fritzsche vlakt vlakken strakker
Aantal semi profclubs verminderd: 38
daarna gediscussieerd. Er kwamen ver
schillende plannen op tafel: (a) Schakel
stopzetten en Bulletin uitbreiden met
competitiestanden (b) Schakel combine
ren met de bladen van A.C.C. en A.B.C.
Eén blad voor de drie clubs (c) Enquête
houden onder spelers en commissiele
den over de wenselijke inhoud (d) Scha
kel doen herleven; adverteerders aan
trekken om het financiële tekort te dek
ken en medewerkers aantrekken om in
het redaktionele tekort te voorzien.
En toen is er iets gebeurd waarvoor
wij bijzonder erkentelijk zijn. Na inder
daad zeer interessante besprekingen
voelde men het meeste voor het
moeilijkste plan: geen gedonder, zet je
schouders er onder. Adverteerders en
medewerkers moeten te krijgen zijn. De
A.F.C. Schakel is de moeite waard!
Onze club heeft merkwaardige eigen
schappen en de merkwaardigste is wel,
dat A.F.C. het beste op dreef komt als
de situatie gewoon hopeloos is. Denkt
U maar aan ons eerste elftal. Na 13
wedstrijden pas één gewonnen en die
dertiende was de doodklap: 04 tegen
O.V.V.O. thuis. In de volgende 8 wed
strijden werden 14 punten behaald: 6
gewonnen, 2 gelijk, niets verloren. To
tale score: 12 vóór en 2 tegen.
Iets dergelijks gebeurde met de
A.F.C. Schakel. Advertenties en mede
werkers ga je gang maar in een eco
nomisch weifelende tijd, in een club die
„reddeloos" onderaan staat, met een
blad op apegapen. Het lukte. De tover
staf laten wij nu maar aannemen,
dat dit merkwaardig instrument ook al
een rode trui met een zwarte band heeft
raakte de Schakel aan en ons goede
oude clubblad kwam herboren naar vo-
Zonder namen te willen noemen, zijn
wij bijzonder erkentelijk voor hetgeen
met dit werk werd bereikt en willen
eindigen met de dichtregels die in het
eerste nummer van de eerste jaargang
verschenen:
„Dit is de Schakel die komt binden
de oude club aan d'oude vrinden,
de vrinden van de A.F.C.".
Het bestuur.
„Toto" wordt duurder
In haar algemene vergadering van 15
mei heeft de Sectie Betaald Voetbal
zeer belangrijke besluiten genomen, die
ook voor de Amateursectie van grote be
tekenis zijn. Met ingang van het volgen
de seizoen (1971-72) moet het aantal
betalende clubs zijn teruggebracht van
51 tot 38, die als volgt zullen worden
ingedeeld: Eredivisie 18, Eerste divisie
20. Het voorstel van de F.B.O. om aan
de hand van de gegevens inzake het aan
tal toeschouwers dertien semi-profclubs
te doen terugkeren naar het amateuris
me gaat dus wat het aantal clubs be
treft door, maar het voorstel om aan
de hand van de toeschouwersaantallen
te bepalen, welke clubs dit zouden zijn,
werd niet overgenomen. Het was dus
onzeker of „dertien" betrekking zou heb
ben op A.G.O.V.V., de Baronie, Drente,
E.D.O., Fortuna (VI.), Gooiland, H.D.
V.S., Limburgia, N.O.A.D., R.B.C.,
R.C.H., Volewijckers en Z.F.C.
Later werd bekend, dat in seizoen
1971/72 achttien clubs in de Eredivisie
zullen spelen en 21 in de Eerste divisie,
waaronder Volewijckers (gepromoveerd)
en Fortuna VI. Mochten er voor terug
keer naar de amateurs aangewezen clubs
dit weigeren, dan komen zij in een bloe
deloze tweede divisie zonder promotie.
Aanvaard werd op 15 mei het plan
van Marle (voorzitter Landelijke Bond
van Amateur-voetbalverenigingen) om
de inzet per toto-kolom met vijf cent te
verhogen en niet een toeslag per formu
lier van tien cent te heffen. Ook de door
van Marle voorgestelde verhoging zal
worden besteed aan de sanering der
„dertien". Hierbij is nu wel een soort
„strafbepaling" gekomen: Als een club,
die aangewezen wordt om terug te ke
ren naar het amateurisme, dit weigert
en de sector van het betaalde voetbal
niet wil verlaten, dan krijgt zij geen uit
kering uit de verhoogde toto-opbrengst.
Dit is bedoeld voor de weggaande en te
saneren semi-profclubs en daaraan zal
strikt de hand worden gehouden.
Kruitdamp
Het wel of niet teruggaan van dertien
betalende clubs naar de amateurafde
ling had zoveel meningsverschillen en
journalistieke kruitdamp veroorzaakt
dat velen door de bomen het bos niet
meer konden zien. Als wij uitgaan van
het standpunt: „het amateur-voetbal
heeft belang bij een gezonde situatie
van het betaalde voetbal en moet dus
loyaal meewerken aan een sanering,
mits die sanering niet gaat ten koste
van het amateur-voetbal", dan geloven
wij dat het probleem van de kant der
amateurs zuiver is gesteld.
Hoe is dit probleem nu in de wereld
gekomen en hoe moest het worden op
gelost? Het probleem is in de wereld
gekomen omdat in 1954 het betaalde
voetbal zó onverhoeds zijn intrede deed,
dat men zich niet goed realiseerde wat
er nu eigenlijk aan de hand was en wat
de consequenties zouden zijn.
Onzeker
Op 3 juli 1954 werd door de K.N.V.B.
betaling aan voetballers toegestaan. Dit
gebeurde na een ultimatum van enkele
grote Westelijke eerste-klassers aan de
K.N.V.B., die tot die tijd hardnekkig
semi-professionalisme afwees, maar door
de piepjonge Nederlandse Beroepsvoet
balbond zó werd bedreigd die bond
werkte als een magneet op de topspe-
lers in de leidende clubs dat de
K.N.V.B. toegaf. Maar hoe moest dat
betaalde voetbal dan worden georgani
seerd? Vrijwel onmiddellijk bleek de
onzekerheid in de Bond. In de eerste
vergadering werd besloten het semi-pro-
fessionalisme alleen toe te laten voor de
eerste klassers (toen 52). Stemming: 52
voor, 34 tegen, 11 blanco. Dat het aan
tal van de voorstemmers klopt met het
toenmalige aantal eerste klassers is uiter
aard geen toeval. Maar al spoedig moch
ten naar eigen keuze ook de „la
gere clubs" meedoen en ten slotte kwam
er een compromis tot stand tussen de
K.N.V.B. en de Beroepsvoetbalbond:
alleen de K.N.V.B. bleef in stand, de
Beroepsvoetbalbond stapte daar binnen
met tien clubs.
Autoschade en moffelinrichting Gerard Doustraat128Tel.714409 Laagte Kadijk43aTel.224621 Amsterdam
11