MIXED PICKLES Ingelegd door Pim Adriaansz en George YVijnand Vak Staatssecretaris Wallis de Vries heeft gezegd, dat hij de sanering van het betaalde voetbal zal door zetten. Ook de stuurgroep heeft zijn mening op tafel gelegd. Allemaal doortastende woorden. Maar w2t moet er eigenlijk gesaneerd worden? Er gaat geen week voorbij of bij een heleboel wedstrijden gaat het betalende publiek morrend huiswaarts. Wij hebben Jack van Gelder zijn gram horen spuien over Hilversum III, waarvoor hij gedoemd was AZ - Den Haag te moeten verslaan. Wij hebben gelezen over Go Ahead - Ajax, Telstar - PSV en Amsterdam - Den Haag. Al grauwheid, wat de klok sloeg. O ja, wij zien wel eens een aardige wedstrijd, maar de kans daar op is veel te klein. Daarom blijft het publiek weg. Niet 'het' betaalde voetbal moet gesaneerd worden, maar de mentaliteit van de spelers en van de tot beroemdheden gebombardeerde coaches. Het imkrimpen van het aantal betalende clubs is een klassiek voorbeeld van 'kurieren am Symptom'. Als het produkt niet deugd, heeft het geen zin er minder van in omloop te brengen. Dat er gemeentelijke overheden zijn, die het gepruts meefinancieren onder het motto van de 'pas sieve recreatie' is zo. langzamerhand een oneigenlijk gebruik van belastinggeld geworden. Wat ze in feite in stand houden is actieve ergernis. De Spartaan Dat in het amateurvoetbal ook onthutsende uitglijers mogelijk zijn is bij De Spartaan bewezen. Negen spelers weigerden voor het eerste elftal te spelen omdat het jaarlijkse reisje door het bestuur werd afgelast. De vernielingen in het clubhuis en het op handen zijnde jubileum kostten zoveel geld, dat men wel andere zorgen had dan een reisje voor het eerste elftal, ook al hadden de spelers mee- gespaard. Het bestuur had op zich gelijk, maar waarschijnlijk was meer taktische voorbereiding op haar plaats geweest. Maar dan nóg! Wat zijn dat voor clubleden, die hun club zó in de steek laten? Die hun elftal in acuut degradatiegevaar brengen alleen omdat het reisje niet doorgaat Toch zit er nog een andere kant aan die zaak. In elke vereniging gaat de belanstelling van de leden het sterkst uit naar de prestaties van het eerste elftal, het 'visitekaartje van de club'. Maar je moet oppassen, dat je die uitverkiezing niet zó gaat overdrijven, dat er een situatie ont staat, waardoor het eerste elftal een staat in de staat wordt. Een staat, die haar eigen regels stelt. Die regels kunnen op een kwade dag in strijd komen met de belangen van de club als geheel. Moge het in AFC zó blijven ,dat wij allemaal in de eerste plaats AFC-ers zijn, waarvan de één beter voetbalt dan de ander en daarom in het eerste speelt. De woorden uit ons clublied 'wij allen dienen onze club' klinken in 1978 een beetje theatraal. Maar het is nog steeds een solide basis om de vereniging als eenheid te laten functioneren. Daarom hebben wij er allemaal plezier in. Al j£ren. Idee Dat hangen aan de bar lijkt niet zo nuttig, maar dat is schijn. Daar worden (soms) ideeën geboren. Zoals laatst. De Berenburger zorgvuldig in evenwicht houdend, spraken wij met Louis Rieder, Ar nold Bos en Karei Stuivenberg over AFC. Nu is het niet zo'n bijzonder idee om over AFC te praten. Dat schijnt in de beste kringen voor te komen. Wij spraken meer in detail over wat er in dat kluppie in de loop der vele jaren nog méér is dan voetballen. Zoals het werk van het mobilisatiecomité in 1939-1940, de Commissie NN, die er in de hongerwin ter van 1944-1945 voor zorgde, dat AFC-ers, die in moeilijke omstandigheden waren gekomen, ge holpen werden met voedsel. Dat voedsel werd gekocht met geld dat door clubleden werd gegeven, die het nog redelijk hadden. Wij spraken over de hulp aan Joodse leden. Wij spraken over de Commissie Indië, die na de oorlog de zeventien AFC-ers, die voor militaire dienst in Indonesië waren, brieven en pakketten stuurde. En die bij hun thuiskomst een boek kregen: 'Amsterdam, paradijs der herinnering', aangeboden door de Commissie Indië. Ook daarna was de club er altijd als er droevige of moeilijke persoonlijke omstandigheden waren. Louis Rieder, die dat niet zo precies wist, begon toen te begrijpen waarom oer-AFC-ers van boven de vijftig zo'n sterke band hebben met die club. Waarom ze uit alle hoeken van het land, van Europa, of zelfs uit andere werelddelen komen aangedraafd voor de Zilveren Ploeg of het Jaardiner. Omdat wij zulke grote voetvalsuccessen hebben behaald Nee, omdat de club er letterlijk was 'in voor- en tegenspoed'. Die band met de club is dus geen sentimentele nostalgie van ouwe zakken. 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1978 | | pagina 5