Mixed pickles
Bequnstiqmq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
A.F.C 70
TVTog een paar maanden en A.F.C. bereikt de leeftijd der sterken dan bestaat Amsterdams oudste voetbalclub 70 jaar.
Over nog vijf jaar als de club driekwart eeuw bestaat zal er ampel gelegenheid zijn om ons in de geschiedenis
van A.F.C. te verdiepen, een zeldzaam boeiende en vaak ook zeer leerzame geschiedenis.
Bij die komende mijlpaal van 7 x 10 moeten wij ons, dacht ik, eens rustig bezinnen op de verhouding tussen club en
lid. Dat bij A.F.C. dit iets meer is dan contributie betalen en een balletje trappen, weet ieder kind. Vraag het aan de
taxichauffeur, die U naar Goed Genoeg rijdt en hij zal zeggen: „Nou ja, maar A.F.C. is anders".
Ik geloof, dat wij er allemaal erg blij mee zijn, dat A.F.C. „anders" is. Daarom is A.F.C. voor duizenden een brok
levensvreugde geweest of is dat nog een bron, waaruit geput kon worden niet voor sportieve ontspanning alléén, maar
ook voor geestelijke waarden, die compensatie bieden tegen het te ver opgevoerde materialisme van deze tijd.
Maar op haar beurt moet die bron waaruit wij putten ook gevoed worden en dat moeten de leden doen. Het gaat bij
A.F.C. heus niet alleen om Uw lidmaatschap als zodanig, dus om Uw contributie, hoe welkom uit financieel oogpunt die
bijdrage van U dan ook is. Neen, het gaat om meer en dat geldt dan ook stellig onze niet-spelende leden. Bezoekt onze
thuiswedstrijden, niet alleen van het eerste elftal, maar ook van de reserve-elftallen. Steunt onze spelers tijdens de wed
strijden met Uw enthousiasme. Laat de vonk overspringen!
En dit geldt ook voor het contact buiten de wedstrijden. „Goed Genoeg" moet Uw tweede tehuis zijn. Ook maandag
avonds wanneer er een „eeuwenoude" traditie getrouw clubavond is.
A.F.C. kan alleen groeien en bloeien door Uw aller daadwerkelijke steun en Uw medeleven. A.F.C. 70Laten wij er
gezamenlijk een topseizoen van maken, zodat wij op 18 januari a.s. met recht en met trots kunnen zeggen: „De oudste
voetbalclub van Amsterdam is 70 jaar. Sterk en bloeiend als nooit tevoren!"
Personalia
Kees Bouwens. Onze tweede voorzitter en zijn broer hebben in de veteranenwedstrijd tegen Kon. H.F.C. alle twaalf
doelpunten van A.F.C. gescoord. Dit lijkt mij een soort wereldrecord. Of weet een van de lezers een nog sterker staaltje
van broederlijk voetbalsucces?
Wim Staats. Wat U bij Wim Staats ziet is geen verlate koortsuitslag van de vorige griep epidemie. Het is ook geen
dauwwurm. Het is een snor, een doodgewone snor die echt wel snor zit. Ik heb er aan getrokken en toen zei Wim: Au.
Indeling
Met een variant op een bekend gezegde kunnen wij prevelen: „Tolweg locuta, causa finita." Het bestuur van de K.N.V.B.
aan de Verlengde Tolweg in Den Haag heeft gesproken het geval (van de indeling) is afgelopen. Het Bondsbestuur
heeft aan de meningsverschillen in de Bond een radicaal einde gemaakt door in werking te stellen art. 70 van het H.R. dat
het Bondsbestuur het recht geeft de competitie-indelingen vast te stellen. Het wrijfpunt was de wijze, waarop semiprofs die
op de een of andere wijze naar het amateurisme terug willen of terug moeten, in de amateursectie zouden worden ge-
I plaatst. De uiterst tactische bondsvoorzitter Schroder is echter wel zo verstandig geweest eerst eens te praten met de
leidende mensen uit de beide groepen, toen zij een beetje waren afgekoeld na de hete debatten in „Esplanade" op 18 juli.
Opvallend is, dat het reglement zich nu heeft aangepast aan de practijk, zoals die de laatste maanden was gegroeid
en dat men niet de practijk gedwongen heeft zich aan te passen aan het reglement, want dat leidt dan maar weer tot
nieuwe wrijvingen. Alleen is de zaak hier en daar een beetje bijgeslepen en dat geldt dan speciaal voor semi-prof clubs,
die zich in hun geheel weer aanmelden voor het amateur-voetbal. In die gevallen komt hun eerste elftal in de 2e klasse
amateurs als hun derde in de reserve eerste klasse speelt; in de 3de klasse amateurs als hun derde in de reserve tweede
klasse speelt en in de 4de klasse amateurs in alle andere gevallen.
De regeling is zeer redelijk. Zij brengt niet wat de „diehards" in de prof-afdeling wilden. Maar laten ook zij, nu de storm
geluwd is, eerlijk erkennen dat het toch te veel gevergd was, vastlopende profclubs een indeling cadeau te geven waar
voor tal van amateurclubs soms tientallen jaren vergeefs op het groene veld hebben gestreden.
Het ziet er naar uit, dat over enkele dagen de Bondsvergadering het laatste struikelblok voor een goede verstand
houding uit de weg zal ruimen: de „Stichtingen met bindingen". Ge weet, dat op 18 juli in de Bondsvergadering de ama
teurs het onaanvaardbaar achtten dat als een club de stichtingsvorm aanneemt, de prof-stichting bij tekort aan spelers
door externe omstandigheden een beroep kan doen op de amateurs van de vereniging waarmee „binding" bestaat.
In de practijk liep de zaak al anders: Deze zomer kregen wij Cambuur/Leeuwarden, Zaanstreek/K.F.C. en Holland Sport/
Scheveningen. Laten wij hopen, dat ook hier het reglement wordt aangepast aan de zich reeds duidelijk aftekenende prac
tijk. Dan komt er eindelijk de dringend noodzakelijke rust in de K.N.V.B.
ir. A. van Emmenes
Wij hebben deze maand een merkwaardig jubileum gevierd var. een merkwaardig man: het 40-jarig jubileum van de
voetbalsportjournalist ir. A. van Emmenes, die in zijn jonge tijd ook al lid van A.F.C. was.
Een merkwaardig jubileum, omdat het voor de eerste maal is dat iemand 40 jaar practisch uitsluitend over voetbal
praat en schrijft. Natuurlijk heeft iedere sportjournalist een zekere voorkeur of een speciale „know how" ten aanzien
van een tak van sport, maar zo exclusief geörienteerd op één tak van sport als van Emmenes komt maar heel zelden voor.
Een merkwaardig man, omdat deze begaafde intellectueel al jong „Delft" had, maar nooit als ingenieur heeft gewerkt.
Eén van die merkwaardige spelingen van het lot deden hem bij Moorman's periodieke pers belanden en zo werd hij dan
Nederlands voetbaljournalist nummer één. En waarom werd hij dat? Omdat hij, meen ik ingenieur was. Hij schreef
geen verslagen van: Jantje kopt en Pietje schiet in, maar verdiepte zich in de techniek van het spel. Hij was de eerste
die begreep, wat Herbert Chapman deed bij Arsenal en trainer Marshall had uitgedokterd bij K.F.C. (de W-formatie). Hij
schreef daar voortreffelijke analytische artikelen over, die even verantwoord als baanbrekend waren.
Een merkwaardig man, die 40 jaar in de wereld van journalisten en van de sport rondwandelde zonder ooit een borrel
of een sigaar aan te raken, maar met zijn principes nooit vervelend of fanatiek werd. Integendeel: toen de borrel op rant
soen was, liet hij zich rustig een borrel inschenken en ruilde dan zijn volle glas goedmoedig tegen het lege glas van een
buurman die er nog wel eentje lustte.
1
Vervolg op pag. 6
3