V/an de
Dit is de Schakel die komt hinden.
De oude club aan d'oude vrinden.
Redaktie: H. de Bie, Camera Obscuralaan 2 16, Amstelveen, tel. 0 2964-1 8278
Administrateur: O. J. v.d. Heul, Hobbemakade 115T Amsterdam-z. tel. 714194
Typografie: Drukkerij Joh. Meijer, Kanaalstraat 132. Telefoon 180710, Amsterdam-w.
47e Jaargang
september 1967
No. 2
De competitie
draait weer. Het eer
ste begon goed met
twee kleine
overwinningen op
Alkmaarse Boys en
JOS. Verleden jaar
leverden die twee
wedstrijden slechts
twee punten op, dus
Minder goede ge
luiden over de reserve-elftallen, van wie
het derde het nog het best deed met één
overwinning en één nederlaag, terwijl
twee en vier het niet verder brachten dan
één punt uit twee wedstrijden. Ik zag
beide wedstrijden van het tweede en dit
elftal kan beslist veel beter als iedereen
zich maar volledig inzet.
Heeft het AROL-tocrnooi nog waarde?
Het onbevredigende verloop van de
A.R.O.L. 1967 doet deze vraag rijzen
en het lijkt goed dat wij ons hierover
bezinnen. Laten wij eerst eens nagaan
waarom in 1923 de iniatiefnemers de
A.R.O.L.-beker hebben ingesteld. Het
ging zo dat wijlen ons ere-lid Gé Bosch
een prachtige beker schonk, die de naam
kreeg van de veel te jong gestorven Tony
van Lierop.
I. Galavazi was de grote man die be
greep wat het A.R.O.L.-toernooi zou
kunnen worden: de officieuze opening
van het Amsterdamse voetbalseizoen.
Zijn onvermoeid werken leidde er toe
dat de toonaangevende clubs in Amster
dam Ajax, D.W.S.. Blauw-Wit o.a.
min of meer geregeld inschreven voor
ons toernooi, dat al spoedig een groot
succes werd. Het publiek vond weer de
weg naar ons veld. Er werd weer over
AFC gesproken en geschreven. De re
denen die tot het instellen van dit toer
nooi leidden waren:
1. De club (die in twee jaar tijd van de
eerste via de overgangs klasse naar
de tweede klasse was gedegradeerd)
voor verder afglijden te behoeden.
2. A.F.C. aan de broodnodige inkom
sten te helpen.
3. Uiterst nuttige oefenwedstrijden te
spelen tegen veelal sterkere tegen
standers.
4. Een band te leggen of te versterken
tussen AFC en de deelnemende
clubs.
5. Bij het begin van het seizoen alle le
den bijeen te hebben.
6. Het Amsterdamse voetbalseizoen of
ficieus te openen.
De volgorde van deze zes punten is
willekeurig gekozen. Het AROL-toer-
nooi heeft in de jaren vóór de invoering
van het beroepsvoetbal prachtig aan de
doelstelling beantwoord en het was niet
meer dan logisch, dat in 1954 door het
toenmalig bestuur besloten werd het
toernooi, dat traditioneel vele jaren lang
het hoogtepunt van het seizoen had ge
vormd. ondanks de veranderde omstan
digheden te handhaven. Maar wij schrij
ven nu 1967 en het gaat niet aan alléén
ter wille van de traditie een toernooi te
handhaven, dat naar het oordeel van ve
len zijn tijd heeft overleefd. Tenslotte
moest ook de Olympische Dag, eens een
hoogtepunt in de Amsterdamse sport
wereld, verdwijnen door gebrek aan be
langstelling.
Want wat is er nu van de oorspron
kelijke doelstelling overgebleven? De
punten 1 en 2 zijn vervallen. Wat punt
3 betreft: oefenwedstrijden worden na
tuurlijk altijd gespeeld, maar dat be
hoeft niet noodzakelijk in AROL-ver-
band te gebeuren. Punt 4 kan evengoed
worden verwezenlijkt zonder toernooi.
Punt 5 is een lachertje geworden. Ja, het
lijkt wel of wij onze leden voor alles en
nog wat bij elkaar kunnen krijgen, be
halve voor het AROL-toernooi, Ook de
belangstellenden van de overige deelne
mende clubs zijn uiterst gering in aan
tal. Als er bij de laatste AROL 200
mensen waren is dat veel. Van punt 6 is
tenslotte in het geheel geen sprake meer.
Waar ondanks alle moeite die velen
zich elk jaar weer geven om het toer
nooi organisatorisch goed te doen sla
gen, de sfeer veelal zoek is ook na
afloop, ondanks instelling van een thé-
dansant, dienen wij ons af te vragen of
het niet zaak is het volgende jaar op
een bijzondere wijze waarvoor plan
nen bestaan die nog wat nader moeten
worden uitgewerkt afscheid te nemen
van ons zo trotse toernooi. Maar voor
het zover komt - er is nu nog alle tijd
zou ik bijzonder graag uw reactie ver
nemen.
HENK KAPPELHOFF