Het eerste en de club
Dit is de Schakel die komt binden
De oude club aan d'oude vrinden
54e Jaargang
oktober 1974
Het is niet de gewoonte op deze pa
gina, die nogal eens door de voorzitter
pleegt te worden gevuld, uw aandacht te
vragen voor een artikel, dat elders in
De Schakel is opgenomen. Deze keer wil
ik dat echter wel doen. Onder de kop
„Zolang heeft Charlie een zeer
gewaardeerd medewerker namelijk
een bijdrage afgescheiden, die het hart
van iedere rechtgeaarde A.F.C.-er moet
raken. Het is een stuk proza, dat van
wege zijn intrensieke waarde een plaats
in de etalage verdient. Want in zijn ont
boezeming of zo u wilt „geloofsbelijde
nis" brengt Charlie op een geheel eigen
wijze onder woorden wat hij van A.F.C.
denkt. Hoe hij de club ziet in de ver
bindende lijn van verleden, heden en
toekomst. En het is zeer duidelijk, dat
hij zich bij het schrijven van „Zo
lang heeft laten leiden door de
plaats van het eerste team in de vereni
ging en de prestaties van de vlagdragers
in de hoofdklasse.
Het onderwerp op zich zelf in hoe
verre bepaalt het eerste het „gezicht"
van een club en wat kunnen de gevolgen
van „gezichtsverlies" zijn is beslist
niet nieuw. De vraag: Kunnen wij blijven
wat wij zijn, ook als er tegenslag komt,
is al vele malen gesteld. Tot nog toe is
die vraag positief beantwoord en met
de tachtigste verjaardag van A.F.C. in
het verschiet lijkt er geen reden om
twijfels te hebben over datgene wat voor
A.F.C. in de eerste plaats komt het
karakter van de club. Bovendien gaan
de mannen, die bij A.F.C. de verant
woordelijkheid dragen er van uit, dat
de club op het veld met inachtneming
van de eigen zeer duidelijke opvattingen
over het amateurisme bijvoorbeeld
optimaal moet kunnen blijven functione
ren.
Charlie heeft zich bij het schrijven
van zijn artikel toch iets te veel laten
leiden door gebrek aan vertrouwen in de
mogelijkheden van het eerste. De start
was weliswaar allesbehalve bemoedi
gend, maar na de overwinning op U.V.S.
in een uitwedstrijd en het daarop
volgende gelijke spel tegen Hermes
D.V.S. thuis is er toch alleszins reden
om de toekomst optimistischer tegemoet
te zien dan de pessimisten, die nu al
voor een stapje terug op de voetbal
ladder praten. Toegegeven, de positie
van het eerste is na negen wedstrijden
met het vrij povere getal van vijf match-
punten geenszins rooskleurig. De door
afgelastingen zeer onevenwichtige rang-
schikkig g^ft bovendien een vertekend
beeld. Toafi durf ik zonder enige terug
houdendheid te voorspellen, dat A.F.C.
zich in de komende weken nog verder
omhoog zal werken. De aansluiting met
andere clubs ook bepaald geen kam
pioenspretendenten is een feit en dat
is na het zwakke begin al pure winst.
Het zou niet van realiteitszin getuigen
als ik mij op het standpunt stel, dat er
geen reden is voor twijfel. Op basis van
de huidige positie is daar alle aanleiding
toe, maar de weg naar de finish van de
competitie is nog lang genoeg om vele
verrassingen in te houden. Daarom vind
ik het nog veel te vroeg om over een
stapje terug te spreken. Het eerste heeft
vertrouwen nodig. De vlagdragers moe
ten het gevoel hebben, dat zij worden
gesteund.
Het is jammer, dat de rangschikking!
van dit momerrt-zo'n chaotisch beeldl
vertoont. De bond zal er alles aan moe-1
ten doen om het schema recht te trek-1
ken. Voor A.F.C. zal dat wel inhouden,!
dat ze enkele keren een competitiebeurt!
over moet slaan. Dat is niet prettig voorj
het wedstrijdritme, maar vrije zondagen
bieden ook de mogelijkheid om de accu
optimaal op te laden voor de volgende;
competitiestrijd.
Vertrouwen, daar komt het op aan.!
Het eerste moet vertrouwen hebben in I
de eigen mogelijkheden. Daarvoor is ons I
aller steun nodig. Ook die van Charlie,II
want met alle waardering voor zijn!
openhartige ontboezeming, toch klinkt!
er iets te veel berusting in door. Alsof!
het al vaststaat, dat A.F.C. de mindere!
is van Papendrecht, Gouda, De Spar-1
taan of C.V.V.
De jongste score is drie punten uit.il
twee wedstrijden. Wanneer wij deze lijn'
kunnen vasthouden, zullen de pessimis-j
ten spoedig moeten zwijgen. Maar moch
ten wij het toch niet redden, dan is er
zoals Charlie terecht schrijft nog
niks aan de hand. Maar het zou goedf
zijn om ons gezamenlijk in te stellen opf
behoud van datgene, wat is bereikt. Hetj
kan, als wij voldoende vertrouwen heb
ben.
A.F.C. heeft getoond, wat het i
cricket kan. Een stimulerend voorbeeld
voor A.F.C. 1. De gelukwensen voor de
terugkeer van A.C.C. in de hoogste klas
se zijn helaas nog niet in De Schake
opgenomen. De felicitaties van hee
A.F.C. en de redactie zullen waarschijn
lijk alsnog gaarne worden aanvaard
A.C.C. 1 lijkt mij de beste wegwijzerjl
voor ons voetbaleerste.
R. B