Mixed Pickles IMMMHhHHH BequnstiGino van onze aöveRteeRöeps, houöt öe schakel in stanö Publiek T n deze tijd van bierflesjes gooiende, het terrein opstormende en scheidsrechters aftuigende voetbalsupporters is het een verademing te constateren dat er ook ander publiek is. Eresaluut aan de supporters van D.C.G. in wier midden Roel van Nek en ik zaten tijdens de wedstrijd A.F.C.D.C.G. Dat begon al vóór de wedstrijd. „Hier zie je nog eens wat" zei een opgetogen D.C.G.er tegen zijn buurman. Nu kwam er inderdaad een „snoepje van de week" langs; A.F.C. is van de vroegste tijden tot op heden bekend geweest om het vrouwelijk schoon dat de overdekte vroeger „de ban ken" bevolkte en bevolkt om „die jongens in de rode trui met de zwarte band" aan te vuren. Er zijn door A.F.C. wedstrijden gewonnen dank zij schoonheden op de tribune voor wie spelers het „overwinnen of sterven" gaarne in de practijk wensten te brengen. „Het zijn hier net de Engelse wedrennen" zei even later die buurman en dan voel je wel enige trots; Goed Genoeg op één niveau met Ascot. Zie je maar weer de zegenrijke invloed van de televisie. Toen begon de wedstrijd en de D.C.G.enthousiasten waren het er al gauw overeens dat A.F.C. beter speelde. Dat was zo, maar nou hoorde je het ook eens van een ander. Toen bij de stand 20 aan D.C.G. een strafschop werd toegewezen snapten zij er niets van en toen de penalty gemist werd zei een van de D.C.G. supporters: „Dat's maar goed ook, want het was geen penalty". Wat fijn dat er in deze tijd nog zó gereageerd wordt. Ge zult het niet horen voor de radio en niet zien voor de televisie. Want daar wil men juist de „keet" naar voren brengen, het „onbehagen", het „protest". Deze voor beeldige D.C.G.ers maakten de ontmoeting tussen A.F.C. en D.C.G. voor hen en voor ons tot een genoegen. Legende Carmiggelt heeft eens een hele mooie serie geschreven: „Wordt geen regisseur", „Wordt geen toneelcriticus" enzovoort. Ik zou hieraan kunnen toevoegen: En ga nooit een boekje schrijven voor een club of organisatie, die uit de vorige eeuw dateert en geen behoorlijk archief heeft. Fijn voor mijn opvolger: Hans Rooze zal wel zorgen dat het beter wordt. Maar voorlopig is het ergste dat mensen op hun geheugen gaan werken en dan krijg je een legende-vorming, waarvan je koud wordt, als je de zaak gaat controleren. Op Goed Genoeg vonden de „oudjes" dat Jan van Gessel een prima bestuurslid geweest was. Maar óók nog een prima-voetballer? Man: la-me-niet-lache. En laat Jan van Gessel nu in het eerste grote kampioenschap (1905-'06) als middenvoor top-scorer zijn geweest! Met Paul Meijer ook een mooi verhaal gehad. Ik ben bezig met een hoofdstukje „A.F.C.ers in Oranje-trui" en dus moet je daarbij ook de spelers van het Nederlands Jeugd- Elftal hebben. Een hele uitzoekerij hoor. Zegt iemand, op wiens geheugen ik nooit tevergeefs een beroep deed: „En Paul Meyer heeft in acht-en-veertig ook voor het Jeugdelftal gespeeld. Dat weet ik positief en kijk-het-maar-na". Ik na kijken, in de Schakels, in de Handboeken van de K.N.V.B., géén Paul Meyer. Dan maar weer secretaris Jan van Dijk inschakelen, hij zal dan wel uitkomst kunnen brengen. Jawel hoor, na zus-en-zoveel intercommunaaltjes en heen-en-weer geschrijf komt antwoord: „Paul Meyer was reserve in een wedstrijd, die wegens de weersomstandigheden niet is doorge gaan". Dank U wel. Tot Uw dienst. Van Emmenes Dat was dan Jan van Dijk. En dan nu al een woord van dank aan de „voetbalprofessor" ir. A. (voor zijn vrienden Ad) van Emmenes. Hij is een van de meest merkwaardige lieden die ik ken. Deze Amsterdammer werd op jonge leeftijd - ik meen 25 ingenieur („Delft" en dat zegt genoeg). Kon niet direct een baan krijgen, liep bij Moorman binnen die toen de „Sportkroniek" redigeerde en werd door de voetbaljournalistiek zo gegrepen dat hij daarin zijn levensvervulling zag. Zijn wiskunde-aanleg dreef hem tot het bestuderen van „systemen". Hij verdedigde in '34 het beruchte spel van K.F.C. en gaf beschouwingen over W-formatie en M-formatie die hun tijd ver vooruit waren. Na de oorlog (vooral na de 82 débacle tegen Engeland in Huddersfield) was hij de felle propagandist van het „stopperspilsysteem" en wat hij niet van 4-3-4 of 2-5-4 of 1-10-0 afweet kan je gevoeglijk op de achterkant van een dubbeltje schrijven. En weet U, dat hij als actief voetballer in A.F.C. begonnen is? Dat was in 1916. Na zijn verhuizing werd hij speler (later voorzitter) van de inmiddels ter ziele gegane, ooit zeer sterke D.V.V. (Duinoordse Voetbal Vereniging) in den Haag. Ik heb met de Veteranen een paar keer tegen hem gespeeld: D.V.V.-veteranen en Sportjournalistenelftal. Als van Emmenes net zo zou schrijven als hij ooit voetbalde, dan liep hij nu in de steun. Deze voortreffelijke collega heeft het prachtigste voetbalarchief dat in Nederland bestaat en staat altijd klaar om te helpen. Als iemand hem opbelt al zou het zijn grootste concurrent zijn en zegt: „Luister effe Ad, ik zit een stukkie te schrijven en moet ineens weten wie op Oudejaarsavond 1921 rechtsbinnen was in de wedstrijd GroningenTimboek- toe" dan heeft hij binnen twee minuten antwoord. Van Emmenes heeft een voor A.F.C.ers merkwaardige afwijking: hij is principieel geheelonthouder en niet-roker. Maar hij is er niet vervelend mee; vlak na de oorlog, toen je op persconfe renties twee rantsoen-borreltjes kreeg, liet de goede Ad zich een borrel inschenken en ruilde dat dan glimlachend tegen het inmiddels leeg geworden glaasje van een niet-geheelonthoudende collega. Eerlijk is eerlijk: Ad van Emmenes kan best de Bols in het glaasje zien schijnen. En als straks dat boekje van mij uitkomt en er staan niet te veel feitelijke on juistheden in, denken jullie dan even aan Jan van Dijk en Ad van Emmenes. Kampioen! Ziezo, de eerste A.F.C. Kampioen in seizoen 1969/1970 is binnen. Dat is de ploeg die in de Sportquizz van „de Club van 144" bestaande uit prominente sportfiguren en sportjournalisten onze club vertegenwoordigde. Secretaris Jan van Dijk en de eerste elftalspelers Ernst Seunke en Jos Kemna versloegen achtereenvolgens een ploeg sportjournalisten (Max Adriani Engels, Jan Libèr en Barend Schilperoort) en een ploeg wereldkampioenen (Jan Derksen, Henk v. d. Grift en Geertje Wielema). Dat was dus niet kinderachtig. De gang van zaken was als volgt: Er waren twee ronde's van zeven vragen. Voor een goed beantwoorde vraag werd 10 punten toegekend, voor een gedeeltelijk goed beantwoorde vraag 5 punten. Uitslagen: A.F.C.Sportjournalisten 7065, A.F.C.Wereldkampioenen 7040(!) Knap werk! ÊÊÊM

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1969 | | pagina 5