men (met hun echtgenotes, die niet aan het woord kwamen)
en dat betekende een avondje AFC. Nu was AFC een fre
quent onderwerp van gesprek, dus als zodanig kon er wei
nig verrassends gebeuren. De golven gingen die avond
hoog. Ik had de indruk dat naarmate er meer uit kannen en
kruiken vloeide, er minder in kwam, maar dat kan een verte
kening van de herinnering zijn. Eén ding blijft overeind; punt
van discussie was wat moet AFC zijn, een voetbalclub met
het accent op voetbal of op club? Die discussie paste pre
cies in het prestatievermogen van het eerste elftal in die ja
ren. Het was aan het einde van de periode Charles Lungen,
wiens brille ons in de tweede klasse had gehouden (ik zie
hem nog die vijf doelpunten tegen West Frisia in Enkhuizen
maken) en aan het begin van een nieuwe, sterkere tijd,
waarin het jaarlijkse gemartel om niet te degraderen plaats
maakte voor een kans op promotie. Die discussie leidde tot
niets en ook de ettelijke aanvaringen die daarna kwamen,
hebben nooit een definitie opgeleverd.
Ik kan me niet herinneren dat er ooit zoiets gezegd werd als:
't een èn 't ander is toch mogelijk? Omdat twee scholen van
denken van een accent uitcjfngen, was de een bang dat AFC
van voetbal een altaar zou maken waarop alles zou worden
opgeofferd en de ander dat we zouden wegzakken in de
anonimiteit.
Het is na een halve eeuw erg makkelijk zeggen dat noch het
een, noch het ander is gebeurd. We doen mee aan de top
van het amateurvoetbal en het is nog gezellig ook. Ik wil vol
houden dat dit mede een gevolg is van het feit dat deze twee
zeer uiteenlopende figuren in een beslissende fase in het
bestaan van AFC samen in de leiding van die club zaten en
elk hun 'soort AFC-ers' konden binden zonder onoverkome
lijke tegenstellingen te scheppen. Misschien zijn ze zich dat
nooit bewust geweest, maar dat is niet belangrijk. Twee ar
chitecten zonder blauwdruk hebben hoe dan ook het funda
ment gelegd van een AFC waarin met aanpassingen en ver
nieuwingen, toegespitst op een andere tijd, die denkbeel
den nog steeds herkenbaar zijn. Die 'soorten AC-ers' zijn
gebleven en hebben op hun beurt een jongere generatie
aan die roodzwarte tweeling kunnen binden. Voor de een
een omgeving waarin hij een sportieve prestatie wil leveren,
voor de ander zijn sociale ambiance en gelukkig vloeien ze
vaak ineen.
De fantastische finale van de Nieuwjaarsrevue door de jon
gere en de jongste generatie was precies het ontmoe
tingspunt van die twee verschillende visies die elkaar zo hef
tig bestreden op die avond in 1938.
GEORGE WIJNAND
HET JEUGDVOETBAL BUITEN DE LIJNEN
Staat u ooit wel eens aan de zijlijn bij het jeugdvoetbal?
Moet u eens doen! Om u vast een beetje voor te bereiden,
wat u naast het voetbal nog meer kunt verwachten, leest u
hieronder de 'top 10' op- en aanmerkingen, welke u dan
kunt aanhoren van leider (trainer), ouders en supporters.
"Spelen die bal, niet pingelen!"
"Schop hem onderuit, als hij je weer passeert!"
"Geen risico! Speel maar terug op je keeper!"
Die scheids van vandaag kan er weer helemaal niets
van!"
"Dat die sufferd van een leider (trainer) mijn zoon er
naast durft te zetten!"
"Hé grens, blijf je met je arm omhoog staan of moet ik
hem even omlaag halen!"
"Meeverdedigen, je laatje man alwéér lopen!"
"Mijn zoon uit het tweede is toch veel beter dan het hele
eerste team bij elkaar! Bij een échte trainer stond hij al
lang in het eerste!"
"Naar links die bal! Néé, naar rechts! Néé, alléén!
Schiet! Luister dan ook!"
"Als ze winnen trakteer ik op een flesje! Ja, dan doe ik
een koek erbij! Ja, en ik een Mars!"
Toch wel lastig voor jonge kinderen, wanneer zij èn van hun
leider (trainer) èn van hun ouder(s) èn van supporters totaal
verschillende opdrachten en op- en aanmerkingen te ver
werken krijgen.
"Ja, we leven zo ontzettend mee met onze zoon" is dan het
excuus als hun gevraagd wordt om een beetje rustig te zijn
aan de zijlijn. Vaak zijn de ouders fanatieker dan hun kinde
ren. Maar helaas, het karakter van Pa zit niet in zijn zoon.
De zoon lijkt toch meer op zijn moeder qua karakter. Zoon
lief vindt voetbal gewoon (nog steeds) leuk.
's Avonds thuis aan de eettafel wordt de wedstrijd nog een
keer verbaal overgespeeld èn ondanks zijn vele fouten mag
de zoon gelukkig toch nog verder eten öf blijft hij volgens
zijn vader subjectief gezien gewoon töch nog de beste van
het elftal.
"Misschien had ik je ook beter op Ajax moeten doen", sluit
hij de nabespreking af.
Voetbal blijft een spel. Kinderen vinden het leuk om te spe
len. Om het spel te leiden hebben we een scheidsrechter
binnen de lijnen en een leider/trainer buiten de lijnen.
Laten anderen gewoon genieten van het jeugdvoetbal, dan
blijft het misschien genieten!
HENNY KOTTMANN
TWEE KEER VIER IS ACHT
Zo moest ons 8e elftal vorig jaar spelen, meer spelers kwa
men meestal niet.
Het 10e is door ons gedegradeerd, wat erg jammer was,
want zij stonden goed op de ranglijst. Dit jaar spelen we met
enige spelers uit het 8e van vorig jaar, aangevuld met spe
lers uit andere elftallen. In het totaal een selectie van 14
voetballers, wat natuurlijk niet gek is.
Rooskleurig was de start zeker niet; verliezen met uitslagen
van 9-0, 8-0 en 6-0. We moesten leren elkaar in het veld te
begrijpen. De eerste gewonnen wedstrijd, tegen Arsenal
met 6-4, gaf ons hoop. En zie, de wonderen zijn de wereld
niet uit, we hebben nu 8 punten behaald uit de laatste 4
wedstrijden. Die punten kregen we niet door zwakke tegen
standers, maar door een goede teamgeest. Elke speler is
bereid zich ten volste in te zetten op iedere vierkante meter
van het voetbalveld.
Een aardig moment in de wedstrijd is altijd onze linksbuiten
(Rob de Wit) wanneer die een bal aangespeeld krijgt. Op
zo'n moment is hij niet meer te stuiten, passeert vele tegen
standers en gaat pijlsnel richting doel. Zó snel dat we blij zijn
dat er naast het doel geen muur staat.
Ook beschikken we over een (Houtman) die, aangespeeld
dooreen (Vanenburg), altijd succesvol is. Eigenlijk zou iede
re speler kunnen vergeleken worden met een bekende prof.
Ik denk dat er heel wat goede spelers rondlopen in ons elf
tal, zodat we AFC dankbaar mogen zijn, dat deze jongens
niet in de A-selectie spelen.
Nog even een complimentje voor onze vaste lijnmedewer-
ker, die ons, weer of geen weer, met raad en daad terzijde
staat. Je zou hem kunnen vergelijken met een
(Beenhakker), alleen met dit verschil, dat die echt verstand
van voetballen heeft.
ik ben er van overtuigd dat onze jongens zullen vechten
voor het kampioenschap. We hebben een kans om dat te
bereiken.
9