clubje' een belangrijke schakel in mijn leven is geworden. Het lidmaatschap kreeg een nog veel grotere betekenis voor mij persoonlijk toen ik in 1960 door de voorzitter Henk Kappelhoff werd benaderd om toe te treden tot het bestuur en samen met wijlen Joop Hurwits over de financiën van onze club te gaan waken. Ik heb deze bestuursfunktie, eerst als 2e en later als 1e penningmeester eveneens met veel plezier ver vuld. Voor mijn werk kreeg ik in 1969 de AFC-Nobelprijs en bij het 75-jarig jubileum viel mij de hoogste club-on derscheiding Ere-lid te beurt. Bij ons 90-jarig jubileum ontving ik van de KNVB, uitgereikt door Jo Jaspers, de Gouden Bondsonderscheiding. In 1986 na 26 jaar bestuurlijk werk trad ik af: een episode van mijn leven, die ik niet graag had willen missen. Toen de aanwezige leden op de algemene ledenvergadering mij bij mijn af treden een staande ovatie brachten, was dit ook een hoogtepunt in mijn clubleven. Over hoogtepunten in de historie van AFC gesproken, dan denk ik direkt aan de opening van ons nieuwe club huis aan de De Boelelaan op 6 oktober 1962. AFC heeft ook wel dieptepunten gekend; ik memoreer het helaas veel te vroeg heengaan van Henne Boskamp, die nog zoveel voor zijn club had kunnen betekenen. Voor zover ik door de jaren heen de wedstrijden van AFC 1 heb kunnen volgen, hebben vele goede spelers AFC de nodige successen bezorgd, maar als mij wordt ge vraagd: "Wie zijn ooit de beste voetballers geweest", dan zou ik vele namen kunnen noemen, maar dan ver geet ik er wellicht één. Mijns inziens is Charles Lungen toch nog steeds de topper. Bekijken wij de competitiestand van de hoofdklasse A op dit moment dan mag AFC zich winterkampioen noemen. Ik heb goede hoop dat indien wij in de komende maan den ons spelpeil kunnen handhaven de huidige stand ook weieens de eindstand zou kunnen zijn: 1AFC, 2. Elinkwijk, 3. DWV. Wie wordt AFC's topscorer? De strijd zal gaan tussen Jo- han Dol en Patrick Steenkist; ik denk dat Patrick het wint. 1990 WK-voetbal in Italië wordt m.i. een geweldige hap pening, maar of Oranje bij de laatste drie zal eindigen lijkt mij niet waarschijnlijk. Ik verwacht: 1Argentina, 2. Italia, 3. Brasil. Marco van Basten zal wel de topscorer van Oranje zijn. AFC de oudste voetbalclub van Amsterdam is nu 95 jaar jong en er resteren nog vijf jaar voor ons 100-jarig jubileum. Ik wens AFC op weg naar de 100 toe: op de 4. 5. 6. 7. 10. 11. Gerard Trebert haalt mij onde ruit: ik ben niet één maar twee keer lid geworden! Mijn eerste lidmaatschap duurde van ja nuari 1944 tot juli 1948. Ik ope reerde in het 7e elftal afwisse lend als links-en rechtsbuiten. Dat maakte mij niets uit, want aan beide kanten presteerde ik niets. Mijn herintrede per november 1958 is van duurza mer aard en zal slechts teniet gedaan worden door mijn ein de of dat van AFC. De eerste mogelijkheid is het grootst. Mijn absentie tussen de twee perioden verklaar ik bij punt 5. Er waren al in 1938 redenen om AFC-lid te worden. Ten eerste: Ties Gerrits, die om de hoek woonde, was keeper van AFC 1ten tweede: ik zat op de HBS aan de Jozef Is- raelskade, waar nu het Okura Hotel staat. Een mede scholier was AFC-er en hij showde bij gymnastiek hin derlijk dat clubshirt. Dat deed mij pijn, want AFC was toen voor mij onbereikbaar. Mijn ouders hadden niets te gen die club, maar hun consigne was duidelijk: eerst dat diploma halen; daarna kwam AFC. Vandaar, dat ik nog wat jaren moest wachten. Ondertussen ging ik zondag middags wél een blokje om en het spreekt vanzelf, dat het AFC-terrein aan de Zuidelijke Wandelweg op mijn route lag. AFC betekent veel maar niet alles. Mijn blik reikt verder dan de voetbalclub alleen. Het laatste hoogtepunt: de goal van Mike van Eijk in UVS - AFC (mei 1989:0-1waardoor AFC hoofdklasser bleef. In 1948 kwam ik door mijn povere voetbalprestaties niet meer aan de bak, waarop ik schriftelijk verzocht mij over te boeken van werkend lid naar donateur. De antwoord brief van het door mij aangeschreven bestuurslid loog er niet om: verzoek afgewezen; het was immers een eer om lid van AFC te zijn en wie dat niet begreep kon maar beter vertrekken. Die klap kwam hard aan en ik vertrok. Gelukkig is alles toch nog goed gekomen. Ik acht mij niet competent te oordelen. In mijn tweede AFC-periode heb ik als Ad Onderdelat lagere doelen be mand Het liefst zou ik dan ook 11 keepers willen opstel len. Maar dan doe ikTogneri, Lungen en Dol om maar uit bijna een eeuw te putten te kort. AFC, Elinkwijk en DWV eindigen bovenaan; in die volgorde! Nu Johan Dol wat minder lief voetbalt wordt hij topscorer van AFC 1 Ik kan nog niet de helft van het aantal deelnemende lan den opnoemen, dus aan een prognose waag ik mij niet. Ik hoop op verrassingen uit Azië en Afrika. Hans van Breukelen. ablijvende beheersbaarheid van het fenomeen 'AFC- vriendelijke bedrijven; b. continuering van het hoofdklasserschap. groene velden vele successen en minstens eenmaal kampioen van Nederland en achter de groene tafel veel wijsheid en vriendschap. 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1990 | | pagina 8