Mixed Pickles BeGunstiGinG van onze aöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel in stanö 60 jaar 't Koggeschip Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Drukkerij 't Koggeschip opgericht door wijlen ons erelid A. (Toon) van Seventer (100 visitekaartjes voor mede-A.F.C.er Willem van Amstel, „Haaie Bill" bijgenaamd, was een van de allereerste orders) en nu al 33 jaar geleid door A. F. C. Nobelprijs winnaar M. C. van Trigt Sr., is een juweeltje versche nen. Dit juweel heet „Drie eeuwen Weesperbuurt" en is geschreven door mijn voortreffelijke collega M. G. Emeis Jr. een der beste kenners van onze goede oude Amstelstad. Het stukje over de geschiedenis van het jubilerende Koggeschip zelf is maar zeer bescheiden, doch uiterst boeiend. Je ziet er een pagina uit het Kasboek van 1917. Onder de uitgaven staat: M. C. van Trigt 4,maar er staat tussen haakjes bij dat hij even later 5,per week gaat verdienen: de eerste stap op de ladder, waarlangs van Trigt de top zou bereiken. Vele banden binden 't Koggeschip, A.F.C. en de A.F.C.'ers, persoonlijke en zakelijke. De Schakel zou niet mogelijk geweest zijn zonder van Seventer, het Gouden Boek niet zonder van Trigt. Over het 60-jarig bestaan van t Koggeschip en over zijn eigen gouden jubileum viel voor van Trigt de schaduw dat zijn voor allen, die haar kenden, onvergetelijke vrouw die jubilea niet heeft mogen beleven. Het zij hem tot blijvende steun en troost dat zoons die zij hem schonk nu óók al een belangrijke rol aan boord van datzelfde goede oude Koggeschip spelen. Overigens heeft van Trigt met zijn boek zo ongeveer het paard van Troje binnengehaald, want en als vakman en als clubman moet hij nu het gedenkboek dat verschijnen zal bij het 75-jarig bestaan van A.F.C. even mooi maken als „drie eeuwen Weesperbuurt". Nu schiet mij nog iets te binnen: van Seventer streek nog wel eens de hand over zijn hart als hij de factuur voor ons uitschreef en de redacteur verder gegaan was dan de penningmeester kon verantwoorden. „Eigen- lijk ben ik stapelgek" zei van Seventer dan. Ik hoop nu al dat van Trigt over twee jaar dezelfde woorden zal prevelen. En hiermee beëindig ik dit stukje, in warme vriendschap en grote professionele waardering opgedragen aan „Senior J. W. Mysterieus Veel is al gezegd en geschreven over de mysterieuze krachten in de sport. Bij het lezen van het jaarverslag van de K.N.V.B. heb ik weer zo iets „mysterieus" ontdekt. Als het in een club goed gaat, dan gaat het over alle linies goed, als het slecht gaat dan is het over de gehele linie mis. De rubriek „Promotie/Degradatie" geeft daarvan een paar sail lante voorbeelden. Zoals U weet zijn Z.V.V. en S.D.W. naar de eerste klasse gepromoveerd en wie zijn naar de re serve eerste klasse gepromoveerd: de tweede elftallen van Z.V.V. en S.D.W. Men zou kunnen denken dat hij een pro motie van een eerste elftal alles daarop geconcentreerd was en men op de reserves niet zo geconcentreerd was. Maar het omgekeerde bleek het geval. Dat was ook het geval met A.F.C. in de Zaterdagcompetitie. A.F.C. I promoveerde en ook het tweede Zaterdagelftal promoveerde. Maar nu het tegenbeeld. Voor Emma (Dordrecht, ooit eerste-klasser en nog in het betaald voetbal uitgekomen) was het een rampjaar. Het eerste degradeerde naar de derde klasse. Nu behoeft een degradatie van het eerste geen ramp te zijn maar het tweede en het derde degradeerden beide naar de Afdeling. Bij R.K.A.V.V., tweede klasse in West II, speelde zich ook een sportief drama af. Die club verloor in één klap het tweede en derde aan de Afdeling. Zo zijn succes en afgang blijkbaar een soort besmettelijke ziekte in een club. Mysterieuze krachten In de sport. Ik vraag mij af, waarom in het betaalde voetbal zo „slordig' wordt omgesprongen met de clubkleuren. Dikwijls komen de clubs uit in een shirt van geheel andere kleur dan de traditionele clubkleur, ook als dit niet noodzakelijk is omdat er „kleurverwarring" zou ontstaan met de bezoekende tegenpartij. Ajax-voorzitter van Praag had volkomen gelijk toen hij bij de thuiswedstrijd tegen Real Madrid weigerde Ajax in „eigen shirt" te laten spelen. Dat moest gereserveerd blijven voor de uitwedstrijd. En inderdaad speelde Ajax in Madrid een „bezielde Ik houd altijd mijn hart vast als A.F.C. I in een thuiswedstrijd in het blauw moet spelen om kleurverwarring te voorkomen. Ook al omdat dan „de vonk niet overslaat". Het publiek reageert dan merkbaar lauwer dan wanneer ons eerste in de vertrouwde rode trui met de zwarte band speelt. In Kopenhagen (twee honderd piek voor anderhalf uur flodderen, in welk beroep zou men zich dat kunnen veroor loven'') speelde het Nederlands Elftal in wit shirt met zwarte broek. Waarom niet in de befaamde oranje trui met de leeuw en witte broek? Zou dat niet een stimulans geweest zijn? Ik heb hierover een brief geschreven aan bondstrainer Kessler met vriendelijk verzoek zijn mening in de Schakel te mogen publiceren. Maar die had het blijkbaar zo druk met de wonden te likken die de Deense amateurs hem hadden toegebracht, dat hij het niet de moeite waard vond om op een brief van een amateurclub te reageren. Mysterieuze krachten. Het lijkt tegenwoordig wel of een belangrijke voetbalwedstrijd gespeeld wordt door de trainers en niet door de spelers. Die trainers voeren een „koude oorlog" en stellen de elftallen op het laatste nippertje vast. Maar ik zou veel zenuwachtiger zijn als ik de avond voor de wedstrijd nog niet wist of ik mee moest doen, dan wanneer ik een week van te voren de aanschrijving zou hebben gekregen en naar de wedstrijd toe had kunnen leven. Het is altijd net mis, als het raak moest zijn. Ajax faalde in Praag en in Madrid, Feyenoord in Lissabon en in Ma drid, het Nederlands Elftal in Leipzig en in Kopenhagen. Dat waren allemaal wedstrijden die gezien de capaciteiten van de spelers en de serieuze voorbereiding gewonnen hadden moeten worden. Schenkt men wel voldoende aandacht aan de mysterieuze krachten in de sport? Vraag De Sportkroniek vraagt: „Hoe lang moeten de 600.000 leden van de K.N.V.B. het nog meemaken, dat een ooit verdien stelijke international-arbiter, die tegenwoordig voortdurend en doorlopend het bondsbestuur en de bondsfunctionarissen op een gezagsondermijnende manier te lijf gaat, als bondsridder gehandhaafd blijft?" Het antwoordt luidt als volgt: „In ons democratische Nederland wil het dragen van een onderscheiding met zeggen, dat men hielelikker moet worden. Leo Horn, die ons land op het gebied van sportvertegenwoordiging in het buitenland onschatbare diensten heeft bewezen, is gerechtigd om kritiek uit te oefenen op situaties of functionarissen „zelfs" op bondsbestuurderen die hem niet bevallen. Maar volgens de „Sportkroniek" mag dat met. Je bent bondsridder, dus heb je je waffel te houden. „Tolweg locuta, causa finita. Zilveren Ploeg De bijeenkomsten van de Zilveren Ploeg groeien voor de Ploegers meer en meer uit tot de hoogtepunten van het laar Dit is niet te verwonderen eigenlijk is een bijeenkomst van de Zilveren Ploeg te vergelijken met een vroeger reunisten-diner, dat met het steeds groter worden van A.F.C. evolueerde tot jaardiner en daarmee uiteraard zijn vroe gere intimiteit 'verloor. Deze sfeer vinden de naar sfeer snakkende „old-timers" terug in de Zilveren Ploeg, niet in het 3

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1967 | | pagina 5