Henk van Weelde afscheid van een captain „Ik heb voor cricket geleefd en ervoor gewerkt" Cricket is het mooiste spel, dat er ooit op gras is uitgevonden. Een forse stelling. Nochtans is zij juist. Dat het spel karaktervormend zou zijn, is echter niét waar. Geen enkele tak van sport is dat. Alleen, er is geen enkele sport waarin de mens zijn natuurlijke agressievermogen zo beschaafd kan af reageren als in cricket. Dat is niet ver wonderlijk. Het cricketspel, zoals wij het nu kennen, vond zijn vorm in de acht tiende eeuw. De enige periode in de ge schiedenis van het Westen, waarin over beschaving kon worden gesproken. Daar na is men over het bevorderen van de welvaart gaan praten met alle barbaarse gevolgen van dien. Cricket is dus let op dat woordje „dus", dat de capsones van mijn uitgangspunt zo treffend illus treert een overblijfsel van de bescha ving. Zo, dat lucht op. Ik besef, dat een deel van de lezers van de AFC-Schakel dit hovaardig schrijfsel nu grommend ter zijde legt en gaat klaverjassen. Het zij zo. Er zijn nu eenmaal twee soorten mensen: zij, die cricket verafschuwen en zij, die het beminnen. Een tussenweg is er niet. Het is een troostende gedachte dat er in de menselijke samenleving nog iets te vinden is waar geen compromis gesloten kan worden. Een man, die het spel beminde, ermee leefde, is Henk van Weelde. 28 seizoenen eerste klas cricket, waarvan 13 seizoenen als aanvoerder. Aan het einde van het seizoen 1971 gaf hij de leiding over aan Karei van Osch. Tussen die zondag in 1944 toen een spichtig jongetje met grote flaporen voor het eerst mocht meedoen en zich muisstil hield en de Henk van Weelde, die eind augustus 1971 voor het laatst als captain van ACC I optrad, ligt een wijde wereld van cricket. Met deze Henk dit gesprek. Vraag 1 natuurlijk, het cricket van toen en het cricket van nu. „Dat verschil springt in 't oog. De aanpak van het spel. Er was meer team geest. Er was geen „begeleiding" nodig. De sfeer was anders. Een eenheid groei de spontaan. Je trok veel meer met el kaar op. Misschien was er toen minder afleiding. Je speelde vrij om de wed strijd te winnen. Dat gepruts om er een draw uit te slepen, was er toen niet. Je kwam toen vaak tot twee innings." Bowlen slechter Omdat er toen minder goed gebat werd? „Nee, daar zit 't niet in. Er waren toen ook goede battingteams. Het batten van deze tijd lijkt beter omdat er veel minder goed gebowld wordt. Neem een man als wijlen Henk Klink van VRA. Die heeft nooit in het Nederlands elftal gespeeld. Als hij vandaag nog zou spelen, was hij een automatische keus. Neem bowlers als Arie Terwiel, Hein van Wermesker- ken, de befaamde slowbowler. Dick Kra mer van nu is niet met hem te vergelij ken. Een man als Molenaar van Hermes DVS. Onze Piet Sanders. Dat soort bow lers zijn uitgestorven. En hoe komt dat? Om een goede bowler te worden, moet je drie keer per week de kooi in. Trai nen en nog eens trainen, je moet er alles voor over hebben. Dat gebeurt tegen woordig niet meer. De enkele goede uit zonderingen daargelaten!" Oorzaak? „Ze hebben 't er niet meer voor over. Er is geen fighting spirit. Natuurlijk, ze willen allemaal succes hebben, als 't maar geen moeite kost. Dat is de scha duwkant van de welvaart, 't Gaat alle maal zo makkelijk. Drie, vier weken naar Spanje." Wordt dat 't einde van cricket? „Dat gevaar is er. Daar komt bij dat alles in deze tijd sneller gaat, 't móet sneller, anders is 't niet goed. Cricket heeft z'n zelfde tempo gehouden, 't Eist je volledig op, je moet ermee leven, an ders bereikt je 't niet. Ik herinner me dat we vlak na Je oorlog voor het Amster damse cricket Hammond van Sussex als trainer kregen. Zoiets vonden we fantas tisch. Je was er bijna elke dag. Je nam alles in je op wat die man tegen je zei. Niemand hoefde je naar de training te jagen. Trainen was heerlijk, je ging als vanzelf naar de kooi. Cricket stond cen traal in m'n jeugd. Daarom kan ik geen geduld hebben met jonge spelers, waar van je ziet dat ze talent hebben en 't vergooien." Geen geknoei Je zei: cricket heeft z'n zelfde tempo gehouden. Er wordt gedokterd om 't sneller te maken. „Ja, ieder vijftig overs en wie de mees te runs maakt heeft gewonnen. Ik geloof er niet in. Je kunt knoeien met punten systemen, met andere spelregels en wat je ook wilt. Daar zit 't niet in. Het is een kwestie van mentaliteit. Als je genoeg hebt van bridge kun je gaan klaverjas sen, maar 't is wel iets heel anders. Cricket behoor je te spelen als een avon tuur. Ga voor die runs, altijd. Zul je verliezen, so what? Elke andere vorm vermoordt 't spel. Het is het mooiste spel dat er bestaat. De perfecte combinatie van individualisme en teamsport. Num mer 11 kan de wedstrijd nog winnen, een bowler kan er doorhéén lopen, een cap tain kan sluiten op een moment dat hij zowel kan winnen als kan verliezen, een change in z'n aanval kan beslissend zijn, ,.C C' Henk als batsman. Tegen VOC op 4 juli 1965, achter de palen Ned. XI-keeper René Schoonheim. ten goede of ten kwade. Dat is cricket. Als je er iets anders van wilt maken, is het verarming, nivellering naar het ge wone." Wat moet het uitgangspunt van een jonge speler zijn? „Dat hij een stayer is en geen sprinter. Ik kwam in 1944 in het eerste en pres teerde niets. De prestaties kwamen pas in 1947. Toen begon ik wickets te nemen en runs te maken. Drie jaar heb ik als een nobody in het eerste meegelopen. En ik trainde me rot. Dat doen ze niet meer. Ze raken snel ontmoedigd en gaan dan voor het spel verloren. Omdat ze 't niet kunnen opbrengen zichzelf naar het niveau op te werken waar ze qua capaci teiten thuishoren. Een goede speler kan 15 seizoenen meedraaien op een constant niveau als hij er de moeite voor doet." Hoe beoordeel je jezelf als cricketer? „Ik heb nooit tot de echte top be hoord. De echte top waar Wallie in zat, Piet Sanders, Tommie de Beus, Hugo van Manen, Broer Sodderland, Arie Ter- wiel, André van Baasbank. Dat waren de characters van cricket. Daarmee kan ik mij niet vergelijken. In feite ben ik een middenmoter. Dat ik toch boven die middenmoot ben gekomen, is alleen maar zweet geweest in de kooi. Ik heb ook nooit echt grote hoogtepunten ge kend. Het was de lange duur van m'n cricketcarrière, die 't moest doen." Zijn er nog die echte characters? „Eigenlijk niet. Zoals ik zei, dit is de tijd van de nivellering, 't Zal wel erg mooi zijn, maar 't inspireert niet. Moet 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1971 | | pagina 8