IN MEMORIE
hem geen kwaad gedaan. Hij leeft tenminste als een vorst
in het Larense.
Leider Bé Dorlas. Op hem en enkele anderen dreef toen de
jeugdafdeling.
Voorzitters
RKAVIC claimt de verdienste, dat ze aan zovele voetbal
clubs de voorzitter hebben geleverd. Zo zijn daar DCG,
Quick Amersfoort, Slotervaart en Vespucci. Ook Dio Her
mens van AFC werd genoemd. Omdat, wie op Ignatius Col
lege zat verplicht was in VIC te spelen, was Dio inderdaad
in de grijze oudheid lid.
Jan Tjalling
Naschrift redaktie:
Het is toch de schuld van de brievenbus, Jan. Je enveloppe
was een verdieping lager terecht gekomen, tussen de zijkant
van de muur en een oude tennisschoen. Voorzieningen, die
dergelijke afzwaaiers in de toekomst moeten vermijden, zijn
reeds getroffen!
AFC - BE QUICK, mei 1919 om het Kampioenschap
van Nederland.
jBörnemann redt. AFC - BE QUICK 4 - 2
De nestor van AFC J.G. (Jo) Börnemann herdacht nog op 21 febr. j.l. zijn 86ste verjaardag en dan opeens op zondag 2
maart was hij er niet meerRustig ingeslapen op zijn kamer in het Maarten Lutherhuis in Amsterdam-West,
waar hij de laatste tien jaar van zijn bewogen leven wel wat eenzaam van een prima verzorging heeft kunnen genie
ten. Het Sportpark Goed Genoeg kon hij sinds zijn verhuizing uit de Wielingerstraat moeilijk meer bereiken, maar mid
dels de AFC-Schakel volgde hij nauw gezet het AFC gebeuren van week tot week.
In de jaren 1917 - 1918 en 1918 - 1919 vierde Jo als keeper van AFC 1 zijn grote triomfen in de wedstrijden om het
kampioenschap van Nederland tegen Ajax, Go Ahead, Be Quick (Groningen), Willem 2 en NAC.
Ajax veroverde toen ook al beide keren het kampioenschap van Nederland, maar AFC had de beste keeper, die zeer po
pulair was bij het "grote" publiek in Amsterdam. Hij was zo staat het in de historie van AFC beschreven: een "beau
garcon", altijd tot in de puntjes verzorgd, prachtige stijl en een ras-echte amateur. Hij werd door iedereen "Borrie" ge
noemd en "Borrie" was zo'n barre amateur dat deze sportsman de gouden manchetknopen, die de spelers van het eer
ste elftal bij het kampioenschap in 1918 tien jaar in zijn la heeft laten liggen want hij vond dat cadeau véél te duur voor
een amateur.
In die jaren was hij ook min of meer de vaste doelverdediger van het Zwaluwenelftal in de eerste wedstrijd van het Ne
derlandse Elftal na de 1e wereldoorlog stond Jo op de nominatie om Göbel te gaan vervangen, maar de toenmalige offi
cials van de voetbalbond gaven hem wel het advies toch wat serieuzer te gaan leven en te gaan trainen. Er werd in die
jaren wel wat getraind, maar dat was toch niet wat heden ten dage onder trainen wordt verstaan. Amsterdam was voor
de jonge knullen, die een paar flinke stuivers verdienden, toen zo gevaarlijk gezellig en dan werd de voebtaltraining wei
eens vergeten. Het enthousiasme was het wapen dat toch kennelijk gebrek aan conditie moest compenseren.
Ik geloof zo heeft Jo Börnemann eens gezegd iedere generatie beleeft haar genoegen op haar eigen wijze, maar de
buitengewoon prettige jeud, die ik bij AFC heb gehad, blijft in mijn herinnering leven. Hij was ook van mening, dat de
huidige voetbaljeugd niet voldoende waardeert wat AFC zoals het nu reilt en zeilt haar biedt.
In 1964 werd hij benoemd tot AFC Ridder in verband met het 50-jarig lidmaatschap.
Ook op het cricketveld heeft Jo in de dertiger jaren een steentje bijgedragen in de successen van ACC.
Zonder de tegenwoordigheid van nabestaanden maar begeleid door vijf vrienden van AFC, ACC en Zilveren Ploeg is
Jo Börnemann op 4 maart j.l. naar zijn laatste rustplaats op de begraafplaats St. Barbara, Amsterdam-Sloterdijk ge
bracht. De klok in het kerkje op de begraafplaats heeft extra lang geluid. Hij ruste in vrede.
v. R.
3