INTERNATIONAAL (2) Vraag 1welke opleiding heb je genoten? Na de lagere school en Mulo heb ik de Pedagogische Acade mie met succes doorlopen. Daarna heb ik mede door mijn ficfde voor de sport in het algemeen gekozen voor een ver dere opleiding als Gym-leraar. Vraag 2: in welke clubs heb je als betaald-(semi-prof) voet baller gespeeld? Achtereenvolgens: EDO met als trainers Blokland, Kovacs, Smit RCH met als trainer Lesley Talbot Haarlem met als trainers Kick Smit en Barry Hughes. Vraag 3: in welke clubs heb je als honkballer gespeeld? Achtereenvolgens: EDO na de fusie tussen EDO en EHS tot de Haarlem Nicols ben ik gegaan naar: ABC bij ABC heb ik mijn honkballoopbaan ook afgesloten. Vraag 4in welke vertegenwoordigende teams heb je ge speeld als voetballer en als honkballer? Als voetballer: a. het Nederlands Jeugd-elftal, b. het Haar lems-elftal. Als honkballer: a. het Amsterdams-team, b. het Nederlands team (3x Europees-kampioen). Vraag 5: welke sporten hebben naast voetbal en honkbal je aandacht? Door mijn maatschappelijke funktie als docent lichamelijke opvoeding en de liefde voor de sport in het algemeen heb ik uiteraard veel belangstelling voor de atletiek. Daarnaast kan ik noemen: surven, tennis, schaken, skieën en je zult het niet geloven: boksen. Dat heb ik vroeger veel gedaan, nu ga ik alleen nog wel eens kijken. Vraag 6: welke andere hobbies kun je noemen? Door mijn individuele instelling houd ik van: 1. filmen, 2. langs het strand lopen, 3. tuinieren, 4. muziek beluisteren. Vraag 7: bij welke clubs heb je gewerkt als trainer/coach? Koninklijke HFC 4 jaar KNVB-Jeugdplan Ned. 3 jaar EDO -7 jaar AFC thans derde seizoen Vraag 8: hoe vind je AFC als voetbalclub om in te werken? Deze vraag zou ik willen beantwoorden door de negatieve en positieve aspekten duidelijk te onderscheiden: Negatieve aspekten: a. Over het algemeen heeft de AFC-er te weinig zelfkritiek. Waarschijnlijk speelt het milieu daarin een belangrijke rol. b. Het stroeve acceptatie-vermogen jegens een nieuw lid, die niet opgeleid is in AFC. c. De wedstrijd-trainings-mentaliteit komt vaak niet over een met z'n maatschappelijk gedrag (zie punt a.), dat vol zelfvertrouwen is. d. De trainings-mogelijkheden (gravel trainings-veld) zijn onvoldoende. Positieve aspekten: Deze overheersen in grote mate: a. Bovenal is AFC een vriendenclub. b. De bereidheid om te trainen is groots. c. De liefde van de leden voor ons vlaggeschip is onover troffen. Men zal ALLES in het werk stellen de groep op timaal te laten presteren. (Bestuur - Zilveren Ploeg - De club achter het vijandelijke doel - Bussen van de Jeugd - leden, etc. etc.). d. De presentatie van de club naar buiten acht ik professio neel. e. De tradities staan hoog in het vaandel en dragen ertoe bij dat een AFC-er, een AFC-er blijft en sporadisch zal ver trekken. f. Instituten als: 1het Jaardiner 2. geen betalingen aan spelers 3. verjaardags-kaarten voor de jeugd 4. bridge- en kaartavonden 5. de feestavonden - mosselmaaltijden 6. de sixes op 1 januari 7. de kontakt-avonden met de ouders van de jeugdleden en nog zo veel meer fijne happenings, acht ik als zeer positief in het totale clubleven. g. De kritische instelling bij leidinggevende figuren. "Men laat zich gelukkig niet alles wijsmaken". h. in het algemeen is een AFC-er snel om zijn waardering c.q. afkeuring te laten horen. Concluderend zou ik willen zeggen dat AFC leeft; er is sfeer en ik tref er een goed klimaat aan om als oefenmeester te werken. Niet in de laatste plaats doordat de jeugdleiders voor het nodige, jeugdige talent zorgen. Vraag 9: kun je ons iets vertellen hoe je het vindt om te werken met amateurs die niet "betaald" worden? Ik geloof dat je als trainer of als leider van amateurs zoals wij zijn een groep moet formeren die de juiste instelling heeft. Dat wil zeggen een goede wedstrijd-mentaliteit, een juiste instelling op de trainingen, een dosis humor en sfeer. De nodige aktiviteiten buiten het direkte voetbal om (met of zonder de dames) zijn ook heel belangrijk. Als dat alle maal voor elkaar is, dan geloof ik dat je niet voor betaalde spelers behoeft onder te doen. In een goede sfeer kan een groep zichzelf menigmaal over treffen. Waar sfeer is en blijft wordt gepresteerd. Vraag 10: heb je ooit wel eens getracht je te manifesteren in het betaalde voetbal? Ik heb nooit de drang gehad om me ten koste van alles in het betaalde voetbal te presenteren en zeker niet als assis tent-trainer. Daar ben ik het type niet voor. Afwijzend sta ik er niet tegenover, maar het moet wel in te passen zijn naast mijn beroep als gymnastiek-leraar. Daar zitten de meeste clubs niet op te wachten. Ik heb trouwens wel de nodige aanbiedingen gehad. Vraag 11durf je een prognose te doen voor dit seizoen voor AFC 1 Ik geloof dat AFC in staat moet zijn zich te plaatsen bij de eerste 4 met wellicht een periode-titel of beker-resultaat. Het meedoen aan de Nationale Beker acht ik beter dan een plaats van 2 t/m 8 etc. Slotwoord De antwoorden op de door ondergetekende gestelde vragen spreken voor zichzelf. Doby Peters beschikt over een uiterst scherpe- en nuchtere kijk op het voetbal in het algemeen en op AFC in het bijzonder. Zijn waardering voor ons cluble ven is zonder meer lovend. Zijn kritiek op onze instelling als voetballer is waardevol en in menig opzicht juist. Laten wij er ons voordeel mee doen. Rob Duis Peter van der Heydt, elftalleider van ons vierde elftal en zelf

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1982 | | pagina 2