V/a n feesten en vrede
ÈT U
rifl, ÊtÊfêr- jÊ^-^ÊÊÊÊÊÊIÊÊÊÊÊÊÊÊÊKÊÊÊÊÊÊÊÊÊtÊt
KEUKEN
poolt Allen mee, het is voor A.f.c.
ps§
Hoe dus de reacties zullen uitvallen. Zijn
de tegenstellingen dermate groot, dat men
er brood in ziet om er dapper mee dooi
te gaan, dan spreekt men van een pole
miek. Woord en wederwoord zonder
einde.
Over het onderwerp: ruwer voetbal is
er een tijdje geleden ééntje gestart. Hij
had daarbij de tijd mee, want toevallig
vielen er vlak hierop strenge straffen voor
grove overtredingen en mishandelingen.
Maar dan pakt een collega het over en
gooit er een schepje bovenop. Het gaat
mieters!! Het zijn de leiders, schrijft hij,
die het ruwe en onverantwoorde spel in
de hand werken. Spelers worden opge-
juind en gaan overdreven begeesterd het
veld in. Rauw de vijand te lijf.
Maar dan komt, als van alle zijden het
commentaar is bestudeerd en er gegevens
genoeg zijn om er nu eens een sappig
stukje van te maken, „Sport en Sportwe
reld" ons iets vertellen. Met een levens
grote kop vertelt het zijn lezers: Er zijn
teveel Jan Cremertjes in de voetballerij.
Dit nu slaat in als een bom. Weliswaar
een zure bom. Daar wordt namelijk ge
suggereerd, dat er onder de voetballers
vele ordinaire en vieze individuen zijn.
Daar kunnen onze voetballers het dan
mee doen. Beroeps- of amateur-, om het
even.
Ik heb, naar aanleiding van dit schok
kend „nieuws" en van al die veronder
stellingen de heer Kappelhoff bereid ge
vonden, enkel wat A.F.C. betreft, ons
slechts de hoogst noodzakelijke inlichtin
gen te verschaffen.
Tussen haakjes, Kappelhoff is een zeer
eenvoudig mens. Ik mocht „jij" tegen hem
zeggen en dat vergemakkelijkt in de regel
zulke gesprekken.
Het gaat, aldus onze bewindsman, wel
iets anders toe bij voetbal als vroeger,
Toen gingen wij vrijwillig het land in
ach, zei hij, terwijl hij duidelijk iets weg
slikte, laat ik het maar zeggen, jongen.
Het gaat nu om de punten en anders
niet.
Inderdaad, gaf hij na enige aarzeling
toe, zijn er alvorens de wedstrijd aanvangt,
bepaalde opwekkende middelen ter be
schikking. Bijvoorbeeld wat marihuana-
sigaretten. Echter, en dat zeg ik met fiere
trots en taaie volharding, er zijn maar
weinig spelers die daar gebruik van
maken. Soms een enkele. Tonny van Straa-
ten had er b.v. de laatste weken wel trek
in.
Nou, daar hadden wij, zonder dat Kap
pelhoff ons dat verklapte, al een ernstig
vermoeden van. Tegen D.C.G. gaf hij na
de rust enkele juweeltjes van voorzetten
aan de tegenpartij. Trouwens, in mindere
mate deed Lonnéé hetzelfde. Mogelijk had
deze eveneens talentvolle back een klein
peukje gerookt. Misschien een minimaal
vodsje.
Vriend Kuikens is geheel vrij van doping.
Mochten wij in het begin van het sei
zoen veronderstellen dat hij in meer of
mindere mate gedrogeerd was, thans
treedt hij helder en klaar wakker in ieder
gevecht. Rob Brouwer is wars van onna
tuurlijke producten en prefereert, vooral
rond Sinterklaas kaneelstokken of peper
noten. Deze deelt hij in de regel met
Vlietman, die er ook mee terecht kan.
Tja, en dan zult U, geachte Schake
laars, nu wel met de brandende vraag
komen En wat doen van der Valk, Ker
ker en Leeser dan vóór de wedstrijd be
gint. Ik ben U een antwoord daarop
schuldig en zou mij er heel gemakkelijk
vanaf kunnen maken door te zeggen: niets,
totaal niets.
Ik moet U bekennen, dat ik deze ge
selecteerde heren vaak beschouw als een
soort geheime agenten van de Gepeoe.
Luisteren, spietsen, weinig zeggen en
maar loeren Kijk maar eens naar Rolf
Leeser hoe die binnenkomt en de boel
aflegt. Laatst stond hij achter een schotje
naar ons gesprek te luisteren. Je voelt dan
als het ware de handboeien reeds aan.
En vraag vooral nooit naar het elftal of
de opstelling, want dan begint er in hun
binnenste iets te koken.
Maar toch kan ik U het antwoord
geven, dankzij Japie Draisma, die zo
vriendelijk was mij daar over in te lich
ten. Wat zij nu precies doen is niet met
100% zekerheid vast te stellen. De spe
lers, en dat staat wel als héél zeker vast,
worden in geen geval geslagen, getrapt,
gestompt of mishandeld. Daar is geen
sprake van.
Nou ja, laten we wel zijn, er wordt er
wel eens eentje wat hardhandig zijn broek
uitgetrokken, wanneer hij zich niet wil
verkleden. En er worden er wel eens wat
wild het veld ingeduwd of gedreven, doch
dit behoort tot de uitzonderingen.
In de regel jaagt Ton van der Valk ze
het kleedhok uit, Rolf Leeser heeft dan
de taak om onder de banken en de mas-
seertafel te kijken of er nog verstekelin
gen zijn. Cor Kerker telt dan buiten ijlings
na af ze wel met elf man in het veld zijn.
En tenslotte weet Gé van Dijk, onze trai
ner, onder enkele bedreigingen de reser
ve's wel zó murw te krijgen, dat ze als
makke schapen op de bekende bankjes
afwachtend gaan zitten.
Onze organisatie, speciaal die van de
keuzecommissie, mag voortreffelijk ge
noemd worden. Natuurlijk, een enkele
speler zegt wel eens een vies of schuin
woord, maar echt eerlijk, zo bar en boos
als Jan Cretner het maakt, nee, dat heb
ben wij nog niet gehoord.
De sportjournalistiek ten spijt.
Jhr VAN ROSSEM DE GAUL1N.
gebr. plieger
Heerlen, amsterdam
Zeventig wordt A.F.C.
Dat is sterk, beweert een vrind
die niet roodzwart is getint,
niets weet van ons wel en wee.
Zeventig, 't wordt afgezaagd,
noemt men leeftijd van de sterken.
Nou, dat kan een ieder merken
tlie aan „standen" 'n oogje waagt.
A.F.C. op „Goed Genoeg".
Deze naam klinkt heel bescheiden.
Al in overoude tijden
zij die naam met ere droeg.
Wie gekend heeft deze naam
van ons home ginds in de Meer
proeft weer de intieme sfeer
die ons schakelde tezaam.
Achter Nieuweweg van toen,
thans Wethouder Frankestraat,
hoeve Goed Genoeg daar staat,
randboeren in goede doen.
't Waren de gebroeders Oostveen
die 's zondags hun pijpje rookten
als paps bijna overkookte
want d i e ging er met z'n kroost heen.
Zeventig wordt A.F.C.
Het is haast niet te geloven.
Alles komt weer bij je boven.
Ook de mestkuil? Gut, o nee
Groot is A.F.C. geworden.
Al te groot, meent hij misschien
die 't niet meer kan overzien.
Da's maar schijn 't is dik in orde.
Immers weet h ij die 't goed kent
die niet zo maar is te gast
dat elk radertje hier past
en hoe volgzaam is de bent.
A.F.C., ik wil je wensen
onverflauwd dezelfde geest
die er altoos is geweest.
En daarna een „klinkend" feest
welgeschoeid op d'eigen leest.
Want de vreugde kent geen grenzen.
Maar vandaag nog 't allermeest:
VREDE OP AARD'
VOOR ALLE MENSEN.
B. S. LE MARCHÉ.
In mijn vorig versje „Taak" is iets
mis gegaan. Mag ik het hierbij even recht
zetten?
2e koepiet, 2e regel wordt: „die 't wel
meent met de jeugd".
4e koepiet, laatste regel wordt: „om
standers uit gaat leggen".
Laatste koepiet, le regel wordt: „Je
bent verbaasd dat het nog gaat". (Er
stond: „Je bent nog verbaasd, enz.").
Laatste koepiet, 3e regel wordt: „Dank
zij de sprieten van de straat" dit i.p.v.
dezelfde tekst van 2 regels lager.
De twee allerlaatste regels van „Taak"
munt(t)en niet uit door duidelijkheid,
maar misschien was dit wel de bedoeling
van uw rijmelaar.
gjMpMHH