Mixed Pickles Hoofdklasse(n)Verandering of verbetering (vervolg) Soms zie ik een jongen Die niet zo populair is, Wachtend aan de bat- Op een vriendelijk woord, ln zijn ogen ligt de vraag Hoor ik er nog bij vandaag Eenzamer is-ie Hier nog meer dan thuis Want wie durft te zeggen Ik ben alleen Mijn hart is koud Mijn huis is leeg, Wie drinkt er een borrel met me Wil misschien wat praten met me Ik zal niet zeggen Wat mij zo bezighoudt Soms zie ik een meisje Dat hier niet zo bekend is, Wachtend op haar vriend Die rondholt in het veld, ln haar ogen ligt de vraag Hoor ik er nog bij vandaag Eenzamer is ze Hier nog meer dan thuis Soms zie ik hier leden Die al vele jaren komen Zittend aan de bat- Zonder duidelijk doel, ln hun ogen ligt de vraag Hoor ik er nog bij vandaag Eenzamer zijn ze Hier nog meer dan thuis Maar wij kunnen zeggen Je bent er weer 't Is buiten koud 't Is beter hier, Drink daarom een borrel met me Kaart of ouwehoer wat met me Je hoeft niet te zeggen Wat je zo bezighoudt J. W. In de vorige editie van ons clubblad is in ruime mate aandacht besteed aan een eventueel in te stellen hoofdklasse c.q. regionale hoofdklassen. En alhoewel re dacteur Rien Bal deze materie van vrij wel alle kanten belicht heeft, is het mis schien nuttig op een enkel aspect wat dieper in te gaan. Het is de trouwe lezer van de Schakel ongetwijfeld bekend dat dit onderwerp reeds jarenlang stof tot schrijven geeft. Beginnen we in 1966: Hans de Bie brengt in een artikel de uitslagen van een enquête, gehouden onder de in de K.N.V.B. spelende verenigingen. Maar liefst 61,7% van de binnengekomen ant woorden spreekt zich uit voor handha ving van de bestaande situatie. Bij de eerste klassers lagen de verhoudingen als volgt: 42 clubs vóór de huidige si tuatie, 22 clubs tegen. Van deze 22 wa ren er 16 voor de instelling van drie regionale hoofdklassen, welgeteld slechts 25%. Het totale percentage van de in de K.N.V.B. spelende verenigingen die dit idee steunde was maar 14,7%. Ten aan zien van zulke concreet gestelde vragen plegen enquêtes glashelder aan te geven hoe de meningen verdeeld zijn. Hans de Bie concludeerde dan ook terecht dat de overgrote meerderheid geen enkele wij ziging in het competitiebestel als wénse- lijk beschouwde. Niettemin werd in 1970, op initiatief van DCG, dezelfde kwestie opnieuw aan gesneden. Wederom leidde landelijke enquête, ditmaal de eersteklassers, met het sultaat: 1970 één hfdkl. 2(2,7%) 2 reg. hfdkl. 15(20,8%) 3reg. hfdkl. 22 (30,5%) huidige sit. 33 (46,0%) geen mening dit tot een alleen onder volgende re- 1966 3 4,7%) 16 (25,0%) 42 (65,5%) 1 1,6%) totaal 72(100%) 62 (96,8%)2 Nu komt het natuurlijk op interpreta tie van de cijfers aan. Men zou kunnen stellen, en dat is ook menigmaal gedaan, dat meer verenigingen tegen dan vóór de huidige situatie zijn. Maar dan blijft de vraag of zij die bijvoorbeeld één hoofd klasse prefereren, bij het wegvallen van die mogelijkheid, toch niet de voorkeur zouden geven aan de bestaande indeling. Laten we alleen de cijfers spreken, dan blijkt van de vier alternatieven het hand haven van de status quo de meeste stem men te krijgen. Ons bestuur heeft er nooit een geheim van gemaakt, waarom zou het ook, dat het een voorstander is van de invoering van twee of drie regionale hoofdklassen. Meerdere malen is dit standpunt bij monde van onze toenmalige voorzitter ook in de Schakel kenbaar gemaakt, res pectievelijk in oktober 1966, oktober 1967 en september 1970. En reeds in de cember 1971 werd de beslissing aange kondigd die dan nu schijnt te zijn ge vallen: de instelling van drie regionale hoofdklassen. Terecht vraagt onze redacteur naar de motieven die bij dit besluit een rol heb ben gespeeld. Destijds, om precies te zijn in de Schakel-editie van oktober 1966, heeft voorzitter Kappelhoff een aantal voor- en nadelen opgenoemd van de in deling zoals die thans door het sectie- bestuur van het amateurvoetbal wordt voorgestaan. Laten we er vanuit gaan dat ook dit college die voordelen als ar gument heeft gehanteerd, en ze eens aan een nadere beschouwing onderwerpen. 1. Mogelijke verbetering van het spel peil. Tussen de huidige eersteklassers be staat bijzonder weinig krachtsverschil. In de eerste klasse B ligt halverwege de competitie tussen de nrs. 1 en 7 een „kloof" van zeggen en schrijven drie punten. Verhoudingen als die van Ajax tot Excelsior komen in de amateurtop niet of nauwelijks voor. Daarbij moet nog worden opgemerkt dat ploegen die het ene jaar in ernstige moeilijkheden verkeren, het jaar daarop titelkandidaat zijn, bv. De Spartaan. Een keuze uit dit gezelschap voor de in te stellen hoofd klasse blijft derhalve een zaak van lou ter toeval. En dan nog, wordt de wed strijd SDW-AFC opeens van een ander kaliber omdat het etiket „hoofdklasse" er is opgeplakt? Nee, zolang de amateur bepalingen blijven zoals ze zijn, en dat mogen we hopen, zal het spelpeil be paald worden door de kwaliteiten van spelers en trainer. Daar verandert de nieuwe indeling niets aan. 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1973 | | pagina 6