Mixed Pickles Cultureel Ons lid Leo Horn, een destijds niet geheel onbekend scheidsrechter, maakt iedere week het blad Televizier onveilig met een pagina over de voetballerij. Leo schrijft precies zoals hij praat en vroeger floot: vlot, gemakkelijk, nu en dan daverend en nu en dan prikkelend. Uiteraard is voor ons A.F.C.ers daverend hetgeen hij in Televizier schreef onder de kop: Het culturele voetbal bij A.F.C. Hoe populair Televizier ook is er zullen ook wel A.F.C.ers zijn die dit blad niet lezen en vandaar dat wij met plezier een stuk uit zijn artikel overnemen: '•Het bestaansrecht van het amateurvoetbal is voor mij buiten kijf: zou het er niet zijn, deze geweldige sport zou geen lolletje meer wezen en nooit meer een alibi kunnen opleveren voor een zondagje doorzakken. A.F.C. is zo'n gemeen schap, waar men elkaar treft rond het voetbalveld, vervolgens met elkaar naar het restaurant gaat en daar de namiddag en avond verder stuk maakt, zoals dat heet, met humor, ernstige gesprekken, uitwisseling van vriendschap, het geven van goede raad, het troosten van bedrukten, het opbeuren van geslagenen, het doen vergeten van verdriet en het be sproeien van al die menselijke wederwaardigheden met de nodige pikketanusjes. Ik wil maar zeggen, dat zo'n gemeenschap als A.F.C. meer dan een voetbalfunctie heeft: het is een haven voor door zenuwen op drift geraakte managers, voor gemaltraiteerde directeuren, voor moegewerkte gewone jongens, voor ver strooide professoren, voor gefrustreerde voetballeiders, voor ouders, echtgenoten en verloofden, voor kinderen die eens lekker willen stoeien en voor 65-plussers wier opvattingen omtrent het voetbal niet worden gehonoreerd door de ver bitterde gevechten op het betaalde niveau. Het is een uitgesproken sociale functie die een A.F.C. vervult: de dames be hoeven niet thuis te blijven, maar kunnen met manlief en de hele verdere levende have binnen de omheining terecht." Bekrompen Verschillende bladen hebben felle kritiek geleverd op de wijze, waarop in de vergadering van de sectie betaald voet bal van de K.N.V.B. het twaalfpunten-programma is behandeld, waarover de F.B.O. (dat is de bond van voetbalwerk gevers) en de V.V.C.S. (dat is de bond van contractspelers) overeenstemming hadden bereikt. Het dagblad Het Vader land heeft het over „de bekrompen visies van de betaald-voetballeiders". Inderdaad is hetgeen er in het betaalde voetbal gebeurt niet meer toe te schrijven aan de narigheden die een pokken en mazelenperiode nu eenmaal met zich meebrengt, want het betaalde voetbal draait nu alweer zeventien jaar. Maar de gang van zaken in de vergaderingen wijkt toch wel heel erg af van hetgeen in andere bedrijfstakken gebeurt. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de uitdrukking „Ieder voor zich en God voor ons allen" eigenlijk pas in het betaalde voetbal is uitgevonden. De wijze, waarop een aantal semi-profclubs uit de heilige hallen van het betaalde voet bal werden weggewerkt, alleen maar teneinde de zieltogende tweede divisie te torpederen zonder ook maar enigszins rekening te houden met de belangen van die clubs of althans met hun bestaanrsrecht, was bepaald onelegant. En hoe is het nu gegaan met dat programma waarover de F.B.O. en de V.V.C.S. het zo gloeiend eens waren? In dat programma werd ook een reglementswijziging voorgesteld om jeugdspelers van een betaald-voetbalorganisatie, die nog amateur zijn, de vrijheid te verlenen om naar een andere vereniging over te stampen. Maar de gedelegeerde van de K.N.V.B. beweerde dat door deze wijziging het transfer-systeem zou worden lekgestoten en hij kreeg de steun van de voorzitters van D.W.S., Sparta en Ajax. Ten slotte is het voorstel verwezen naar het overlegorgaan en daarmee werd een opvlammend brandje tot een smeulend vuurtje teruggedrukt. Dat brandje zal dan wel in de voorjaarvergadering uitbreken. John Linse besluit zijn reportage in Het Vaderland als volgt: „Opnieuw werd zaterdag de toch al gehavende image van het betaald voetbal ernstig beschadigd. Maar dat kon de meeste clubs niets schelen. Citaat van de heer van Rijn, voorzitter van Sparta: „Wij vertegenwoordigen alleen de belangen van onze eigen club." Tot zover deze trieste historie. Jammer genoeg is het in de voetbalwereld inderdaad buitengewoon opvallend dat de clubs alleen maar denken aan hun eigen belangen en niet aan de bedrijfstak als zodanig. In het bedrijfsleven zijn de meeste vennootschappen nu ook niet bepaald van die engeltjes, maar ze kunnen toch wel in de grote lijn van de be drijfstak denken. Maar in voetbal schijnt dat onmogelijk te zijn. Eerlijk gezegd is het ook zo bij de amateurs. Een tijd geleden is bij de eerste klasse clubs in de amateursectie een enquête gehouden of men nu vóór of tegen het instellen van een hoofdklasse is. Iedereen die iets verder kan kijken dan naar het reclamebiljet van zijn zogenaamde eerste klasse club, begrijpt dat er in de amateursectie een selectie zal moeten komen om tot betere kwaliteit te komen. Het publiek voelt dat ook zo want er is een enorm verschil tussen de recettes die A.F.C. maakt bij haar thuiswedstrijden in de eerste klasse-competitie en die zij heeft gehaald bij de kam pioenswedstrijden. Bij wedstrijden als tegen de in Amsterdam toch volkomen onbekende clubs als Neptunia uit Delfzijl en Sneek waren wij vlot uitverkocht, terwijl in de competitie-wedstrijden tegen bekende clubs als de Spartaan en Storm vogels er nog geen duizend mensen zaten. Het publiek voelt dus wel waar het zit, maar de enquête had een droe vig resultaat. Van de meer dan zeventig eerste klassers in Nederland zouden er natuurlijk niet meer dan veertien of zestien in de hoofdklasse kunnen spelen. Het sommetje ging precies op: meer dan vijftig eersteklassers waren tegen de hoofdklasse Er is heel wat verschil tussen het professionalisme en het amateurisme in de voetbalsport, maar wat het vechten voor de eigen belangetjes aangaat, is er tussen professionalisme en amateurisme heel weinig verschil. J. W. 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1971 | | pagina 11