een bekend Jordaans viscafé (ondanks de dan mede aan
wezige dames) in conclave bijeen te komen om de datum
voor de volgende visdag vast te stellen. Besproken wordt
dan mede de inhoud van een visclublied, waarvan alleen de
titel 'Zorg, dat je erbij komt....' bekend is.
SJAKKI
DE GOUDEN BALLEN
Van heinde en verre waren ze weer komen opdraven. Van
heinde o.a. Cees den Braven en van verre o.a. Co Onsman.
En het 'ouwe' stel legde nog redelijke patronen op de mat
ook. Wat zeggen we van een uitslag 4-4 tegen ons eerste?
En toen begon het eigenlijke feest. De tafel werd van
zelfsprekend grote eer bewezen: natuurlijk ontbraken de
sprekers niet. Kees Gehring richtte zich speciaal, namens
het bestuur, tot Doby Peters en Wim Lenglet. Ko Grosze
Nipper behandelde de acht jaar, dat hij met Doby had sa
mengewerkt. De afscheidsspeech van Wim Lenglet behoeft
geen woorden van uw scribent. Doby zelf had cadeau's bij
zich voor Sal van Gelder, Tonny Disselkoen en Ko Grosze
Nipper. Overigens ging Doby ook niet met lege handen naar
huis. Van de spelers kreeg hij een workmate en van AFC
een klok.
Kortom, men was blij het feest weer op AFC te kunnen hou
den. Eenieder ging tevreden en zeer laat naar huis met de
gedachte: volgend jaar weer.
JAN TJALLING
INKTSPOT NR 7
Alle goede dingen bestaan uit zeven. Zo ook deze mini-
reeks over vrouwen, die een stempel drukten op de club.
Natuurlijk mogen alle Pieternellen niet vergeten worden. Zij
waren allen nadrukkelijk aanwezig op iedere eerste januari.
Of Ali Rood, die in 1932 zulke goede liedjes zong in het
AFC-cabaret, waarin Willy Brusse de conférencier was. En
denk aan Wil Brokman, die verscheidene jaren een waar
jeugdhonk runde op de woensdagmiddagen! Ga er maar
eens aan staan! Een horde uitgelaten jongetjes in de achter
zaal bezighouden. Met een ingebakken optismisme lukte
haar dat iedere week weer. Maar AFC is ook nog de moeder
van drie dochters en dochter ACC had twee vrouwen in haar
midden, die ook niet bepaald als muurbloempjes door het
leven gingen.
In het jaarverslag van ACC uit 1931 staat al, dat velen bij Nel
Sabelson in de leer kunnen gaan, wat goed scoren betreft.
Wel, die lessen gaf ze dan ook. Toen Puck Kappelhoff voor
de eerste keer op ACC kwam en aan Nel werd voorgesteld,
confiskeerde Nel haar direct om te scoren. De arme Puck
wist zich geen raad, kreeg geen kans om zich te drukken en
leer de het scoren voortreffelijk. Nel bracht met een enorme
stuwkracht het damescricket van de grond. Op 16 mei 1932
had ze reeds 20 dames bij elkaar voor de oprichting van de
club. En trainen! De 20 leden kwamen om 6 uur met het
broodtrommeltje aanhollen uit hun werk. Dat gezamenlijke
eten schiep een band en als de trainer, Jaap Suyver, op het
veld verscheen, stond daar een mentaal hecht elftal.
Toen in 1934 de Nederlandse Dames Cricket Bond werd op
gericht was Nel voorzitter. In het eerste jaarverslag boog zij
zich met scherpe opmerkingen over het kledingprobleem:
rok of pantalon. Twee dingen kon zij toen nog niet bevroe
den. Ten eerste dat zij 19 jaar zou voorzitten en ten tweede
dat bij haar afscheid in 1953 de rok/broek-discussie nog
lang niet over was.
In 1974 was Nel 50 jaar ACC-lid en dat werd groots gevierd
met een speciaal cricketcabaret.
Het leven had voor haar niet alleen feesten in petto. Het ver
lies van haar enige zoon, Bubi, was een regelrecht drama.
Met haar sterke geest hervond ze echter de vriendelijkheid
en de glimlach, waarmee zij de wereld tegemoet trad. Met
de schenking van de Nel Sabelsonbeker gaf ze méér aan
het damescricket dan een stuk gevormd metaal: ze gaf haar
stempel door!
De tweede sterke vrouw was Zus Suyver.
Zus kwam in ACC door haar man, Jaap. Toen Jaap in 1965
overleed, was hij penningmeester van de club. Zus bood
spontaan aan om de taak over te nemen. Bij andere
bestuursfuncties is er misschien nog wel eens iets te dele
geren, maar als meester van de penningen ligt dat anders.
Wel, Zus bewaakte de kas als een Cerberus. Zeventien jaar
bleef zij op die post. De bezoeken van de kascommissie
werden omlijst door een etentje bij haar thuis. Een bestuurs
vergadering zonder eigengebakken boterkoek van Zus was
ondenkbaar.
Als een nijvere bij vloog zij door de club. Pitch inpakken,
broodjes sjouwen, de bar runnen; alles deed ze zeer inten
sief. Het erelidmaatschap in 1977 was dan ook een welver
diende blijk van waardering van de club.
Toen ik in 1975 aan Zus werd voorgesteld, kwam ze erg
streng op mij over. Als ik haar op ACC zag, wenste ik mijzelf
aan de andere kant van het veld. Door toevalligheden leerde
ik haar beter kennen en wat ben ik blij dat ik de kans kreeg
om van mening te veranderen.
Nee, doetjes waren Nel en Zus zeker niet, maar als deze
twee dames in een Franse club hadden gefunctioneerd,
zouden de leden beslist verzuchten: Ah, Coeur et Caractè-
re!
HENNY SOMERS-BLEKEMOLEN
AFC 10
Zo tegen het einde van het voetbalseizoen vraagt heel
sportminnend Nederland zich natuurlijk weer afhoe
heeft AFC 10 het toch gedaan?
Wel, we zullen een ieder meteen uit de droom helpen, het is
geen seizoen geweest van sportieve hoogtepunten. Met 19
punten uit 22 wedstrijden wisten we slechts een 8e plaats op
de ranglijst te behalen. Kennelijk hebben twee kampioen
schappen in de jaren '83 en '84 (al weer zo lang geleden)
ons toch te veel krachten gekost.
Een slechte seizoenstart pas bij de 5e wedstrijd werden
de eerste punten behaald bepaalde al snel onze beschei
den positie op de ranglijst. Tegen de uiteindelijke kampioen
DCG 10 werd weliswaar een verdienstelijk gelijkspel ge
boekt, voor het overige was het puntjes bijeen schrapen.
Toch was het zoals al heel wat jaren gewoon gezellig om
met dit team enkele uurtjes in en naast het veld met elkaar
door te brengen.
Toch is de (serieuze) afspraak gemaakt bij het volgende sei
zoen met een iets betere conditie aan de start te verschij
nen. Of het bij goede voornemens zal blijven?.... wie weet,
gaat het echt gebeuren.
Het volgende seizoen staan er trouwens toch wel enkele
veranderingen voor de (kleedkamer) deur. Zo zullen Nico
Gianotten, Pieter Magielsen en eventueel Hans Tier de
voetbalschoenen aan de bekende wilgen hangen, jammer
maar daar heb je rekening mee te houden.
Ten aanzien van Nico Gianotten toch even een paar aparte
regels: jarenlang onze vertrouwde sluitpost tussen de palen,
z'n bezielende, soms wat bestraffende (maar dan was het
ook wel nodig) commentaar zullen we zeker missen. Jam
mer Nico, van ons had je afscheid (nog) niet gehoeven. Be
dankt Nico voor je sportieve inzet, gelukkig ziet het er naar
uit dat we je bijdrage (met assistentie van Sharon) op onze
jaardiners niet behoeven te missen.
8