In blessuretijd Bar-Talk 1 Griel 51 „Uitstekend", „geweldig", „fantas tisch", „hardstikke leuk", dat waren de reacties na afloop van de musical „In blessuretijd", welke van donderdag 23 t/m zondag 26 januari in ons eigen „Goed Genoeg"-theater te horen waren. Overdreven reacties? Het lijkt ons niet, zeker niet als we bedenken, dat deze mu sical gemaakt en uitgevoerd werd door amateurs, voortkomend uit een voetbal club. Ruim achthonderd toeschouwers zijn er geweest, dus de meesten van u zijn bekend met de inhoud. Toch willen wij de liedjes, geschreven door Pim Adriaanz en Bob Wildeboer met muziek van Felix Swart nog even aan de verge telheid ontrukken, omdat zij dat zeker verdienen: „Arme, arme brekebeen", gezongen door Jack van Gelder. „Soms heb ik spijt", gezongen door Rob Dukker. „Oertijd, oertijd, oertijd met de knots". „Voetballen is nu zo simpel niet meer". „Phrixus, onze superstar". „Alleen, helemaal alleen" door Nita Bosch. „Zo ziek zijn in een ziekenhuis". „Linke Loutje" door Louis Rieder. „Ars Fides Creditum". „Ik dacht dat ik gewonnen had" door Hans Dukker. „Als je er tenminste maar voor vecht". „Wat is dat toch" door Miep Ridde- rikhof. „Aan de kant, aan de kant" door Louis Rieder. „Middeleeuwen-lied" door Jack van Gelder. „Een vrijgezel, ja ja een vrijgezel" door Rob en Louis. „Kom neem een abonnement op onze tent". Totaal zestien liedjes, die door solis ten en ensemble met veel verve gebracht werden en veel sukses oogstten. De hoofdrollen waren in uitstekende handen bij Hans Dukker en de debute rende Nita Bosch. Rob Dukker had geen moeite om de vriend-rivaal van Hans uit te beelden, terwijl Jacqueline van Haren en Max „Dikwijls" de Bruin een evenwichtig A.F.C.-echtpaar gestalte gaven. Jack van Gelder was een makkelijk zingende hulpvaardige, toch niet zo ver legen vriend, als vertelster Diny Dukker ons probeerde wijs te maken. Miep Rid- derikhof bleek een voortreffelijk dokte- res, die zich bij haar werk gesteund wist door hoofdzuster Eugenie, een schitte rende rol van Daisy Limburg. Miep vond tegenover zich Tiny Rieder, die als clubartse van A.F.C., de hakkelende clubpsycholoog Frank Reddering, trainer Hans Rooze, masseuse Carla Kemna en zeker niet als minst belangrijke de illu- st ere soigneur Louis Rieder aan haar zijde vond. In het jaar van de vrouw is het natuurlijk logisch dat voor haar een groot aandeel werd ingeruimd in deze musical en niet alleen, omdat zij „van die lekkere bekkies hadden", zoals Lou van Dopum beweerde. Nee, zij bleken wel wat meer in hun mars te hebben, de verpleegstertjes van het N U-ziekenhuis Marja Limburg, Marion Nooy, Maud Kampstra, Marianne Leloux, Mauritska Kinsbergen en Monique Rieder. Muzikaal werd alles op de bekende professionele wijze omlijst door compo nist Felix Swart, Nico Scheffer en „good old" Willem Beeldsnijder. Als je zoals in deze musical terug gaat in de tijd, maak je het er niet gemakke lijker op wat betreft de aankleding. Voor Daisy Limburg bestaan er wat dat be treft geen problemen, zij verzorgde de costumes, terwijl Lex Rimini de requi- sieten verzorgde. Loes Stallman was de onontbeerlijke souffleuse, Rik Ridderik- hof de inspecient, terwijl Sal van Geldel alles met leuke kleurtjes belichtte. Ach! ter de schermen werkten natuurlijk no meer mensen mee. Zij allen bezorgde! ons onder de regie van de animator Pib Adriaanz een heerlijke avond, zodat w| met Pim, Bob, Felix en alle medewet kers aan deze musical een ieder oprech kunnen toezingen: „Kom neem een abonnement op onzjj tent, op ons clubhuis hier in zuid. Neem een feesttoeter mee naar da A.F.C. en ga een keertje uit. Want het leven is kort en het leven it zwaar. Dus geniet zolang je kan. Neem een abonnement op onze tenl en ga hier fijn je gang." I Spectatoi Het eerst I Op bijeenkomsten van oudere A.F.C.I ers kan een neutraal en nuchter toehoor! der zich nooit aan de indruk onttrekken! dat onze club zich in de tachtig jarei! van haar bestaan altijd van minsten! twee eerste elftallen moet hebben bel diend. Ik zweer het je, er is niemand on,! der de aanwezigen, die er niet in heef! gespeeld. I Zo had ik mijn twijfels omtrent eej I zeker persoon al eens eerder uitgespro I ken. Op het jaardiner troonde hij m< I mee naar de bar, nodigde me uit vooJ één slok en zei ik moet je iets laten zienjl En, verdomd als het niet waar is, hi! haalde uit zijn binnenzak een er noj goed uitziend programma van „SeriewedJ strijden om den AROL-Beker" uit 1923:1 En ja het was waar. Daar stond zijii naam: Breethof. Ik ben mijn andere twijfelgevallei,! ook met andere ogen gaan bezien. Milici! Voor de inhoud van onze borden bi,! het jaardiner was wederom de halvi| Noordzee leeggevist en een flink stuli van de Beemster ontveet. Niet erg bejjl droefd, maar zich toch van iets, wat dat tl ook, bewust wilden enigen een lied aan I heffen. Niemand kwam tot iets tol iemand voorstelde „Loe, d'r legt eetl lijster in de la". Dat sloeg op niets eil geen der sprekers heette Loe. En als el één zo had geheten had hij toch de pesl in gekregen. Voor Loe van Kranendon:! wilde onze man het niet zingen. Die ha<! niet gesproken zei hij. I Iemand sprak er zijn verwonderin 1 over uit, dat in deze tijd van griep e 1 toch nog 140 aanwezigen waren. „Vele: J hadden het bed moeten houden," wisl hij. „Hebben deze 140 zeker het bed tel ruggegeven en het nachtkastje gehoulj den," meende een lange op het hoekje I Jan Tjallin 1 De „cast" van „ln blessuretijd". Miep Ridderinkhof, Diny Dukker en Frank Redde ring ontbreken, evenals het hoofd van Jacqueline van Haren. Foto: Nationaal Foto Persbureau B.V. I

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1975 | | pagina 5