Mixed Pickles
BeQunstiGtno vati onze aöveRtee.Röeps, houöt öe schakel in stanö
In de put?
I n een overigens bijzonder interessante beschouwing in „zaken, die ons raken" over de zilveren Bal trof mij de vol
gende zinsnede: „Door de grote omwenteling in het Nederlandse voetbal raakte het Haagse amateurvoetbal in de put.
VUC degradeerde als laatste eerste klasser in 1968." Dit is een rare zin maar ik kan mij niet indenken, dat de afgang
van de grote Haagse amateurclubs VUC en HBS matige tweede klassers, Quick een matige en HVV een zwakke derde
klasser de schuld is van het betaalde voetbal. Het is wel opvallend dat juist in Amsterdam na de splitsing het ama
teurvoetbal sterk ging opleven; het feit dat in de eerste klasse A thans zes Amsterdamse clubs uitkomen is daarvan een
bewijs dat niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Amsterdam zes eerste klassers in het amateurvoetbal, den Haag nul.
Deze hoofdstedelijke suprematie en dat Haagse falen hebben niets te maken met het betaalde voetbal. Maar als ik
bij mijn Haagse kapper een HVV speler hoor beweren „dat hij dat trainen wel gelooft, want hij speelt voor zijn lol"
dan moet HVV niet gek kijken als zij ergens onderaan de derde klas bengelt. Ik vrees, dat de mentaliteit van diverse
Haagse voetballers net zo veel te wensen overlaat als die van de hedendaagse cricketers; het cricket-niveau daalt ook be
denkelijk omdat tal van cricketers dat geldt helaas ook voor ACC te beroerd zijn om te trainen. En voetbal en
cricket leert men nu eenmaal niet aan de bar, maar op het veld en in de Kooi.
„Ik speel voor mijn lol" maar dan denk ik toch aan een heel verstandige opmerking van voorzitter Kappelhoff
die in een interview zei: „Maar de borrel smaakt toch beter als je gewonnen hebt." Inderdaad dat geldt voor alle spel
en sport en zeker voor sport die in competitieverband wordt beoefend. Want competitie komt van het Engelse woord
„competition" hetgeen „mededinging" betekent. Wie dus in competitiewedstrijden uitkomt, „dingt mede" naar de
grote prijs: het kampioenschap. „Spelen voor je lol"? Accoord, maar de grootste lol heb je, als je kampioen wordt.
Dan heb je pas voor je lol gespeeld. Gelukkig hebben wij in AFC dat de laatste jaren keer op keer ervaren. Maar voor
alles moet nu eenmaal een prijs betaald worden en de prijs, die je voor die lol van het kampioenschap moet betalen is het
laten schieten van andere lolletjes als daar zijn de fles, de tabaksdoos en de warme kachel. Wie die prijs niet wil beta
len moet eigenlijk niet „mededingen" en de schuld van zijn falen zeker niet in de schoenen van het betaalde voetbal
schuiven.
Lief en leed
De KNVB heeft de competitieboeken over het seizoen 1968-1969 afgesloten. Wie van cijfers houdt ik ben geen
Chris Schroder, maar word door competitiestanden toch altijd gefascineerd ziet in die standen een zekere „trend".
Als het een club goed gaat dan gaat het meestal over de hele linie goed en het omgekeerde is ook waar. Een paar voor
beelden van clubs die wij AFC-ers heel goed kennen, zullen dit bevestigen.
Onze oude tegenstandster TOG die ons in 1946 de promotie naar de eerste klasse blokkeerde en daarna afzakte tot
in de vierde klasse beleeft een schitterende „come back". Het eerste werd kampioen van de derde klas; en ziet, het twee
de elftal volgde dit schone voorbeeld en promoveerde naar de reserve tweede klasse. Maar nu andersom: Good old Her
cules degradeert (met 7 punten uit 24 wedstrijden, brr. naar de derde klas en Hercules 3 duikelt naar de afdeling. Het
zelfde gebeurde het vroeger machtige RFC uit Rotterdam doch daar betrof die tweede degradatie het vierde elftal. Onze
vrienden van de Spartaan zullen duchtig op hun tellen moeten passen; het derde moest beslissingswedstrijden spelen om
niet naar de Afdeling te degraderen en zodoende wordt de afstand tussen het eerste en de reserves te groot.
De rol van de „Zwarte Schapen" eens zwaar gesteund door zesdaagse-organisator Vyth. die daarna zijn aan
dacht richtte op Zwolse Boys(!) is uitgespeeld. Het eerste elftal, dat in één ruk „door zou stoten" via de hele ama-
teurpyramide naar betaald voetbal eindigde als matige derde klasser en het tweede degradeert naar de Afdeling.
De teruggang bij OSV een oude, gewaardeerde en felle tegenstandster is betreurenswaardig. OSV degradeert
naar de derde klasse, OSV 2 naar de reserve derde klasse. Het lijkt wel of OSV het overgaan van Rensenbrink naar het
beroepsvoetbal nooit te boven is gekomen. Dan deed het ook herhaaldelijk „geplunderde" WW uit Winschoten het be
ter. Na spelersverliezen van de eerste naar de derde klasse, maar nu tenminste weer terug in de tweede klas. Merkwaar
dige verschuivingen in het Noorden overigens. Be Quick (Groningen) promoveerde naar de eerste klas, maar Frisia de
gradeerde naar de derde klas. En nog een andere „good old" streek de vlag; Robur et Velocitas (schat van herinnerin
gen uit het AROL Bekertournooi en voor de oudste veteranen) degradeerde naar de derde klasse.
Eigenlijk onbegrijpelijk is de degradatie van Swift naar de Afdeling, want men zou toch zeggen dat Swift op het
Olympiaplein echt wel „goed zat". Maar ja, ook het eens roemruchte Baarn zakte naar de vierde klasse en had daar
ook geen concurrentie. Begrijpelijker is de degradatie naar de Afdeling van onze onderhuurder ASV/Arsenal. Psycholo
gisch begrijpelijk althans. Wanneer je een kamer hebt gehuurd bij mensen die het steeds beter gaat en jij zit bij een
kopje thee terwijl je boven het feestgedruis hoort, dan gaat het je zelf bijna automatisch slechter. Sterkte, Arsenal!
Om te zoenen
Als je over zoenen geschreven hebt dan raak je het gewoon niet meer kwijt. Maar het is toch ook om te zoenen
het daverende sukses van ons eerste elftal in het langzamerhand grootste tournooi; het „revanche der kampioenen" tour-
nooi in Vlissingen. Wat een score! In drie wedstrijden (Roermond, Middelburg en Vlissingen) vijf punten en een score
van 4-1!
Hé, wacht eens even. Een score van 4-1 hadden wij ook in 1919 na de eerste „ronde" om het kampioenschap van
Nederland. Zou dat misschien een prachtig voorteken zijn in verband met het aanstaande jubileum-seizoen?
Vooruit jongens, zet 'm op!
Harry Scheepstra t
Op Westerveld, waar velen aanwezig waren om Harry Scheepstra, op 53-jarige leeftijd geveld door de ziekte waar
tegen nog geen kruid gewassen is, de laatste eer te bewijzen, dacht ik niet aan AFC of ACC hoeveel hij ook voor die
clubs heeft betekend en hoeveel die clubs voor hem betekenden maar aan die onvergetelijke dag op de Dam, toen on
ze Koningin Wilhelmina haar triomfantelijke intocht maakte in haar hoofdstad, Amsterdam. Op het bordes waren enkele
mannen aanwezig om de Vrouw, die het symbool was van het Verzet in de jaren 1940-1945, te begroeten. Koningin Wil-