Onze rechterachterverdediger (rechtsback) Akkerman (dus zonder c) werd enkele keren, al
buitelend, door deze man buiten het veld gezet, waarbij hij bij de laatste keer verwezen aan
de rand van de sloot bleef zitten. Captain Jan van Dijk onderkende onmiddellijk het gevaar (dat
mag ook wel als je aanvoerder bent) en besloot tot een interne wisseling. Hijzelf zou de
verdediging'tegeninstorten behoeden en Akkerman zou bij de gratie van zijn aanwezigheid,
ergens rechts vooraan, toch een tegenstander aan zich blijven binden. Een perfekte oplossing.
Niettemin kreeg ons spel iets krampachtigs, de vloeiende driekhoekjesvanvoorde rust wer
den steeds zeldzamer. Nu herbergt het 12de ook mensen die het lijfelijk kontakt niet schuwen.
Men stelt dat je er in het huidige voetbal niet buiten kunt. Wat b. v, doe je met een doorge
broken tegenstander? Laten lopen, zeggen de zachtmoedigen onder ons. Zij zullen de aarde
beërven, heeft Lucas een tijdje geleden geprofeteerd. Nog is het niet zover. Het aloude in
stinkt tot zelfbehoud (=agressie) zal nog wel een paar duizend jaar doorsudderen. In ieder
geval kwakte tien minuten voor tijd een Ouderkerker tegen de grond. Professioneel gingen
de armpjes de lucht in en omdat de ongelukkige landing plaatsvond in het beruchte gebied,
werd de bal op de 'witte stip' gelegd; 1-0.
Thans naderen we de apotheose.
Hadden we ons voor niets mentaal opgeladen, de nodige toebereidselen gepleegd, de reis
aanvaard om, ter plekke gekomen, tachtig minuten stand te houden?
De laatste reserves werden aangesproken. De achterhoede drukte de middenlinie naar voren
en die op zijn beurt de voorhoede. Inderdaad, zo werd het spel verlegd.
Het vloeide weer, er werd geswitst bij het leven, de druk werd groter en groter, de ver
diende gelijkmaker hing in de grijze lucht. De Grote Tovenaar (Jan Klein) probeerde het;
het Kanon (Jaap Willemse) eleveerde tot dol wordens toe en zelfs de Lamme Vogel (Rein
Akkerman) deed nog een duit in het potje.
Stilte in de zaal s. v. p. nog vier minuten te gaan!
Wie zou de gelukkige worden? De heren voornoemd, mogelijk zelfs een speler uit de derde
lijn? Ze stonden immers al op de helft van hun tegenstanders. Daar komt een lawaaibal
aan, een in paniek weggeschoten bal van C. T. O.
Captain Jan van Dijk maakt zich meester van het leer en stormt op het doel af. Geheel vol
gens het boekje schermt hij de bal af, wie hier nog aan kan komen moet van goede huize
zijn, denkt hij. We zijn het met hem eens, alhoewel sommigen de wenkbrauwen fronsen. Dan
volgt het schot, keihard, onder de lat. Onze doelman tuimelt achterover in het net; 2-0
voor C. T. O.
Zwijgend worden de laatste minuten uitgespeeld, de strijd is gestreden.
Jan in de kleedkamer: 'Is dit niet iets voor de Schakel, Charlie? Zo'n loei moet toch minstens
11 kruiken opbrengen'.
Vermoeide stem uit een hoek: 'Ik had toch liever gehad dat ie er aan de andere kant was in
gevlogen'.
Charlie
De redactie kan er niet omheen. Het eerste te bekronen doelpunt moet een zgn. eigen doel
punt worden. Een leemte in de reglementen bood hiertoe de gelegenheid. Gezien het feit,
dat Charlie de enige inzender was (vindt u het gek?), Jan. van Dijk als bestuurslid niet
gepasseerd kan worden, zijn doelpunt toch wel van enorme klasse getuigt, ziet de jury zich
genoodzaakt de fles kostelijk nat, die zij zo lang in eigen gelederen heeft mogen koesteren,
aan de collectiviteit van het twaalfde (uit) te schenken. Naar een geschikte gelegenheid
wordt uitgekeken.
De revanche-wedstrijd herendubbel, tennis De Jong/ Brand-van Gelder/Reddering lijkt te
ver weg, maar we vinden wel iets anders, Ook in AFC zijn er immers nog slimme mannen.
Redactie
FERME JONGENS, STOERE KNAPEN
Mijn naam is K1, v. d. Bock. Ik ben. thans medewerker aan het Bulletin van A. F C, Het lijkt
wel "Wie van de Drie".
Zo vang ik dit keer aan, want de drukker een offsetdrukker, had mijn ondertekening ver
valst. Eerst dacht ik nog: Het zal toch geen sofsetdrukker zijn. Doch naar ik verneem,
moet de goeie man wel even wennen aan de duizenden namen, die ons bulletin bevat.
Er zijn weer heel stoere daden gepleegd sinds mijn laatste stukje over vernieling. Wat
douches fier omgebogen.Kleedlokalenniet vuil achtergelaten.doch doortastend besmeurd
met alles, wat maar vies is.
Een kolossaal stukje prachtwerk is de modderkluiten tegen het plafond kwakken. Jongens, dat
is een enige sport. En de geplastifiseerde bordjes, waarop het vriendelijk verzoek, dat
alles a. U. b. na te lateri /Haarnnijpr rincr» mpt