Mixed Pickles
BeGunstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
(vervolg)
was. Schroder zei o.a. „Wij menen gehoord te hebben dat hij een zeer goed bondspraeses is, maar als scheidsrechter moest
hij zich toch maar liever niet in de kou wagen. Hij ziet niet genoeg en als hij iets ziet, is het in acht van de tien keren
verkeerd."
In die tijd ging een scheidsrechter op zo'n stuk in, zelfs als hij president van de Bond was. De heer Warner stelde een
ingezonden stuk op van enkele kolommen waarin hij schreef: „Het is misschien waar dat ik als scheidsrechter een prul
ben. etc. etc." Het commentaar van Schroder was: „Wij zijn het eigenlijk helemaal eens, alleen dat woord „misschien"
moet er uit."
Over de radio-verslaggevers: „Wij horen per luidspreker het verbale springtij van Leo Pagano, het „Seid umschlungen
Millionen" werk van van Rijn („luisteraars te land, ter zee en in de lucht of waar ook ter wereld" waarbij ik dan altijd
denk: „waar zouden die laatsten dan toch zitten.")
Over de scheidsrechters:
„Wat geen zier veranderde is de verhouding tussen de (niet altijd even) braven langs de kant en de scheidsrechter. Groot-
hoff, een van de grote mannen in de eerste twee decennia van deze eeuw, vertelt in zijn memoires dat hij in de tram te
Rotterdam zittende, tegenover zich een meneer had, die hem voortdurend aankeek. De toen zeer bekende fluitist dacht
ietwat gevleid herkend te worden. Dat was ook zo, maar niet helemaal bevredigend. Bij een halte stond de man op, nam
zijn hoed af en zei:: „Afsyt". 'Pussen dit oordeel en de kreet van een voetbalvriend uit onze dagen: „Hé, fluitketel, ken je
niet blazen voor je tachtig piek," ligt een halve eeuw in tijd, maar in wezen geen uur verschil."
En tenslotte over de terreinen:
„Al ben ik niet van het eerste, tweede of zelfs derde uur, ik heb toch ook gevoetbald op akkers, toebehorend aan een of
andere landman, die het verder een zorg was, zolang je geen olie aanboorde of goud vond en de huur maar op tijd be
taalde. Nu laten Gemeentebesturen fraaie sappige weiden aanleggen en een groot aantal geschoolde mannen, tegen Wage-
ningen aanleunend, ziet erop toe dat die sappige weiden sappige weiden blijven. Die hebben thuis grote boeken waarin
de kostprijs van elke grasspriet genoteerd staat met de toelaatbare afschrijvingspercentages en die voelen er niets voor om
bij slecht weer zo'n troep jongens te laten wildebrassen. En zo is het voor clubs en consuls en scheidsrechters wel wat
zorgelijker geworden, maar daar staat zoveel winst aan comfort, sanitaire verzorging en prettiger speelvelden tegenover,
dat wij ons bij de Soms wat overdreven lijkende liefde voor de sprieten maar moeten neerleggen."
Als alle lieden die over historie schrijven dit zo zouden doen als Jac. van den Berg, zouden er maar weinig jongelui
een onvoldoende voor Geschiedenis hebben.
Dure jongens
In ons land is er wenkbrauwgefrons en tandengeknars over de transfersommen die betaald worden. Er wordt zo maar
anderhalve ton of twee ton op tafel gegooid en wat moet dat nou? Wel, het is hier nog erg rustig vergeleken bij het
buitenland. Het clubblad van Sportclub Enschedé doet er een boekje over open en heeft een lijst gepubliceerd van „De
duurste jongens ter wereld." Als wij alleen maar de spelers noemen, die voor meer dan één miljoen gulden „verhan
deld" werden, dan komen wij toch al tot de volgende indrukwekkende lijst:
2.380.000 Sormania (Brazilië) van Mantua naar AS Roma.
2.040.000 Del Sol (Spanje) van Sevilla naar Torino.
1.712.750 Amarildo (Brazilië) van Botafogo naar AC Milan.
1.615.000 Meroni (Italië) van Genua naar Torino.
1.570.000 l'eiro (Spanje) van Atletico Madrid naar Torino.
1.487.500 Suarez (Spanje) van Barcelona naar Inter Milaan.
1.275.000 Angelillo (Argentinië) van Internazionale naar AS Roma.
1.275.000 Domenghini (Italië) van Atlanta naar Internazionale.
1.173.000 Law (Schotland) van Torino naar Manchester United.
1.148.000 Juihino (Brazilië) van Fiorentina naar Palmeiras.
1.062.000 Matosas (Uruguay) van Penarol naar River Plate.
1.000.500 Sivori (Argentinië) van River Plate naar Juventus.
1.000.500 Greaves (Engeland) AC Milan naar Tottenham Hotspurs.
1.000.500 Schnellinger (Duitsland) FC Köln naar AC Roma.
1.000.500 Hitchens (Engeland) van Aston Villa naar Internazionale.
Als ge deze bedragen leest, is het geen wonder, dat vrijwel alle Italiaanse profclubs aan de rand van een faillissement
staan.
Voetbaldrama
Wij weten niet hoe Purmersteijn er voor staat als U dit nummer ontvangt, maar nu wij dit schrijven heeft zich aan
onze Purmerendse vrienden een waar voetbaldrama voltrokken. Purmersteijn werd afgelopen seizoen kampioen van onze af
deling Eerste klasse A en Purmerend stond op zijn kop. Ze maakten er een driedubbele Koninginnedag van. Purmer
steijn kwam dus uit in het Kampioenschap van Nederland. Van de 10 kampioenswedstrijden werd er geen enkele gewon
nen. Resultaat: 2 gelijk, 8 verloren. De competitie 1964/65 begon, Purmersteijn in ieder geval met de glorie van het in
I A behaalde kampioenschap. Na 12 competitiewedstrijden luidt de stand voor haar: 0 gewonnen, 5 gelijk, 7 verloren.
Moet je toch even nagaan. Kampioen geworden, kampioensreceptie, kampioensdiner en van de volgende 22 wedstrijden
win je er geen enkele. Voor wijlen Joris van den Bergh zou dit een hoofdstuk hebben kunnen zijn in zijn boek: Mysteri
euze Krachten in de Sport.
Slordig
Bepaald pijnlijk is overigens de slordige wijze, waarop de K.N.V.B. omspringt met de verslaglegging van het Kampioen
schap van Nederland amateurs. Men zou denken, dat het hoofdstuk „Competitiestanden zondagamateurvoetbal" in het offi
ciële verslag 1963/64 geopend wordt met de eindstand van de wedstrijden om het Kampioenschap van Nederland, toch de
allerhoogste wedstrijdserie.
Weineen: die eindstand is helemaal achteraan stomweg opgenomen onder de kop: „Promotie-competitie zondagamateur
voetbal." Gelijk met de promotiewedstrijden van 't Gooi 3, D.H.C. 4, A.Z.C. 2, Ede 2 en Zo. Heel erg onbeleefd, K.N.V.B.!
J.W.
9