A.F.C. Clublied door D.J. BESSEM In Onze goede Amstelstad Is lang geleên geboren Een nietig clubje, echter dat Veel vreugd' en leed ons heeft beschoren. Drie letters slechts telt hare naam, Voor ons meer waard dan woorden, Want A.F.C. haar naam heeft faam Van Oost naar West, van Zuid naar Noorden. Ik heb U lief, mijn A.F.C., Gij telt in aller harten mee; Uw naam is mij een schoon symbool Van goede geest, sportieve jool. Te spelen onder Uw banier Is mij een eer en een plezier; Al wordt ik oud, mijn geest blijft fit, Omdat ik A.F.C. bezit! bis Wij allen dienen onze club Als plichtsgetrouwe mannen, Eens worden wij weer ,,runners-up", Jan Salie wordt voor goed verbannen. Wij allen zweren eeuwig trouw En zullen niet versagen, Want wat ook ooit gebeuren zou, Wij blijven fier ons ROOD-ZWART dragen. Ik heb U lief, mijn A.F.C., Gij telt in aller harten mee; Uw naam is mij een schoon symbool Van goede geest, sportieve jool. Te spelen onder Uw banier Is mij een eer en een plezier; Al wordt ik oud, mijn geest blijft fit, Omdat ik A.F.C. bezit! bis Ruud van de Ruit Voor al uw Onderhouds-, Tegel- en Stukadoorswerk. Speciaal voor Sierpleisters. Telefoon 020 - 42 57 87 TAAK De man keek vanaf het pasje dat hij in de hand hield naar mij en weer terug, hij zei gemelijk: "Die kop van je lijkt wel, dat moet ik toegeven. Waarom laat het apparaat je niet door?". "Ze hebben een fout gemaakt met het ponsen", zei ik. Wat dan?" Hij kantelde het plastic hoesje in zijn hand, niet begrijpend. "De naameen dt in plaats van een d", liet ik vriendelijk weten. Achter me, bij de controle, werd het rumoer heviger. Ik bleek niet de enige te zijn, waarvoor het slagboompje wei gerde open te gaan. Een tiental mensen probeerde steeds opnieuw het pasje in te voeren, scheldend en elkaar verdrin gend. Daarachter werd de rij hoe langer hoe groter, men stond zelfs tot buiten het sportpark. "We zullen dat even moeten checken, jongeman", zei de loketbeambte, hij maakte een halve draai en richtte zich tot iemand die driftig heen en weer liep tussen een batterij ar chiefkasten. Bergsma!" riep hij, "kom effe, ik heb er weer één." Bergsma maakte een afwerend gebaar maar kwam toch na derbij, gehaast snauwde hij: "Wat nu weer?". "Kalm, Bergsmasprak de ander sussend, "loopje niet in de stress, hè. Hier...." hij wees naar mij, "de naam is ver keerd geponst, een dt in plaats van een d, dat is makkelijk na te kijken. De kop deugt, doe hem even tussendoor, wil je?" "Krijg jij het heen en weer met je klussen, moet je kijken wat er achter hem staat, dat is nog erger dan aan de andere kant." Ik keek om me heen, inmiddels stond er zeker vijftig man om het loket, de één keek nog vuiler dan de ander. "Dat moeten vervalsingen zijn," mompelde de loketbeamb te met enige vrees in zijn ogen. "Dat bestaat niet...." en zich weer tot Bergsma richtend: "Doe deze maar effetjes, wil je?" Bergsma begaf zich hoofdschuddend met het pasje in de hand naar de archiefkasten en begon aan een aantal laden te trekken. De grote klok in het vertrek wees 14.22 uur, over acht minuten zou de wedstrijd beginnen. Ik keek weer achterom, het alarmsignaal op de controlepost klonk als een sirene in oorlogstijd, het zwaailicht zorgde voor een spookachtige entourage. Voor de post was een kluwen van mensen, zo te zien was men reeds doende om het slagboompje te ontmantelen. Ogenschijnlijk leek de man voor me rustig, alhoewel hij toch een paar keer om keek. Bergsma trok de ene na de andere lade open, het zweet stond hem op het voorhoofd. Eindelijk was hij klaar, stortte een fiks aantal kaarten voor z'n collega neer en zei, de ademhaling ging fluitend: "Dit zijn ze allemaal, die met een d, meteent en metdt, zoek zelf maar uit. Ik word erqek van." Boven zijn hoofd vloog een ruit aan diggelen, de ontevre denheid had een hoogtepunt bereikt, de wijzer van de klok wees 14.25 uur. In het stadion werden beide elftallen toege- juichd door de gelukkigen die het slagboompje ongehinderd hadden mogen passeren; het gemor nam ongekende vor men aan. "Aha..., ik heb hem! Ja juist, je hebt gelijk, jongeman. Ver keerd geponst, stom. Ik loop effe met je mee, ik heb de sleu tel van het apparaat, weet je." Op hetzelfde moment dat hij naar buiten stapte, werd de slagboom onder een luid: "Een, twee.... hup" uit de grond getild en gulpte de mensenmassa als bij een dijkdoorbraak naar binnen en waaierde uit over de vakken. De man stond met open mond, stomverbaasd, toe te kijken. Ik riep hem tot de werkelijkheid terug en zei meelevend: "U hoeft uw sleuteltje niet meer te gebruiken, uw taak zit erop". CHARLIE 7

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1988 | | pagina 7