DROOMREIZE voor 'n zonzekere vakantie N TEN BEL TOURING Antwoordnummer 15 AMSTERDAM Hoe waren nu de toelatingsvoorwaar den? Het ging om een jaarlijkse betaling van 600,per speler, berekend naar 5,per training en 5,per wed strijd. Dit zijn geen zetfouten; zó werd men het zeventien jaar geleden eens.' Dat hiervan niets zou terechtkomen zag men niet in. Fouten De misère bij het betaalde voetbal in de huidige periode is eigenlijk bij die toelatingsvoorwaarden al een beetje naar voren gekomen. Eigenlijk was de situatie zó, dat de voetballers het semi- professionalisme beter aanvoelden dan de voetbalbond en de voetbalclubs. Die clubs zagen niet in dat de situatie nu „grundsatzlich" wijzigde: de club, die ging betalen, was geen „club" meer maar een onderneming met werkgevers en werknemers. En de voetbalbond was blij dat de beroepsbond was opgeheven en vond nu verder alles goed, ook de geografisch waanzinnige situatie van de betalende clubs. Men verzuimde wel licht eens in het buitenland te informe ren, hoe het beroepsvoetbal daar geor ganiseerd was. Men wist misschien niet dat in Frankrijk slechts één club per grote stad betaald voetbal mag spelen met één uitzondering: Parijs mocht twee betalende clubs hebben. In Nederland ging men -na een voorcompetitie in 1954/55 in het sei zoen 1955/56 met 80 betalende clubs van start (2 X 18 hoofdklassers, 2 X 15 en 1 X 14 eerste klassers). Moet U niet lachen: In Helmond waren twee be talende clubs, in Hilversum twee, in En schedé, Dordrecht en Haarlem drie en in Groningen vier. Dat moést finantieel stuk draaien. Maar er was meer: de clubs, die gingen betalen, dachten dat zij dat konden doen als zij de entree prijzen verhoogden. Dat gebeurde ook door de clubs, die de kwaliteit van het spel niet verhoogden, en wie zijn prijs verhoogt maar de kwaliteit van zijn pro- dukt niet, raakt de klandizie kwijt. (Op 25 april j.l. waren wij toevallig bij de wedstrijd in de eerste divisie Willem II H.V.C. Capaciteit van het Tilburgse Sportpark ca. 20.000. Aanwezig ca. 1100 toeschouwers. In september aan seizoen kaarten verkocht ca. 1800. Entréeprijs overdekt: 7.Een week later zagen wij A.F.C.D.C.G. Onze tegenstanders zouden èn van Willem II èn van H.V.C. hebben gewonnen). Maar helaas hoe duidelijk het ook werd dat er veel te veel semi-profclubs waren het bleek uiterst moeilijk voor clubbesturen om te zeggen: „Wij heb ben ons vergist." Het is tegenwoordig steeds meer de gewoonte om met mooie kreten de overheid te lokken als men door eigen gebrek aan inzicht of capa citeit vastloopt. Nu heette het dat de semi-profclubs voor „passieve recreatie" zorgen en dat „dus" de overheid maar subsidie moest geven. Maar de aantal len toeschouwers bewijzen dat bij tal van betalende clubs het publiek passief is en geen duur geld geeft voor doodge woon voetbal, dat het voor minder dan de helft van dat geld bij de amateurs net zo goed of net zo matig kan zien. Amateurs Dit brengt ons dan op de verhouding tussen de semi-profs (inclusief de profs) en de amateurs. In 1954 werd namelijk nog een grote fout gemaakt: de ama teurs werden „restlos" gedenigreerd. Een betalende club, die het stel je voor niet kon houden, mocht terug naar de amateurklasse, waarin zij vroe ger had gespeeld en de kampioen van Nederland amateurs „mocht" aan de deur kloppen en vragen of zij als-je- blieft zou mogen komen spelen in de laagste prof-klasse. Velox en Xerxes hebben dat gedaan: commentaar is ruim schoots overbodig. Sinds 1962 heeft geen amateur-kampioen meer de neiging gevoeld bij de semi-profs te komen. Het omgekeerde gebeurde wél: inclu sief een paar fusies gingen bijna 30 clubs weer terug naar de amateur-afde ling, zodat in seizoen 1970/71 51 ver enigingen nog semi-prof waren. En nu gaat het om de voorwaarden, waarop dat terugkeren gebeurde en waarover eindeloos i? gediscussieerd en geheibeld. De amateurs lieten eerst de deur naar de vroegere indeling nog open, maar dat werd toch wel zéér onbillijk. In 1959 deden de amateurs een voorstel: de profs moesten vóór 1 juli 1959 beslis sen of zij wéér amateur wilden worden. Zo niet, dan ging 1 juli 1961 de deur dicht en moest een terugkerende club in de vierde klas beginnen (hiervan werd Oldenzaal slachtoffer). Dit was óók veel te gortig en in 1964 kwam een regeling tot stand die zeer redelijk was en is. Een terugkerende semi-profclub komt bij ons in de tweede klas als haar derde in de reserve eerste klas speelt, in de derde klas als haar derde in de reserve tweede speelt en in de vierde klas als het derde in de reserve derde speelt. Ge ziet hoe onzeker het betaalde voetbal in Nederland is begonnen, want het is toch al te gek dat het tien jaar duurde voor men tot deze logische rege ling kwam. Thans Hoe is het nu gegaan? De F.B.O. heeft ongeveer een voetbalbom doen ontploffen toen zij plotseling met een lijst van dertien clubs kwam, die nodig moesten terugkeren naar het amateur voetbal. Uitgangspunt was kennelijk het aantal toeschouwers. Wij kunnen niet beoordelen, of dit uitgangspunt juist is, maar wel dat de vermelde aantallen toe schouwers het gewapper met „passieve recreatie" overdreven maken. E.D.O. was laagte record-houdster met 497 toe schouwers. De enige, die daar dan pas sieve recreatie geniet, is de penning meester van E.D.O. Met de finantiële sanering wilde men vreemde wegen be wandelen: de teruggaande clubs moesten zo ongeveer anderhalve ton per stuk ont vangen en alles kwam bij deze sanering in totaal op vier miljoen gulden. Dat kon dan o.a. als men een toeslag ging heffen per ingeleverd toto-formulier. Het Bestuur van de L.B.A. (Landelijke Bond van Amateur-voetbalverenigingen) kwam bijeen en bleek grote bezwaren te hebben tegen die toto-heffing, ten eer ste omdat de toto toch al een dalende tendens vertoont en ten tweede, omdat elke benadeling van het amateurvoetbal in dit verband absoluut verzet ontmoet. In het communiqué, dat de L.B.A. na zijn bestuursvergadering verspreidde, staat over de sanering het volgende: „Indien ten behoeve van de sanering geld nodig is, dan behoort daarbij het Twee weken Uw eigen appartement met volledig hotelcomfort al voor minder dan fl. 600, (vliegreis-transfers-logies), op Tenerife Canarisehe Eilanden. Vraag kleurenfolder aan (géén postzegel, die betalen wij) Of pak de telefoon en bel Uw A.F.C.-er Martin Duinker onder nummer 24 34 82/85 13

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1971 | | pagina 13