Mixed Pickles Beounstiqina van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Gehoord Op Goed Genoeg hóór je nog eens wat. AFC I speelt tegen „dear enemy" JOS. Goal! 10 voor AFC. Maar de scheidsrechter heeft buitenspel geconstateerd en annuleert het doelpunt. De spelers, juichend naar de middenlijn gegaan, lopen terug. Vraagt iemand: „Wat is dat nou?" waarop John Eylders achteloos repliceert: „Oh, dat is de herhaling". Een supporter, uit den Flaag overgekomen, vraagt: „Waarom beginnen we tegenwoordig om half drie?" Hij krijgt prompt ten antwoord: „Dat is voor de Haagse supporters, dan kunnen die ook op tijd zijn". Het dertiende Uw, mijn, ons aller ongelooflijke dertiende komt thuis met een 2(J1 overwinning. Nu is, zoals U weet zo ongeveer de halve Effectenbeurs lid van AFC. Zegt een Beursman: „Waarom kunnen we nou hier ook geen clearing maken? Vier goals tranfereren naar het eerste, dan is toch iedereen tevreden?" En deze is speciaal voor onze lezers buitengaats die zich niet regelmatig aan de humorbron op Goed Genoeg kunnen laven: Een klein, aggenebbisj-mannetje, dat altijd pech heeft, krijgt ook een beetje de wind van de welvaart in de zeilen en kan een tweedehands DAF-je kopen. Hij rijdt zielsgelukkig op één van onze polderdijken, maar daar gaat het wéér mis met hem. Een barre vrachtwagen zet door en drukt hem van de dijk. Daar ligt dat DAF-je en de schlemiel staat er maar treurig bij. Maar daar komt al een witte Porsche aanstuiven: de wrekende gerechtigheid. Een agent springt er uit en roept: „We zagen het uit de verte gebeuren. Wat een schoft. Hebt U z'n nummer genoteerd?" „Nee", zegt dat mannetje, „maar ik heb wel zijn naam". „Fijn" zegt die agent en pakt zijn boekje en zijn potlood. „Gauw meneer, we grijpen hem nog vóór de middag. Hoe heet-ie?" Zegt dat mannetje: „Ik heb direct naar z'n naam gekeken hoor. Max Laadvermogen". Ben Roode Iedere AFCer vond het jammer maar toch ook wel weer begrijpelijk dat destijds Bennie Roode overstapte naar het betaalde voetbal. Wat staat er nu in een interview met hem? „Hoe lang denk je nog mee te gaan" vraagt de interviewer, waarop Ben Roode (als ik zijn naam schrijf denk ik weer aan die prachtige 60 tegen DCG, inderdaad: tegen DCG) antwoordt: „Vijf jaar schat ik zelf dat ik nog mee kan en dan ga ik terug naar AFC want ik heb daar een fijne tijd ge had." En dat is wel een van de prettigste opmerkingen die over onze club kunnen worden gemaakt. Ben Roode hebben wij node zien gaan, allicht, hij was een prima-vent en een prima-voetballer. Maar de band tussen hem en de club van zijn jeugd werd niet verbroken. Als hij straks een streep zet onder een, naar ik voor hem hoop, aangename bijverdienste dan gaat hij terug naar AFC, „want daar heeft hij een fijne tijd gehad." En daar zal hij weer een fijne tijd krijgen! Zoenen Is er nu heus niets aan te doen, KNVB? Moét dat nou, dat weerzinwekkende gedoe als er dan eens een doelpunt ge maakt wordt? Dat stomme gedoe van spelers die dan al maar met stompende armen ronddazen over het veld en dat bij slecht weer is het gewoon vies op elkaar klimmen van lelijke, bemodderde, bezwete mannen? Het is tijdens de Sportrevue zondagsavonds niet meer om aan te zien, je bent gewoon bang dat er een doelpunt wordt gemaakt want dan gaat het weer van een soort modderige homo- en zo, waar je doodmisselijk van wordt. Stel U voor, dat ze bij Philips of bij Unilever ook zo zouden doen. Er wordt een televisieapparaat verkocht of een doos Unox-worstjes en dan hollen Frits Philips of Harold Hartog gillende de gang op, al maar met hun vuisten zwaaiende en in het ledige grijpende, en de sales manager, de reserarchman en de reclamechef springen dansende en zoenende boven op genoemde Philips, subsidiair Hartog. Die dan twee minuten later weer diep bedroefd naar hun kamer terugkruipen want inmiddels hebben de Ame rikanen of de Moffen óók een televisietoestel of een paar worstjes verkocht. Dus de stand is weer gelijk. Niemand zou dit aanvaarden. Waarom moeten wij dit met voetbal dan wél aanvaarden? Aan het eind van het seizoen: kampioen geworden of aan de degradtie ontsnapt, allez, juich en buitel. Maar niet voor ieder doelpunt in iedere wed strijd „in september, in the rain Rectificatie Nu heb ik het duidelijkste handschrift van alle journalisten die zich in Nederlandse taal proberen uit te drukken, ik ben gewoon populair bij alle typografen, en dus komen in mijn stukjes de meeste fouten voor. Het was niet Ans Suyver, die Henk van Weelde toesprak maar Zus Suijver. En het is geen „ernstige" zaak dat wij vier elftallen in de hoofdbond (Zondagcompetities) hebben, maar een ja wat stond er eigenlijk? Prettig of zo, maar zeker niet „ernstig". En wat zou ik het heerlijk vinden als nu eindelijk iemand die in de AFC Schakel over mijn copie „gaat", zoals dat heet, van mij zou willen aannemen dat die Rotterdamse club, waarover ik wel eens schrijf, Neptunus heet en niet Neptunes. (Getypte kopie kan veel narigheid voorkomen, aldus de prille ervaring van Uw redakteur). Bond Welke clubman denkt wel eens aan „de Bond", aan de KNVB „ergens" toch ook onze KNVB. Weineen: de Bond, dat is den Haag" en voor de gemiddelde Amsterdammer is „den Haag" een verzamelnaam voor alles dat hem in zijn dadendrang remt. Een optelsom van robots met voorschriften, onleesbare stencils en boete-bepalingen. Hoe minder je je met „den Haag" bemoeit, hoe beter voor je gezondheid en voor je zenuwen, onverschillig of het de „overheid" of „de Bond" betreft. lf Maar die" Bond van ons in „den Haag" is tenslotte onze Bond en hoe zouden wij met onze meer dan veertig elf tallen uit de weg kunnen als daar, centraal in den Haag en gedecentraliseerd in steden als Amsterdam, geen geolied ap paraat was dat die hele zaak draaiende houdt? Ik ben ook een echte clubman en geen „bondsman". De enige kleuren die mij interesseren zijn rood en zwart, de enige uitslagen die mij interesseren zijn die van onze elftallen. Maar dan lees je het jaarverslag van de KNVB althans het uittreksel in het geleidelijk beter wordende „Nederlands Voetbal" en dan sta je toch even paf. In 1967-'68 namen 1060 clubs deel aan de Zondagamateurs-competities; 292 aan de Zaterdag amateurs-competities; 57 aan betaald voetbal. Verder speelden in de afdelingen 1684 clubs (1178 op zondag en 506 op zaterdag) en aan de bedrijfs- en zomeravondwedstrijden namen 2178 clubs deel. In totaal 5271 verenigingen! Die brach ten 28 308 elftallen in het veld, die 249.138 wedstrijden speelden. En om dit mogelijk te maken waren 13.973 officials in touw waarvan de overgrote meerderheid het zuiver als amateur deed. En nu even opstaan mensen en een kleine buiging maken voor „de Bond", die vervelende, lastige, boetenpikkende, onnodig alle wedstrijden afgelastende rotjongens, voor die prachtige, vrijwel feilloos draaiende Bond, onze KNVB. 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1968 | | pagina 5