Mixed Pickles poolt Allen mee, het is voor A.p.c. Fusies TTet betaalde voetbal zoemt van fusies. Het kon ook niet anders. Er waren en zijn teveel semi-profclubs in Nederland en als men niet tot het amateurisme wil terugkeren op de radicale wijze, waarop het Groningse Be Quick dit heeft ge daan, dan is „fusie aan de top" een oplossing. De besprekingen in Haarlem zijn een typisch voorbeeld, hoe logisch die besprekingen zijn en tevens hoe ontzaglijk moeilijk het is, zoiets te realiseren. In Haarlem zijn drie clubs uitkomende in het betaalde voetbal: Haarlem, E.D.O. en R.C.H. Hoe zij destijds alle drie voor het betaalde voetbal hebben gekozen, mag een „error of judgment" genoemd worden. Haarlem met voorsteden heeft ongeveer 250.000 inwoners. Laten wij stellen, dat hoogstens 6% van de bevolking voetbalwedstrijden bezoekt, dan zouden dus in het beste geval 15.000 toeschouwers verdeeld moeten worden over twee thuiswedstrijden. Dat is nog aan de zeer optimistische kant gerekend, want een zeer populaire amateurclub als H.F.C. trekt ook nog de nodige toeschouwers. Dus geen voldoende recette. Enfin, „onder in de zak vindt men de rekening". Haarlem, dat door de verkoop aan de gemeente van de in haar eigen dom geweest zijnde terreinen over drie ton beschikt en daarmee een der weinige niet-noodlijdende semi-profclubs is, vraagt zich af, wat zij met die drie ton moet doen. Teiug naar het amateurisme, klein, gezellig clubhuis bouwen, centrum voor het clubleven of: doorgaan in het semi-profvoetbal en die 300.000,— besteden aan de aankoop van spelers, waardoor zij ooit naar de Ere-Divisie kan promoveren? Of fusie met R.C.H. en E.D.O.? Inderdaad, wat een probleem! In R.C.H. is een „club van honderd" die zich tot de laatste ademtocht verzet tegen fusie. Het is uiteraard zo, dat zakelijk inzicht en clubliefde moeilijk te combineren zijn. Ik heb eens „roodbroeken" horen zingen: „Er is maar éne club in het land, de H.F.C. Haarlem is haar naam". Ga er maar eens aan staan, om een fusie aan te gaan met R.C.H. en E.D.O., de „erf vijanden". Hoe zou de ledenvergadering van A.F.C. hebben gereageerd als wij „prof" waren geworden als haar werd gezegd: „En ga nu maar een fusie aan met Ajax en Blauw Wit?" De vraag stellen is haar beantwoorden. Het Noorden. Iemand die veel voor zaken naar het Noord'n moet reizen viel weer veilig op zijn basis teruggekeerd aan de bar van Goed Genoeg op een stoel naast mij neer en zei: „Zal ik jou eens wat vertellen? Bij Zwolle houdt de wereld op. Daarboven is alles waardeloos". Nu bleek alles te hebben tegengezeten. Sneeuwstorm, treinvertraging, centrale verwar ming in het hotel stukgevroren, voor geen tientje negotie gehad. Enfin, zo'n reis, waar alles tegenloopt. Ik heb die ver nietigende critiek dan ook maar met een lepel zout genomen. Maar nu blijkt, dat „ergens" Uw pikkelaar of de zetter of de corrector enfin, laten wij de schuld collectief op ons nemen; het is toch niet meer na te gaan ook onbewust die mening zijn toegedaan. Want in het stuk, dat wij schreven naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van de K.N.V.B. en waarin wij nagingen waar tie „19de-eeuwers" onder de clubs gebleven zijn en wie zich aan de top wisten te handhaven, staan niet afgedrukt W.V.V. (Winschoten) en Achil les (Assen). Nu zijn Noorderlingen heel rustige mensen maar als zij denken, dat ze achteruitgesteld worden, dan worden ze nog woester dan zich achteruitgesteld voelende Limburgers. Eerherstel dus voor Winschoten en Assen. Aan W.V.V. en Achil les, deze parels aan de Kroon van het Nederlandse voetbal-amateurisme, gaarne ons respect! Verwarring. Zo langzamerhand begint er een wel heel rare begripsverwarring te heersen ten aanzien van de begrippen „amateur" en „professional". Onlangs verraste Sport/Sportwereld haar talrijke lezersschaar met deze verrassende kop: „Voortaan geldprijzen voor wieler-amateurs". Het ontging de „koppensneller" van Geudeker's blad ten enen male, dat sportbe oefenaren die om geld strijden, geen amateur zijn. Nu is de vergissing wel begrijpelijk, wantwieler-amateurs waren allang geen amateurs meer. Voor de K.N.W.U. de knoop doorhakte en in arren moede besloot geldprijzen te gaan uit keren. kregen de winnende amateurs waardebonnen. En nu was de praktijk zo, dat de amateurs met die waardebonnen naar de winkeliers stapten en die daar inwisselden tegen contanten. Die winkeliers deden dat natuurlijk ook niet voor niets en rekenden hiervoor een klein disconto. Zij stuurden de waardebonnen naar de Wielren Unie en kregen daar het volle bedrag terug. Om zo te zeggen: „Everybody happy". Maar dat de K.N.W.U. dan braaf blijft spreken over amateurs is misleidend en eigenlijk een beetje kinderachtig. Voor sportbestuurderen en sportsch rij vers citeren wij hier Winkler l'rins, toch wel een gezaghebbende bron bij uit nemendheid: Amateur. (Deel I, pag. 234): „Sportbeoefenaar die zijn sport beoefent uit liefhebberij, dus uit vrije verkiezing..., in ieder geval niet om er rechtsreeks of individueel geldelijk of ander materieel voordeel van te trekken." Professionalisme. (Deel VIII, pag. 308): „Sportbeoefeningwaaruit men rechtstreeks of indirekt geldelijk of ander ma terieel gewin trekt; rechtstreeks in de vorm van honorarium, presentiegeld, premies of van andere stoffelijke beloningen, indirekt in de vorm van het aanvaarden van schijnfuncties, het tegen beloning beschikbaar stellen van foto of naam voor commerciële doeleinden, of het tegen beloning optreden in het publiek." Duidelijker kan het niet. vindt U niet? Pim Muiier. Nu wij het toch over de onvolprezen Winkler Prins hebben: Deel VII (pag. 420) vertelt dit over Pim Muiier: „De grote baanbreker van de moderne Nederlandse Sport beweging. Zeer veelzijdig sportbeoefenaar, animeerde de jon geren zijn voorbeeld te volgen. De eerste grote sportorganisator, aan wie tal van sportbonden in Nederland hun op richting danken. Tevens journalist, talenkenner, tekenaar, novellist, schilder. In 1889 richtte hij de Nederlandse Voetbal bond op; in 1890 volbracht hij als eerste de Elfstedentocht. In 1908 volgde op zijn initiatief de oprichting van de Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding en legde hij de basis voor de vierdaagse afstandsmarsen. In Friesland stimuleerde hij de kaatssport." Deze „vader van de Nederlandse Sport" zoals men hem toch zonder enige overdrijving mag noemen, werd 15 maart 1865 geboren. Er was dus alle aanleiding om op 15 maart 1965 te herdenken dat deze Willem Johan Herman Muiier 100 jaar geleden werd geboren. Maar... de N.S.F. (de Nederlandsche Sport Federatie) weigerde één cent bij te dragen tot welke manifestatie dan ook om wijlen Pim Mtilier te eren.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1965 | | pagina 4