REGELS
Het begon in de Middeleeuwen, op straat. Of wat voor
straat door mocht gaan. Met de hak trok men een lijn door
het zand, de huizen aan weerskanten waren de zijlijnen, dat
was het veld. Ongeveer in het midden van de 'straat' lag een
varkensblaas te wachten op de eerste aanraking. Via een
hoorn of simpel door een schreeuw werd het spel begonnen,
massaal storten jong en oud zich op de blaas om deze bij de
ander over de lijn te brengen.
Dat was het begin.
Van iets meer organisatie in het spel is pas sprake wanneer
we in 1840 terecht zijn gekomen. Het waren de bandeloze
knapen (zoals Pierre Heijboer het zo fraai beschrijft in
'Kampioenen en Krukken in Kniebroek') op de Engelse
kostscholen, die een mateloze hartstocht betoonden voor
het op die tijd verboden voetbalspel. Enige direkteuren
kwamen op het idee om van de nood een deugd te maken
en de jongeren te laten uitrazen op de grasvelden van het
schoolterrein in de hoop dat ze geen energie meer over
zouden houden voor nö gevaarlijker dingen. Wat dat laatste
betreft die hoop bleek ijdel, maar belangrijk was dat die
kostschooldirekteuren de basis legden voor wat een wereld-
sport zou worden: voetbal, en voor nog een sport, rugby,
die zelfs zijn naam ontleende aan één van die kostscholen.
Een minimum aan regels werd ingevoerd. Alleen, op elke
school bedacht men andere. Zo was in Eton het doel 11
voet breed en in Harrow 150 voet. En op de meeste scholen
werd na elk doelpunt van speelhelft gewisseld; alleen in
Eton deden ze dat maar één keer; op de helft van de wed
strijd. Ook de voorschriften over het beroeren van de bal
met de hand liepen nogal uiteen en hetzelfde kon gezegd
worden van de afmetingen van het veld en het aantal spe
lers. Bovendien had men overal andere manieren gevonden
om buitenspel-situaties te voorkomen.
Nu gaf dat allemaal niets, zolang de jongelui op hun eigen
school hun eigen spel speelden. Maar wanneer ze na de kost
school naar de universiteit gingen en daar verder wilden
voetballen, ontstonden er problemen. Want volgens welke
regels moest dit nu gebeuren?
Rond 1860 begonnen de regels die uit Uppingham stamden
algemeen ingang te vinden. Ze hielden onder meer in, dat
er alleen geschopt mocht worden naar de bal (en niet naar
de benen van de tegenstander, wat op de meeste kostscho
len wél mocht) en dat de handen alleen gebruikt mochten
worden om de bal te stoppen. Iemand met lichamelijk ge
weld van de bal zetten was toegestaan, en zou in Engeland
nog lang toegestaan blijven.
Dat bleef zo, tot in de jaren 1878 en 1879 een heel ander
speltype werd ontwikkeld. Dat gebeurde niet in Engeland,
maar in Schotland. Schotse clubs die in het zuiden uitkwa
men, bleken plotseling het dribbelen te hebben afgezworen.
Had één van hun spelers de bal, dan ging hij er niet mee aan
de haal, zoals te doen gebruikelijk, maar plaatste hem tot
verbijstering van het Engelse publiek naar één van zijn
medespelers. Dat die meestal dichter bij het vijandelijke
doel stond, en dus een betere scoringskans had, werd de
kijkers al gauw duidelijk en ook dat de Schotten met hun
nieuwe speelwijze de meeste tegenstanders eenvoudig van
het veld speelden.
Uiteraard werd het voetbalspel al gauw naar het buitenland
geëxporteerd. Al in 1889 werd buiten Engeland de eerste
voetbalbond opgericht. Dat was in Nederland (I), waar de
sport gepropageerd werd door één van die sportfenomenen,
die maar eens in de zoveel jaar geboren worden. Dat feno
meen heette Pim Muiier. Hij was veertien toen hij van een
vakantie in Engeland een leren voetbal mee naar huis
bracht, en één jaar ouder toen hij een brief schreef aan het
gemeentebestuur van zijn woonplaats Haarlem. Hij vroeg
daarin om een speelveld voor de door hem opgerichte 'Haar
lemse Football Club'. En zowaar: hij kreeg zijn veld. Dat
er drie stevige bomen op stonden vonden de voetballers van
HFC geen bezwaar; ze gebruikten ze om de bal, al carambo
lerend, langs hun tegenstanders te krijgen.
De spelregels werden overgenomen van Engeland, vandaar
dat we het hebben over penalty, off-side, free-kick, corner
etc. Veel is er niet gewijzigd, hetgeen een kompliment mag
betekenen voor de opstellers. Maar voldoen ze nog aan de
zucht tot spektakel van de voetbalfan anno 1985? Op ge
regelde tijden worden voorstellen ingediend ter vereenvou
diging c.q. verbetering, even zoveel keren verdwijnen die
in een stoffig mapje. Men neemt er kennis van, een enkele
keer wordt er geëxperimenteerd om vervolgens over te gaan
tot de orde van de dag. Alles blijft bij het oude, bij de regels
van de vorige eeuw.
"Frappez, frappez toujours" zeggen de Fransen, oftewel
(vrij vertaald) doorgaan tot het bittere einde. Onder dit
motto volgen onderstaand een paar suggesties, eigenlijk
voor de hand liggend, die het spel aantrekkelijker maar
vooral ook veiliger kunnen maken.
1Er is een verschil tussen de sportman van 1985 en die
van 1885. Gemakkelijk moet de eerste twee keer 1 uur
speeltijd, onderbroken door een kwartier rust, vol kun
nen maken. Het dient echter aangepast te worden aan
de leeftijd, vandaar de volgende onderverdeling:
vanaf 16 jaar 2 x 60 minuten
van 12 tot 16 jaar 2 x 45 minuten
tot 12 jaar 2 x 35 minuten
2. Het aantal wisselspelers kan met het oog hierop uitge
breid worden tot drie.
3. Ingooien is in strijd met VOETbal, de bal dient niet
meer te worden gegooid maar geschopt.
4. Men staat alleen dan buitenspel, wanneer men zich in
het strafschopgebied van de tegenstander bevindt met
alleen de keeper voor zich.
5. Voor elke overtreding op eigen helft een strafschop,
maar niet vanaf 11 meter (komt te vervallen) maar van
af de rand van het strafschopgebied. De extra tijd die
dit eventueel vergt wordt mede opgevangen door de ver
lenging van de speeltijd.
Bij een herhaalde overtreding van één speler uitsluiting
met een kwartier, door te brengen op een strafbank die
voor iedereen op en om het veld duidelijk zichtbaar is.
Bij ernstige overtreding uitsluiting voor de verdere duur
van de wedstrijd. Kaarten zijn niet meer nodig!
Onnodig terugspelen op de keeper (vertragen) bestraf
fen met een inschop, te nemen vanaf het punt waar de
bal werd teruggespeeld. Bij voorkeur aan te geven door
de grensrechter.
Zomaar een handvol mogelijkheden, die veel ellende kun
nen voorkomen.
Geen gigantisch drukke middenlijn meer waar twintig spe
lers elkaar buitenspel proberen te zetten; geen onwillige
muurtjes meer op 9.15 m; geen strafzaken meer. Wél zal
het gehele veld weer gebruikt worden om het spel te spe
len, wél zal men de tegenstander ontzien omdat anders de
trap vanaf twintig meter dreigt, wél zal elke uitbal gevaar
voor het doel opleveren.
Een handvol, het kan aangevuld worden, ledereen die het
spel ter harte gaat kan er zijn gedachten over laten gaan.
Dat gebeurt kennelijk niet in het land van herkomst, de
bakermat, Engeland. Een land dat zweert bij traditie. Het
zal wel tot in de 21ste eeuw duren voordat het mapje weer
eens boven tafel komt. Het is niet eens ondenkbaar dat je in
datzelfde laatje een verschrompelde varkensblaas tegen
komt. Charlie
2