BOVENAAN: NICO GIANOTTEN, DENNIS DE WIT
2e RIJ: TOM BLOK, RIK DE BOER, ROB RUIS (GAST)
STAAND: JOOST VELLENGA, GERLOF WIELINGA, JAN V. BROEK
HUIZEN, JAN WILLEM BRONWASSER, WIM V.D. DUIN
KNIELEND: PAUL MAGIELSEN
Boer, midden: Jan Willem Bronwasser, Tom Blok en Dennis
de Wit, voor: Jan van Broekhuizen, Koen den Os, Gerlof
Wielinga en Fred van de Ende. Voor Fred even speciale
aandacht. Door een zware blessure opgelopen in één van
de eerste wedstrijden, moesten wij Fred voor de rest van het
seizoen missen. Fred we hopen je toch echt weer binnen de
lijnen terug te zien.
Met een, naar alle zekerheid, gezellig diner met de dames
zal het seizoen weer afgesloten worden. Velen van ons in af
wachtende spanning over de "snijdende" speeches die Ni
co Gianotten over enkelen van ons zeker weer zal loslaten,
al maken de "awords" er na weer heel veel goed.
En over het komende seizoen zullen we dan wel weer
"vlammen", ach laten we nu dan maar voorzichtig afspre
ken misschien.
RIK DE BOER
INKTSPOT NR 4
Dit lichtje probeert vrouwen uit de schaduw te trekken, die,
o zo belangrijk zijn, om de voorzitter goed voor te laten zit
ten.
Mies Bouman ontlokte aan onze clubgenoot, Leo Horn, een
spontaan "Ja, graag" op haar verzoek om medewerking.
Nu, dat geluk was mij niet beschoren.
De schaduw bevalt de dames eigenlijk wel..
Vanaf 1895 zijn er vele voorzittersvrouwen geweest, maar ik
beperk mij tot de dames, waar ik persoonlijk mee kan pra
ten.
Met een lange staat van dienst komt als eerste Puck Kap-
pelhoff naar voren. Zestien jaar zorgde zij, dat Henk zich
aan de club kon wijden. Nu was Puck zelf een sportieve
meid. Zij speelde in het damescricket-elftal van Nederland
en was later, met Henk samen, kampioen van Nederland ta
feltennis; dus ook op de voetbalsport gooide zij zich met en
thousiasme, toen zij Henk leerde kennen. Trouw stond zij
vanaf haar 18e jaar aan het lijntje. Dat miste zijn uitwerking
niet, want Henk liet rustig Charles Lungen, Jaap en Roel
van Nek, e.a. in de wei wachten als hij langs Puck draafde.
Snel een stap uit het veld, een kusje voor Puck en hup, weer
in de rij. Toen er 3 koters kwamen, zorgde Puck, dat thuis al
les soepel liep. Zij ging niet meer mee naar de wedstrijden,
maar kwam wel met haar kindertjes na afloop bij Miep v.d.
Pijl op het oude clubhuis om samen met Henk daar te eten
en van de gezelligheid te genieten. Natuurlijk gebeurde het
ook regelmatig, dat zij alleen was of met het eten moest
wachten. Ze verzuchtte dan wel, dat het zo lang duurde
voordat de magnetronoven uitgevonden was, maar echt erg
heeft zij het nooit gevonden.
In volgorde van dienstjaren komt dan Mieke van Dijk. Negen
jaren behoorde zij tot het schaduwkabinet van Jan.
In 1959 bracht zij de gezellige, Brabantse, zachte G in AFC.
Ook Mieke ging naar alle uit- en thuiswedstrijden van de
club. En hoewel het geen voorwaarde is van AFC om voor
zitter te worden, kregen Jan en Mieke ook 3 kindertjes en
daar viel de nodige energie aan te spenderen.
In de beginjaren van Jan's voorzitterschap ging zij nog wel
mee, maar hoe groter het grut werd, hoe moeilijker het werd
om ze uit te besteden. Dus zorgde ook Mieke voor het thuis
front.
Het is niet voor iedereen weggelegd om het alleenzijn pret
tig te vinden (want kleine kinderen gaan vroeg naar bed,
nietwaar?) en Mieke stak haar blijdschap dan ook niet onder
stoelen of banken, toen Jan in 1985 weer meer tijd voor haar
kreeg, leder jaar had voor haar méér dan 365 dagen geteld,
maar haar ingebakken, zuidelijke gemoedelijkheid had ver
draaid veel veerkracht en dat blijkt nu wel. Mieke komt weer
relaxed op AFC, reist de aardkloot over om haar uithuizige
kinderen te bezoeken en is gewoon zichzelf.
Van Brabant gaan we terug naar Amsterdam. Komt Puck uit
Amsterdam-Oost, wel, Conny Hermens komt uit Amsterdam
én het Oosten. Wie kent niet dat kleine vrouwtje, dat 4 jaren
lang als een sierlijke wajangpop de voorzittersperiode van
Dio meebeleefde.
Conny heett vele kwaliteiten, maar de voetbaltechniek is
aan haar voorbijgegaan. Ze is in staat het eerste van AFC
het eigen doel in te loodsen. Daarom bekommerde Con zich
meer om de sociale kant van die AFC-periode. Zij bezocht
iedere zieke AFC-er en kwam als een Florence Nightingale
aan zijn sponde. De zorg liep van kiespijn tot gebroken lede
maten. Op deze manier leerde Con vele mensen kennen,
zonder Dio te storen in het uitoefenen van zijn functie.
Deze kennis kwam heel goed van pas, toen zij gevraagd
werd in de organisatie van het eerste damesjaardiner. Tij
dens het borreluur, op 16 januari 1973 lag zij, in avondtoilet,
in een andere zaal op de grond om de lijsten met tafelinde
lingen alsnog te verbeteren, want zij wist niet precies wie
wel en wie niet naast elkaar konden zitten. Het welslagen
van dat 1 e diner is in feite te danken aan die tijdige ingreep!
In Indië deed Conny een training op in het gastvrouwschap,
waar geen hotelschool tegen op kan. Als officiersvrouw or
ganiseerde zij talloze feestjes en diners, ontving gasten, en
fin, om kort te gaan: In Indië was geen schaap te vinden,
maar zij kwam door de wol geverfd terug en beschouwde de
AFC-dienstjaren als een verlengstuk van het leven, dat zij
gewend was. Vanaf het begin inviteerderi Dio en Con AFC-
ers voor een dineetje (iets, dat nog rustig voortkabbelt).
Haar allereerste diner werd afgesloten met de gebruikelijke
koffie en cognac. De gasten koutten gezellig over AFC in
het algemeen en over AFC-ers in het bijzonder.
11