-3- pIE A,F.C.-LUITJES, MET DIE ROOIE TRUITJES AI mag dat dan meer dan een halve eeuw geleden zijn, toch herinner ik mij als de dag van \andaag dat glorieuse moment, dat ik mijn eerste A. F. C. -tenue ten geschenke kreeg. Dat vurige rode shirt met die aparte zwarteband, en toen nog, rood-zwart gestreepte kousen, de zwarte broek en de kiksies. Kiksies met een stalen neus en leren noppen met flinke spijkers vastgenageld in de zool. Dat alles netjes opgevouwen in een soort biezen mandje. Mozes zou er jaloers op zijn geweest. Maar Mozes dreef in het water, A.F. C. nietWat ik u verzoek niet met alcohol te associeeren. En u zult het toch met mij eens zijn, wat een zalig, verwarmend gezicht is het, mogelijk wat "clubgek" gevoeld, en speciaal bij uitwedstrijden, wanneer onze jongens in dat knalrode shirt komen opdraven. Dan denk je trots: "Kijk, dit zijn nu önze jongens. Dèt is nu mijn club. D&t is nu A. F. C. En je voelt gewoon, dat er in de gemoederen van alles en iedereen, dat tegenpartij is, een lichte siddering van vrees gaat. Wat beroert ze? De rode duivels? Het rode gevaar? Het bloed van de paal Alhoewel ik A. F. C. nog nooit van die gruwelijke gedachte heb verdacht, laat staan dat heb ondervonden. Maar ze denken dat toch maarDat rooie. Die kleur, die stieren (walgelijke vertoningzo wild maakt. Maar goed. Het zijn onze clubkleuren. Ons tenue. Want we kunnen heus wel meegaan met moderne opvattingen en aanpak, net zoals we ervan overtuigd zijn, dat een begeleiding, die uit is op het behoud van onze voetbalstatus (hoofdklasse immers), deze zaken, alhoewel volkomen amateuristisch, wat betaling in geld of goederen of anderszins ook betreft, töch professioneel aanvat, dat alles mag nooit ten koste gaan van traditie en originele opzet van onze vereniging. Ik hoop écht, dat u mij niet misverstaat. Doch, als onze jongens, geheel onnodig verschijnen in een groene kledij, terwijl de tegenpartij (Unitas) in rode broek en wit shirt speelt, dan schemert het mij als A.F.C.-er groen en geel voor de ogen. Dit is mij een doorn in het oog. Natuurlijk is er in A.F.C. ook wel "iets" veranderd en daardoor soms wat kromgebogen. Daar staan we niet alleen in. Eén ding mogen we nooit vergeten. De historie (en bijbehorende tradities) mogen bij "newcomers", en dat zijn zij, die nog geen 25 of 50 jaar meelopen, mogelijk niet zo bekend en vastgeroest zijn als die bij de "jongens van de oude gang", noch verlangt iemand, dat zij die gegevens en gevoeligheden (leest eens de jubileumboeken) uit hun hoofd leren, wél mogen zij weten, dat al die dingen de oudere leden heilig zijn. En onze "laatste wil" (althans in A.E. C.-verband) luidt duidelijk in die zin. Dat wij het Wilhelmus niet meer zingen, alvorens ons jaardiner te beginnen, daar kun je ver schillend over oordelen. Dat wij niet één minuut stilte in acht nemen voor een wedstrijd na het overlijden van een ere-lid, die o.a. bijkans een halve eeuw ons clubblad heeft gediend is een kwader zaak. Dit noem ik geen achteruitgang meer, maar mentale degradatie. Er zijn wel meer dingen, doch zwijgen is goud. Ik schrijf hier genoeg, en die ore heeft om te horen, die hore. Van wie behoort A.F.C. Niet van mijniet van u. En het is natuurlijk prachtig, dat vele newcomers een bepaald viooltje in dat volledige orkest willen (en mogen) spelen. Doch het voltallige orkest speelt de uitvoering. En er is altijd een dirigent en er zijn altijd concertmeesters. En je kunt de "negende van Beet hoven" niet veranderen. Mogelijk nog wel "HET" negende van A.F.C.maar meer niet. En ik zou al die vaders, die met zuidvruchten, waterzakken en luide aanwijzingen langs de lijn lopen, omdat (meestal) hun zoontje in het elftal is opgesteld, de goede raad willen geven, zich méér in het eigenlijke wezen van de club te verdiepen, dan in het oh zo vaderlijke meeleven met dat zoontje. Een zoontje, dat in die grote kring van het gehele A. F. C.-orkest nog maar in de eerste schoentjes van een petieterig klarinetje staat. Er wordt, zonder die vader, töch wel op hem gelet Oh,, ja, en of u niet te veel oliebollen wil eten. J.E.Canmé de Bout-Hachêl BALLEN Zo met de kerstboom voor ons neus denken we onwillekeurig even aan ballen, nauwkeuriger ge specificeerd de Ieders, waarmee gespeeld wordt. Ook dit seizoen werden er reeds vele aan AFC aangeboden. De bal van de volgende gevers werd reeds aan het rollen gebracht door ons eerste elftal en veelal met succes: Architectenbureau Linders, Vukosava Ilic, Edith van Dijk en Jaap van Nek» N.N.Siem de Waal, Euro Beek Oldenburger en de Firma Kruisman. Ook de ballen voor onze komende competitiewedstrijden vonden reeds een goede geverwaarvan de namen op de fraaie door Lex Rimini gemaakte cirkels zullen komen te prijken. Alle goede gevers nogmaals en alvast onze dank. We ontberen echter nog twee ballen voor de nacompetitie. U kunt zich als goede gever laten registreren bij Frank Reddering. Zorg, dat u erbij komt

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1976 | | pagina 3