Mixed Pickles o.v.v.o. BeGunstiGinG van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Jacques vail Ooy t Het gebeurt zelden dat het voor goed heengaan van iemand die 88 jaar oud was een zó diepe indruk maakt als het geval was toen Jacques van Ooy overleed. De vele, zeer vele A.F.C.ers en A.C.C.ers die op Westerveld waren om hem de laatste eer te bewijzen begrepen dat met het heengaan van onze „grand old man" zoals de sprekers hem terecht noemden een tijdperk werd afgesloten. En wel het eerste van onze club dat nog gepersonifieerd werd door Jac. van Ooy, die 73 jaar lid van A.F.C. was, van A.C.C. sinds haar oprichting dus bijna een halve eeuw en tot zijn dood toe meelééfde en meedacht met die beide clubs die zijn hart hadden. De sprekers op Westerveld hebben hem geschetst. Jac. van Ooy heeft zijn firma opgericht op 15 april 1912, zijn mede-firmant Gerritsma noemde hem een commercieel talent die gevoel had voor inter-menselijke verhoudingen, voor zijn personeel een vader was en een grote leegte achterlaat. A.C.C.-voorzitter de Bruin sprak over de geestelijke rijkdom van de overledene en bracht ook namens de jongeren dank voor wat die geestelijke rijkdom voor hen in A.C.C. betekende. (Men zie tevens het ,,In Memoriam" van voor zitter Kappelhoff, die namens A.F.C. sprak). Ik heb Jacques van Ooy altijd bewonderd om de evenwichtige wijze van optreden, ik heb hem niet wild enthousiast gezien in de gouden jaren van 1917 tot 1920 maar hem ook niet down meegemaakt of hem heftige verwijten horen maken toen het daarna zo intens slecht ging. Jacques van Ooy bleef altijd „stabiel", eigenlijk heb ik hem nooit „jong" gevonden maar ook nooit gevonden dat hij „ouder" werd. In alle omstandigheden goed of slecht bepaalde hij zijn standpunt en bleef bij dat standpunt. Toen er jonge mensen in het bestuur kwamen Dick Bessem, Jaap van Nek en ik werden benoemd toen wij 25 of 26 waren gaf dat heel wat discussies met erelid Jacques van Ooy die toen 45 was en 16 jaar bestuurslid op zijn naam had. Al spoedig bleek het verschil in opvatting tussen een jongere en een oudere generatie. Het ging A.F.C. bar slecht en nu wilde ondergetekende die nog wel eens kan doordraven de toen nog prach tige tribunes verkopen en weg laten halen om aan geld te komen. Jacques van Ooy wist dit, goed gedocumenteerd en uiterst rustig te torpederen. Maar toen vonden de jongere bestuursleden dat wij moesten proberen de inkomsten te ver hogen inplaats van de uitgaven te verlagen. Er waren kansen om de terreinen onder te verhuren; Jacques was tegen. Maar verloor, de terreinen wérden onder verhuurd. Ik vond het geweldig dat de Arbeiderssportbond ons fl. 600.be taalde (dat is zeker zo iets als twee mille nu!) om bij ons op twee voetballoze Pinksterdagen sportdemonstraties te houden. Maar na dat feest zei Jacques zonder enige stemverheffing tegen mij: „De rode vlag woei op A.F.C.". Verder niets. Ik vond dit héél erg en begreep pas later dat Jacques van Ooy in goede en slechte tijden steeds stijl wilde handhaven. Vijf jaar later heb ik dit in positieve zin ervaren. Het jaar 1930 gaf een optelling van moeilijkheden; het grootste pro bleem was dat wij onze huur met de Gemeente moesten verlengen en de A.B.L.O. als tegenspeler kregen. De A.B.L.O. wilde de terreinen hebben en trok de strijd in politiek vaarwater. Wij kregen een onderhoud met wethouder Polak en daar maakte ik Jacques op zijn best mee. Rustig, niet geëmotioneerd, zonder enige stemverheffing zette hij uiteen dat A.F.C. echt wel iets anders was dan zo maar „een clubje van zoons van rijke vaders". De wethouder zelf S.D.A.P.-er luisterde geboeid en de huur met A.F.C. werd verlengd. Na afloop van dat gesprek (ge kunt U wel indenken hoe blij de bestuursleden waren) zei Jacques alleen maar: „Het is warm vandaag. Ik zou wel een pils lusten bij Kleine Poolman. Daar zit je rustig." Het is eigenlijk logisch dat zó iemand de „grand old man" geworden is. Jacques van Ooy zal een begrip blijven voor A.F.C. en voor zijn vrienden, die bij hem thuis gesprekken met hem konden hebben, onvergetelijk. Niet gehaald Het kampioenschap van het eerste is dus niet geprolongeerd in dit jubileumjaar, teleurstellend maar zeker niet on verdiend. Teleurstellend omdat onze ploeg nu en dan voortreffelijk voor de dag kwam zoals tijdens de Engelse toer en in verschillende wedstrijden, maar niet onverdiend omdat die zin geschreven moet worden met de woorden „nu en dan", het was nu en dan ook verrekt slecht. Om tot een goede indruk te komen van dit seizoen geven wij eerst de resultaten tegen de verschillende competitie-genoten en daarna de totalen in de thuis- en de uitwedstrijden. A.F.C. boekte de vol gende scores: 2 2 4 4—1 Alkmaarse Boys 2 2 4 2—0 J.O.S. 2 2 4 3—1 H.R.C. 2 1 1 3 4—1 D.C.G. 2 1 1 2 3—2 Hollandia 2 1 1 2 4—4 Z.V.V. 2 1 1 2 3—3 S.D.W. 2 1 1 2 2—2 de Spartaan 2 1 1 1 1—3 Stormvogels 2 2 2—4 Uithoorn 2 2 2—5 Deze 22 wedstrijden waren als volgt verdeeld: Thuis: 11 6 1 4 13 16—13 Uit: 11 5 1 5 11 14—13 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1970 | | pagina 5