f
f I" 'f-t
\yf rq 1
{t f t
w A
'f Jr
Naschrift van de redaktie
Pieter van de Vliet hoeft zich na afloop geen zorgen meer te
maken. Het zal hem en ook vele AFC-ers goed doen te weten
dat een delegatie van het bestuur van Elinkwijk afgelopen
zondagavond bij ons in de sociëteit op bezoek kwambij wel
ke gelegenheid wederzijdse gelukwensen konden worden
uitgewisseld!
h
DON'T WORRY, BE HAPPY!
Hij liep aan de andere kant van het hek, op het veld dus, en
taxeerde de hoogte van het rasterwerk. Kon zijn been erover
heen of niet? Bedachtzaam schatte hij de situatie in en
besloot toch tot een omweg. Via de hoofdtribune streek hij
even later neer op de aanpalende zonovergoten onoverdek
te. Hiertoe diende nog een hindernis genomen te worden, ook
voor dit objekt was enige gymnastische arbeid vereist. Dit
keer leverde het geen problemen op, vlot wrong hij zich door
de niet al te grote opening en liet zich neertussen enkele oude
getrouwen.
Veel plaats was er niet meer op de tribunes, vandaar waar
schijnlijk zijn zorgeloze selektie. Bevond hij zich niet immer
temidden van hoogwaardigheidsbekleders; mensen, die in
de loop der jaren een reputatie hadden opgebouwd in hun
kennis van het spel. Zijn verschijning wekte dus enige ver
wondering, die toenam na zijn openingszin: "Ik ben helemaal
niet zenuwachtig, echt waar niet".
In vrij korte tijd herhaalde hij deze zin drie keer, zodat wij el
kaar aankeken.
"Je hoeft ook helemaal niet zenuwachtig te zijn, Henk", werd
er kalmerend gezegd. "We hebben nog een na-competitie, er
zijn nog meer mogelijkheden. Trouwens, de wereld vergaat
niet, een club als de onze moet tegen een stootje kunnen".
De opmerking ging langs hem heen, een angstaanjagend ge
fluit ontglipte hem toen Dick Koenen uitviel.
"Ik moet niet zenuwachtig worden, ik moet kalm blijven",
mompelde hij toen ook Polletje Houtkamp de zijlijn opzocht.
"Je hebt gelijk, de wereld vergaat niet maar ze mogen nu al
leen maar uitvallen wanneer ze beide benen hebben gebro
ken", en voor de zoveelste keer schalde zijn stem over het
veld. Boven alles uit, tot in de verste hoek hoorbaar.
"Ze hebben een direkte lijn naar Utrecht", liet hij in de rust
weten, "van auto naar auto. Roy zit bij Elinkwijk, ik moet even
weg", en hij wrong zich andermaal door de afscheiding.
We keken elkaar aan, glimlachend, waarna een van ons zei:
"Ik heb al drie sigaren van hem gehad, dat is meer dan in een
heel seizoen". "Ik denk ook niet dat ie zenuwachtig is", liet
een ander weten. "Hij is doodnerveus, dat is heel wat an
ders."
De bal rolde weer, in Utrecht was het 0-0, er diende zich enige
speculaties aan.
"Stl voor, Henk, Elinkwijk verliest met een nulletje of drie, dan
mag dit op 0-0 blijven staan. Is dat geen prettig vooruitzicht?"
Hij hoorde het niet, de aanmoedigingsfrekwentie werd opge
voerd. Slechts onze 'dijkers', traditiegetrouw te vinden bij het
vijandelijk doel, konden er af en toe boven uitkomen.
In het lawaai dat ontstond toen Maikevan Eijk de bal eindelijk
in het net deponeerde, na een offensief dat ontstond direkt na
de hervatting, ging zijn stem ten lange leste verloren; hier was
geen kruid tegen gewassen. Het aftellen begon, elke goede
handeling aan onze kant werd verbaal beloonfd, elke misser
en dat waren er gelukkig niet veel, werd overeenkomstig be
oordeeld.
Vlak voor het einde, hij was reeds zeker van de overwinning,
haastte hij zich op weg naar de kleedkamer om van zijn
respekt te gaan getuigen. De manier waarop hij dit keer het
hek nam deed een UVS-dame achter ons opmerken: "U lijkt
wel drieentwintig, meneer!".
"Doe er maar zestig bij", sprak onze ere-voorzitter, die met
een nieuwe sigaar in de mond ons vrolijk nawuifde.
CHARLIE
9