3 DE HITTIP VAN AFC In de platenwereld zouden ze het een alarmschijf, hitshot of troetelschijf noemen, wij noemen het gewoon de 4e keeper, die dit seizoen het doel van het eerste elftal moet verdedigen. Maar waarom dan al dat hitparade gedoe, zult u vragen? Dat is heel eenvoudig, omdat de man in kwestie, Ron Zehenpfenning, in dit seizoen doorstootte, via 5, naar 4, even in 3, slechts kort bij de kampioenen(?) van 2 en dan ineens (met stip) naar 1. Een zeer ongewone gang van zaken, hetgeen door de op 5 november 1949 in Amsterdam geboren goalie bevestigd wordt, ondanks het feit dat zijn loopbaan gekenmerkt wordt door vreemde situaties; "Ik begon met voetballen bij Aristos (midvoor en linksback), maar ging op een bepaald moment liever handballen bij Niloc, waar ik, via de jeugdteams, als veldspeler in het eerste seniorenteam kwam en waar ik bij afwezigheid van de keeper eens op het doel moest, iets wat ik daar zou blijven doen. Door onderlinge strubbelingen in de handbalvereniging, was de weg naar het voetbal weer geplaveid, maar nu als keeper; "Vespucci was mijn nieuwe club, waar ik via het 3e en 2e, weer in het 3e en opeens in het le elftal belandde. Jammergenoeg brak ook daar bij het onderaan eindigen een minder gezellige periode aan, waardoor ik via kennissen bij Pancratius ging spelen. Via Nol Kuikens kwam de doelverdediger van Pancratius 2 naar A. F. C. waar Ron al snel een tegenslag te verwerken kreeg; "Omdat ik wist, dat Peter van der Valk zou stoppen, meldde ik mij 2 dagen voor het verstrijken van de overschrijvingsperiode als lid aan, nadat de kranten het af scheid van Peter hadden bevestigd. Een dag later meldden zich echter nog twee keepers aan, die beiden (Peter van der Linden en Leo Houben) betaald voetbal hadden gespeeld (bij resp. F. C. Amsterdam en Telstar), waardoor ik terecht naar een lager plan werd verwezen. Door zijn ontzettende doorzettingsvermogen en karakter aan de ene en het minder gelukkige optreden van collega's aan de andere kant, bereikte Zehenpfenning dan toch zijn doel; keeper van het eerste elftal en dat bij een hoofdklasserdie in moei lijkheden verkeert; "De moeilijkheid is, dat je op dit moment in een slecht draaiend elftal komt, dat zich zelf loopt te zoeken, want een goede keeper gaat normaal gesproken een slechte wedstrijd keepen als hij achter een slechte verdediging staat. Ron hoopt, dat niet ook hij_ de dupe wordt van het minder sterk verdedigen van de "Reds", maar dat zijn enthousiasme kan overslaan op het elftal, waarover hij toch wel iets wil zeggen; "Het verbaasde mij, dat er met name op de trainingen zo weinig zelfdiscipline is, maar misschien zal dat, nu er iets moet gebeuren, beter gaan. De met een keurig ringbaardje getooide Zehenpfenning, waardoor hij makkelijk te herkennen is (voor de leden toch leuk om te weten, wie er nu weer in het doel staat) heeft zijn favoriet niet gezocht in een supertechnisch figuur, maar eerder in een bonk karakter: "Ook al heeft hij zijn zwakke momenten, toch blijft Piet Schrijvers mijn voorbeeld, omdat hij zich altijd met hart en ziel (en kracht) inzet, terwijl ik voor de verandering als speler Johan Cruyff het beste vindt. In A. F. C. is Ton (Driekie) Disselkoen mijn favoriet, omdat hij het toch maar presteert 20 doelpunten bij elkaar te schoppen. Het karakter, dat je toch moet hebben als de keeper de bal uit zijn handen laat vallen en er dan op de goede plaats bij te zijn, dat spreekt mij aan. Ton heeft bovendien nog een enorm schot in de benen en is erg geestig en adrem (hij vroeg bijvoorbeeld aan Frank Kramer, de eigenaardige linksbuiten van Telstar, of zijn moeder ook kwaad was geworden op André van Duin, naar aanleiding van diens carnavalshit Willempie), reden waarom ik niet zo happig zou zijn om tegen Ton te moeten spelen. Dat zit er dan ook niet in, want Ron denkt er niet aan A. F. C. vaarwel te zeggen, het bevalt hem veel te goed. Het is te hopen dat de alarmschijf als single kan bijdragen tot een tipelpee als elftal. Jack van Gelder

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1976 | | pagina 3