Amateurvoetbal en hoofdklasse(n)
18 95
Dit is de Schakel die komt hinden,
De oude club aan d'oude vrinden.
52e Jaargang
december 1972
No. 8
Op de jaarlijkse algemene vergadering
van het amateurvoetbal, gehouden op 21
oktober, heeft voorzitter Jo van Marle
gezegd: „Het sektiebestuur heeft beslo
ten om in het seizoen 1974/'75 drie
hoofdklassen in te stellen boven de zes
bestaande eerste klassen".
Uitvoering van dit besluit zal een in
grijpende wijziging eigenlijk een to
tale reorganisatie van het bestaande
competitiebestel betekenen. Het onder
werp zal overigens dit seizoen met de
afgevaardigden (van het amateurvoetbal)
en eventueel de eerste klasse clubs wor
den doorgesproken. Een totale reorgani
satie dus, die waarschijnlijk op de duur
zal moeten uitmonden in één hoofdklas
se. Het lijkt althans niet waarschijnlijk,
dat de instelling van drie hoofdklassen
het eindpunt zal zijn.
Ook als we er van uitgaan, dat het
sektiebestuur van het amateurvoetbal
reglementair de bevoegdheid heeft de
competities vast te stellen en in te de
len, rijzen er ten aanzien van boven
genoemde mededeling van voorzitter
Van Marle een aantal vragen. A.F.C. wil
in elk geval de volgende opmerkingen
maken:
Uit de tot nog toe gehouden enquêtes
over het formeren van hoofdklassen is
gebleken, dat een dergelijk plan niet
de instemming heeft van de meerder
heid van de clubs. Van de eerste
klassers toch de meest betrokke
nen is een kleine meerderheid
zelfs tegen.
Aan het doorzetten van een plan,
waarover zeer uiteenlopend wordt ge
dacht, zitten nogal wat consequenties
vast. Een van de punten, die A.F.C.
van groot belang acht, is de kwestie
van het amateurisme.
Immers, de consequenties van het in
stellen van hoofdklassen zijn niet alleen
van financiële (reiskosten), sportieve en
organisatorische aard. Er is namelijk in
het vooruitzicht gesteld, dat te eniger tijd
een aanpassing van de huidige amateur
bepalingen aan de orde zou worden ge
steld. A.F.C. is van mening, dat een sterk
gewijzigde competitieopzet niet los ge
zien kan, ja zelfs mag worden van even
tuele nieuwe opvattingen met betrekking
tot het amateurisme.
Duidelijker gezegd, de clubs uit het
amateurvoetbal zouden voor invoering
van veranderde competitieschema's eerst
dienen te weten of er op het punt van de
amateurbepalingen wijzigingen komen en
zo ja van welke aard en omvang die
wijzigingen ten aanzien van de bestaan
de bepalingen dan zullen zijn.
Het amateurvoetbal heeft er dach
ten wij geen behoefte aan om dichter
tegen het betaalde voetbal aan te gaan
leunen. Het is algemeen bekend al
thans daar wordt van uitgegaan dat
aan de huidige regels niet overal strikt
de hand wordt gehouden. Maar een
scherpere selectie in het amateurvoetbal
en dat is in feite het geval bij de
instelling van hoofdklassen houdt het
gevaar in van nog verdere verwatering
van de amateuropvattingen. Wij geloven
niet, dat het amateurvoetbal daarmee ge
baat zou zijn.
De vraag is ook, wat precies wordt
bedoeld met de mededeling, dat het
onderwerp dit seizoen nog met de afge
vaardigden en eventueel de eerste klasse
clubs wordt doorgesproken. Het woord
eventueel lijkt ons met betrekking tot de
eerste klassers in het geheel niet pas
send. Immers, deze clubs zijn toch de
meest betrokkenen bij een reorganisatie.
Maar bovendien, het sectiebestuur weet
uit de enquêtes en zogenaamde hearings,
hoe er globaal over het instellen van
hoofdklassen wordt gedacht. De gege
vens zijn bekend en wat moet er nu nog
worden doorgesproken?
Op het financiële vlak staat vast, dat
er geen vergoeding zal worden gegeven
voor de extra post reiskosten, die het uit
komen in een hoofdklasse automatisch
met zich mee brengt. Voor vele clubs met
tal van lagere elftallen en een grote
jeugdafdeling (juist de kracht en de func
tie van het amateurvoetbal) is een kosten-
vermeerdering funest. „Clubs, die het niet
kunnen of willen betalen, gaan dan maar
niet naar de hoofdklasse", zou een vol
komen foute instelling zijn. Het is goed,
dat daarop in een artikel „Niet op de
semi-proftoer" in het K.N.V.B-blad van
2 november ook wordt gewezen.
Het zou nuttig zijn en in elk geval
verhelderend als het sectiebestuur van het
amateurvoetbal op korte termijn de mo
tieven voor zijn besluit invoering van
hoofdklassen in het seizoen 1974/'75
punt voor punt met toelichting in het
K.N.V.B.-blad publiceerde. Immers, het
onderwerp is van het grootste belang
voor het amateurvoetbal van de nabije
toekomst. Vandaar ook de vraag van
A.F.C. hoe het met de eventuele wij
zigingen van de amateurbepalingen zit.
Ook daarover moet het sectiebestuur zich
maar eens uitspreken.
R. B.
