Mixed Pickles
NYLONKOUSEN!
Bequnstiqinq vaii onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
Boer Koekoek
T7oor de Algemene Vergadering van „Goed Genoeg" zaten we rond de grote tafel een biertje te drinken. Daar komt
Henk van Weelde aanbenen. (Henk van Weelde komt niet aanwandelen of aanlopen, die komt aanbenen). Hij
bracht een jonge man mee „een nieuw en belangstellend 'id. Mag ik hem even voorstellen? Hij heet Koekoek,
maar hij doet niet aan politiek hoor." Heren politici moesten eens weten, hoe zij door hun gehannes hun vak hebben
gedevalueerd. Je kan in een beetje behoorlijk milieu bijna niet meer zeggen dat je politicus bent. Iemand kan in zijn
club neerploffen en zeggen: „Ik ben doodmoe. Ik heb vannacht nog 10.000 kilogram boter met een pantserauto over
de grens gesmokkeld" en dan heeft hij zijn gezicht niet verloren. Iemand kan desnoods zeggen: „Ik eet van de walletjes"
en dan komt hij wel in de buurt van de politici want die eten dan niet van de walletjes maar proberen van alle wal-
Enfin, we staan netjes op en noemen onze namen. Dat doet dus ook onze honkbalvriend Boer en zo klinkt prompt:
„Boer" „Koekoek". Daverend gelach.
Vooral onze oudere leden zullen met gemengde gevoelens naar de Televisieuitzending gekeken hebben, waarin
Wiarda van de Volewijckers een S.O.S. gaf om geld, waarmee hij het einde van het seizoen hoopte te halen. Het
was op zichzelf een sympathieke uitzending, die bewees dat Bob Spaak een goedhartig man is (Volewijckers is waar
achtig niet de enige semi-profclub die in nood zit) en dat Wiarda een man is met clubliefde. En de ouderen die jaren
geleden ons eerste vergezelden op zijn altijd zware reis naar het onvergetelijke, even gezellige als gevreesde Mosplein
ill Amsterdam-Noord zullen echt met Wiarda hebben kunnen meeleven. Met de mens Wiarda, niet met de zaak waar
voor hij streed. Hij betoogde n.l. dat het voor het zeer snel groeiende Amsterdam-Noord (daar komen straks 120.000
mensen te wonen) „een ramp" zou zijn. als zijn club zich uit het betaalde Voetbal zou moeten terug trekken. Toen heb
ik toch wel even met mijn ogen zitten te knipperen. Een ramp zo voor Amsterdam-Noord zijn als de scheepswerven moeten
sluiten of als de dijken breken. Maar het is toch geen ramp als Volewijckers weer in de amateurklasse gaat spelen?
In een daarop volgend interview met Rien Bal in de radio-uitzending „Van start tot finish" ging Wiarda dieper op
de zaak in en werd pathetisch over de „passieve recreatie". Dit is een veel misbruikt modewoord en Wiarda was er
volkomen naast.
Elit de pleite van de Volewijckers blijkt namelijk, dat deze c ub juist niet de door het publiek gewenste „passieve
recreatie" weet te bieden, want anders liepen de recettes niet zo desastreus terug. Om nu eens voorbeelden aan te
halen: Hoe zou men het vinden als René Sleeswijk of Bernard Haitink voor de televisie met de bedelnap zouden ko
men omdatSnip en Snap hun rol niet kenden of de violisten van het Concertgebouw er naast zouden strijken?
De zaak is n.l. doodeenvoudig deze, dal het zeer critische Amsterdamse publiek het vertikt duur geld neer te tellen voor
slecht betaald voetbal. Maar men blijkt niet in staat te zijn de fout bij zichzelf te zoeken. Blauw Wit bestond het om
te vertellen dat „de loop uit het Olympisch Stadion is." Het Olympisch Stadion heeft tal van goede tram- en busver
bindingen en Ajax heeft alleen lijn 9, maar bij Ajax vecht men om een plaats. Heel logisch, Ajax biedt de voetbal
enthousiasten wat Blauw Wit en Volewijckers kennelijk niet weten te bieden, namelijk „waar voor hun geld." En dat
is ondanks alle mooie smoesjes, vernederende bedelpartijen en oi.verantwoorde obligatieleningen „des Pudels Kern."
Waar halen de semiprofclubs overigens het recht vandaan, het monopolie te eisen van die passieve recreatie? Laat
Volewijckers maar rustig in de amateursectie komen. Zij beschikt over 29 amateur-elftallen en kan best voor een „door
mars" zorgen. Vijf en twintig jaar geleden stoomden de groen-witten in één ruk van de derde klas naar het kampioen
schap van Nederland. En dan durf ik om een fijne fles met Wiarda te wedden, dat t.z.t. Volewijckers—de Spartaan of
Volewijckers—A.F.C. (het Amsterdamse publiek is gevoelig voor wedstrijden „met historie") zeker zo veel mensen zullen
trekken als nu Volewijckers tegen Drente, Graafschap of den Bosch. Dat heet dan misschien geen „passieve recreatie" maar
gewoon „een fijne wedstrijd"
Jan Steensma was zo vriendelijk mij zijn reactie te sturen op mijn stukje „Mis" waarin ik de vele incidenten bij
het betaalde voetbal mede weet aan het premie-stelsel. Zoals U in „On dit. on dat" nu al wel gelezen zult hebben,
meent Jan Steensma dat de oorzaken van de gesignaleerde ontaarding elders liggen en hij vraagt mij nu om commen
taar. Liefst in dit nummer dan kan het in èèn moeite door.
Ik ben het volledig eens met Jan Steensma, dat „onze sport er nu eenmaal één is, waarbij het lichamelijke contact
groot gewicht in de schaal kan leggen: „Inderdaad: dat lichamelijke contact meestal niet van al te vriendelijke aard
kan tot geïrriteerdheid (consequent doorgeredeneerd tot conflicten) leiden".
Maar er is een groot verschil tussen hetgeen Jan Steensma betoogt en wat ik signaleerde. Als ik de kans op on
aangenaamheden in de amateurwedstrijden op x stel, dan is die kans bij de wedstrijden in het betaalde voetbal x y,
waarbij de factor y dus de „premie" is die gevaar loopt zonder dat dit het gevolg behoeft te zijn van een individueel
falen der betrokkenen. Men zal dus goed doen de y te elimineren en gezamenlijk (profs zowel als amateurs) proberen de
niet geheel weg te cijferen x zo klein mogelijk te houden.
letjes te eten.
Ramp?
Mis
J. W.
Draag die kous!
5