I. Galavazi
80 jaar
•—•r—
Dit is de Schakel die komt binden
De oude club aan d'oude vrinden
maart 1972
No. 1
52e Jaargang
Het is nog maar een klein rukje. Niet
eens een handvol ronden en dan zit het
er voor het eerste elftal weer op. Het
moet een finish zonder pijn kunnen wor
den en bij voorkeur zelfs een eindspurt,
die beloften inhoudt. Een kwestie van
even op de tanden (willen) bijten om te
laten zien, dat het eerste deel van deze
competitie door welke oorzaken dan ook
op een vergissing berustte. De andere
clubs zijn niet sterker dan A.F.C. Zo nu
en dan werd dat ook aangetoond en in
doelpunten tot uitdrukking gebracht. In
dien we straks ontspannen en in alle rust
terugkijken op de verrichtingen van dit
seizoen, moet daaruit het voornemen
worden geboren de volgende competitie
op een ander niveau mee te doen. Op een
niveau, dat kwaliteit heeft en bij velen
aanspreekt. Want daar gaat het toch om,
ook als je de sport puur amateuristisch
Brundage zou trots zijn op A.F.C. als
hij het bestaan van de club kende be
oefent en ook wil blijven beoefenen.
Ik zou in dit verband toch wel de na
druk willen leggen op dat amateurisme,
maar dan in de goede zin van het woord.
Immers, sportbeoefening als amateur be
tekent niet maar wat doen zonder een
echte „inzet" of zonder er naar te streven
zoveel mogelijk te bereiken. In de voet
balgemeenschap, waarvan A.F.C. deel
uitmaakt, betekent een eerste elftal iets.
Voor dat team is ook belangstelling en
die strekt zich veel verder uit dan de re
latief beperkte kring van de eigen leden,
donateurs of sympathisanten. Over de
verrichtingen van dat „eerste" wordt ge
praat. Soms alleen vanwege de naam,
omdat A.F.C. niet zo maar een voetbal
club is. Aan die naam mogen we overi
gens zonder het leveren van prestaties
geen pretenties verbinden. De naam of
zo men wil bekendheid is namelijk juist
verworven door daden, die de voetballerij
inhoud gaven. De opvattingen, die de
achtergrond van die daden vormden en
stellig ook inspirerend werkten, waren
altijd respectabel. A.F.C. heeft daardoor
geschiedenis gemaakt en die historie is
meer dan de moeite waard.
Het gaat nu evenwel om het heden en
de toekomst. Wie talent genoeg heeft
om in het eerste te worden opgesteld,
moet ook de instelling en de wilskracht
bezitten om dat talent hoe beschei
den misschien ook in vergelijking met
Cruijff, Keizer of Van Hanegem te
cultiveren. Ik heb in een vroegere Schakel
al eens geschreven, dat individuelen
meer voor hun sport over hebben dan
voetballers. Op zich zelf is dat niet on
logisch, want iemand die hardrijden,
zwemmen of atletiek als tak van sport
kiest en daarin wat wil bereiken, weet
dat hij zich moet inspannen. Anders is
het zinloos om er aan te beginnen. Zelfs
als zo'n sportman of sportvrouw zich be
perkingen oplegt in verband met werk
of studie de schaatsenrijder Harm
Kuipers bijvoorbeeld kan hij of zij ver
boven het niveau van „geliefhebber" uit
groeien. De training, wilskracht en inte
resse, die aan prestaties boven het ge
middelde ten grondslag liggen, leiden tot
resultaten die grote voldoening geven.
Het is in de sport, die collectief wordt
beoefend, verhoudingsgewijze wat ge
makkelijker. Je doet iets met elkaar en
de een kan de ander meeslepen. Een eer
ste team van A.F.C. met elf Harmen
Kuipers zou bij de amateurs hoog kunnen
reiken, zeer hoog zelfs. Waarom probe
ren we het eigenlijk niet? Er is een goed
sportpark ter beschikking, er is licht voor
de training, er is een bekwame trainer
en er zijn veel leden van de club, die
iets meer dan het gewone op prijs stel
len en zullen steunen. Nog een handvol
ronden slechts, zoals Ard Schenk ze af
legde in de diverse grote toernooien. De
finish kan nog veel goed maken.
Zondag 20 februari j.l. werd onze oud
voorzitter en erelid I. Galavazi 80 jaar.
Het spreekt vanzelf dat bestuur en vele
oudere A.F.C.'ers, waarbij de ereleden,
bijna compleet aanwezig waren om de
krasse jubilaris die zo'n enorme staat van
dienst heeft in onze club, geluk te wen
sen. I. heeft het grote voorrecht dat hij
zijn lieve zorgzame vrouw nog aan zijn
zijde heeft en dat hij al zijn kinderen
heeft mogen zien opgroeien tot flinke,
nuttige mensen in de maatschappij. Na
tuurlijk waren zij er allen, met een res
pectabel aantal kleinkinderen. Wat een
geluk, wat een grote zegen, als men dat
op zijn oude dag mag beleven. Beste I.,
ook van af deze plaats nog eens onze
hartelijke gelukwensen met het bereiken
van deze mijlpaal en nog maar tal van
jaren, met je echtgenote, kinderen en
kleinkinderen, in gezondheid en geluk.
Henk Kappelhoff