Mixed Pickles Bequnsttqmq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Geen krachtsverschil Mijn ,,l ickle over het geringe krachtsverschil in de top van het amateur-voetbal heeft een reactie uitgelokt van onze nieuwe hoofdredacteur. Hij acht mijn opmerking over avondverlichting en gediplomeerde trainers wellicht een facet uit een veelheid van factoren en meent, dat ook de afroming van de amateurmelk" (het wegkopen dus van onze top is pelers door de prof-club) een nivellerende rol speelt. Het eerste ben ik met hem eens inderdaad zijn er meer (actoren al vind ik avondverlichting en gediplomeerde trainers dan wel zéér important het tweede niet. Als Pim Adriaansz gelijk zou hebben dan zou er dus een egalisering naar beneden hebben plaats gevonden. En dan beroep Ik mij op ..voetbalprofessor Van Emmenes, die in „Zaken, die ons raken" als zijn mening gaf dat het top-amateurvoetbal kwalitatief hoger ligt dan vóór de splitsing. (Als voorbeelden noemde hij A.F.C. en Neptunes.) Dan heeft er dus geen egalisatie naar beneden, maar een egalisatie naar boven plaats gehad. "Let ZO verwondelliik- Als men de competitie-indeling van IA onze afdeling dus voor 1968/69 met die van i I p ri "rcSte se'zoen met lwaa'f clubs in IA) vergelijkt dan blijkt dat zich slechts vijf clubs wisten te handhaven, n.l. A.r.C., J.O.S., H.R.C., D.C.G. en de Spartaan. Over de hoofdstedelijke suprematie gesproken. Vier van die vijf zijn Amsterdamse verenigingen! Maar Purmersteyn, Kon H.F.C., Hollandia, Watergraafsmeer (thans vierde klasser), O.S.V. Gouda (teruggekomen, thans ingedeeld in de Zuidhollandse eerste klas afdeling) en U.V.V. degradeerden. Nu zien wij in IA Alkmaarse Boys B.V.C., O.V.V.O., S.D.W., Stormvogels, Zilvermeeuwen en Z.V.V. en ik geloof, dat met uitzondering van H.EC. bijzonder ongelukkig gedegradeerd met nota bene een positief doelsaldo, deze clubs sterker zijn dan de lzkiS\/ d gede8ratleerdea Een soort kwalitatieve sanering dus? Ja. want de oorspronkelijke indeling na de splitsing in de K.N.V.B. moest natuurlijk gebaseerd zijn op de resultaten in het voorafgaande seizoen maar dat gaf uiteraard geen zuiver beeld. En zo zijn langzamerhand de bokken van de schapen gescheiden. Een enkele maal speelt het „afromen van de amateurmelk" wél een rol. Ik denk aan O.S.V. van huis uit een stel taaie rakkers maar met slechts één zeer begaafde speler, Rensenbrink. Toen Rensenbrink overstapte naar het betaalde voethal was het met O.S.V. als eerste klasser gauw gedaan. Maar dat afromen is dacht ik uitzondering en geen „factor van betekenis Zorgeloos Arie Waayer de ongeëvenaarde en onvolprezen voorzitter van de Zilveren Ploeg (de „crème de la crème" van A.F.C. en dat mag U van mij gerust letterlijk vertalen met „schuim van het schuim") was 70 jaar geworden en dat was dus gerede aanleiding om deze uitzonderlijk populaire figuur in het culturele en alcoholische zonnetje te zetten. Tot grote vreugde van de jarige waren tijdens „het avondje" op Goed Genoeg ook aanwezig een paar zeer rijpe Zilveren Ploegers die nu ook Gouden Ploegers zijn. Onze „grand old man" Jac. van Ooy en de gelukkig herstelde I. Galavazi. Nico Holtz- appel was de feestredenaar en in zijn oratorisch vuurwerk zei hij: „Arie, onder jouw leiding zijn wij zo zorgeloos" En dat was precies de spijker op de kop. Daar zaten meer dan 1400 jaren A.F.C. lidmaatschap bij elkaar om de woorden van ons clublied te citeren: „veel vreugd en leed". Maar onder het voorzitterschap van Arie Waayer, die de toverdrank der jeugd heeft gedronken zonder als Faust zijn ziel aan de duivel te verkopen, blijft de vreugd en vervaagt het leed. Je bent oud, maar je voelt je niet oud. Je bent oud, want daar loop je Jo Oost-Indië tegen het lijf en die was. een halve eeuw geleden je aanvoerder in dat toen beroemde en ook een tikje beruchte zesde elftal. Dan kan je toch moeilijk zeggen dat je jong bent. Maar dan spreekt Arie Waayer en hij koestert zich in het culturele zonnetje dat wij voor hem laten schijnen in de vorm van een Boek (met een hoofdletter) over Kunst (met een hoofdletter) waarmee hij echt blij is en dan zijn wij jong met hem. En het alcoholische zonnetje de Zilveren Ploeg is niet bepaald een onderafdeling van de overigens zeer te respecteren Bond van Geheelonthouders scheen verwarmend. Dat mocht ook wel want buiten was het 13 graden. Vroeger noemde men eind juli de „hondsdagen". De honden werden dan gemuilkorfd want anders werden ze hondsdol van de hitte. Tegenwoorig zij het ook „honsdagen" je zou er geen hond op uitsturen. En zo heeft Arie Waayer de leeftijd der sterken bereikt. Voorlopig hebben wij hem als voorzitter van ons exclusief genootschap ingehuurd tot hij de leeftijd der zeer sterken bereikt. Dan praten wij wel verder: Arie is in voor een „century". Gedenkboeken De clubs worden ouder, de „mijlpalen" worden talrijker en daarmee ook het aantal gedenkboeken, gedenkschriften en extra-nummers van clubbladen die bij het bereiken van de mijlpalen verschijnen. Wij ontvingen de gedenkboeken van H.C.C. (90 jaar) en Feyenoord (60 jaar). De jubileumuitgave van H.C.C. omvat slechts de historie van de laatste tien jaar waarbij van seizoen op seizoen elke wedstrijd op de voet wordt gevolgd. Erg conventioneel dus, maar dank zij de lenige stijl en de trouvailles van Kooistra leest men het boekje als een roman. Eén citaat: „Vijf Schiedamse karakter spelers beelden Hermes op voortreffelijke wijze uit en zweven na een fragmentarisch bezoek aan de wickets op ge vleugelde voeten nog voor de thee terug naar het paviljoen. Na enkel vermanende woorden van regisseur Stolk trekken de overigen na de thee gewone spikes aan, waarna wij er nog in slagen vier van deze lieden te verplaatsen". Wie zó over cricket kan schrijven, mag gerust tien jaar wedstrijden aan elkaar breien. „Feyenoord 60" (ondertitel: „Woorden rond daden van een topclub") is heel anders van opzet. Eindredacteur Jan Cottaar heeft het zwaartepunt op het illustratieve gedeelte gelegd en dat is letterlijk en figuurlijk prachtig „uit de verf" gekomen. Wat de tekst aangaat is Jan Cottaar van alle bekende en betreden jubileumpaden afgeweken. Dit werkt ver frissend. zodat bijvoorbeeld het voorwoord afkomstig nou ja afkomstig is van een 12-jarige junior. Verder geen „geschiedenis" in de traditionele betekenis van het woord, maar grepen uit de geschiedenis. Het werd een boeiend geheel jammer alleen, dat de enige pagina met cijfermateriaal kennelijk ongecorrigeerd aan vorm gekomen is en men wordt vervuld met respect voor de mensen „op Zuid" die dat kleine onbetekenende volksclubje hebben opgekweekt tot een grootmacht in de nationale en internationale voetbalwereld. J.W.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1968 | | pagina 5